Cate Le Bon trekt Wilco uit een moeras van somberheid

Recensie Muziek

Als een tijdbom tikken de seconden van openingsnummer ‘Infinite Surprise’ weg. Met zijn mechanische ritme en de elektronische bedding onder de zang van Jeff Tweedy en gastmuzikant Cate Le Bon is het de meest uitdagende song op Cousin, het dertiende album van Wilco. De Welshe singer-songwriter Le Bon werd als producer, bassist, pianist, synthesizerspeler en (achtergrond)zangeres toegevoegd aan de bezetting van de band uit Chicago.

Het voorlaatste, country-getinte album Cruel Country klonk vertrouwd en ingetogen. Geen slechte muziek, maar ook geen grote uitdaging voor een band die al dertig jaar samen speelt. Het materiaal van Cousin stamt van vóór corona en bleef liggen omdat het een artistieke injectie kon gebruiken. Cate Le Bon, die zich eerder verdienstelijk maakte als producer van Deerhunter en Devendra Banhart, werd als buitenstaander met een frisse blik aangetrokken. De nummers ‘Infinite Surprise’ en ‘Pittsburgh’ met zijn fiere elektronische fanfare knappen daar onmiddellijk van op.

Waar Le Bon meezingt, in ‘Soldier Child’ en ‘Meant To Be’, ontsnapt Wilco aan de grauwsluier van somberheid die over veel van de muziek hangt. ‘Ten Dead’ is symptomatisch: Tweedy staat op, maakt zich bezorgd om de slachtoffers van vuurwapengeweld in de VS en gaat terug naar bed. ‘Evidence’ lift al te gemakzuchtig mee op de melodie van ‘Raspberry Beret’ en zelfs experimentalist Nels Cline toont zich van zijn meest conformistische kant met voorzichtig gitaarspel. Gelukkig is daar Cate Le Bon om de muziek bij tijd en wijle uit het moeras te trekken.

https://www.youtube.com/watch?v=6FHJoKFt6ek

Lees verder…….