‘Breien is bijna als therapie’

Haar oma was kleermaker, zegt Sana Sasaki, danseres bij het Rotterdamse Scapino Ballet. „Toen ik zeven was heb ik haar gevraagd of ze me wilde leren naaien, want ik was op zoek naar een tas waarin ik mijn bladmuziek kon meenemen naar pianoles. Die hebben we in de zomervakantie samen gemaakt. Een heel simpele, vierkante tas.”

Dat ze rondliep met iets dat ze zelf had gemaakt en dat er maar één van bestond gaf haar zo’n goed gevoel dat ze doorging met naaien.

Sasaki werd geboren in Japan, verhuisde voor haar vaders werk naar Maleisië en de Fiji-eilanden en vertrok als dertienjarige in haar eentje naar Australië voor een balletopleiding. Bij het Scapino Ballet ontwikkelde ze een tweede zelfmaakhobby: breien. „Ik zocht iets om mezelf mee te vermaken tijdens de lange ritten in de tourbus.” Ze leerde het zichzelf aan met behulp van YouTube-tutorials. Haar eerste project was een muts.

Breien bleek een meditatief effect te hebben. „Ik kan mijn gedachten even helemaal uitzetten en me volledig op het patroon concentreren. Het is bijna therapie. Als danser ben ik constant omringd door mensen, dat is soms best lastig als introvert persoon. In het weekend kan ik stoom afblazen met breien. Soms doe ik een hele zondag niks anders.” Naaien maakt haar net zo rustig, maar doordat ze daarvoor eerst haar tafel moet leegmaken en de naaimachine moet installeren, grijpt ze sneller naar haar breiwerk.

Ik kan mijn gedachten even helemaal uitzetten en me volledig op het patroon concentreren. Het is bijna therapie

Een grote inspiratiebron zijn oude foto’s van haar ouders. „De kleren die ze in de jaren tachtig en negentig droegen wil ik allemaal hebben. Als ik eenmaal een idee heb, zoek ik op Etsy naar een breipatroon dat erop lijkt. Die site staat vol oude patronen, vaak voor maar twee of drie euro per stuk.” Zo kwam ze ook bij haar huidige breiproject terecht: een wollen gilet, een model uit de jaren tachtig.

Het meest trots is Sasaki op de kledingstukken die intensief gebruikt worden. Zoals de trui van Japanse wol die ze voor haar vriend breide. En de zelfgenaaide dansbroek waarin ze zo vaak repeteert dat ze ‘m nog in drie andere kleuren heeft gemaakt.

Ze is vaak te vinden bij Schröder, een winkel die stoffen en wol verkoopt, om de hoek bij het Scapino Ballet. „Daar kan ik uren rondlopen. Net zo lang tot ik het materiaal heb gevonden dat het allerbest bij het patroon past.” Thuis heeft ze een kast vol stoffen en garens die ze in Japan heeft gekocht of die haar oma heeft achtergelaten toen die naar een verzorgingstehuis verhuisde. „Ze is inmiddels in de negentig en mentaal niet meer 100 procent. Maar zodra je haar een vraag stelt over naaien of breien is ze weer helemaal scherp. Ze repareert de kleding van de andere bewoners.”