‘Poetin is een slang. Als ik hem zie, krab ik zijn ogen uit’

Reportage

Zuid-Ossetië Een bevroren conflict mag het niet heten, en de grens is ook geen grens. Toch houdt Rusland de Georgische regio Zuid-Ossetië al veertien jaar bezet. „Rusland volgt in Oekraïne hetzelfde draaiboek als hier.”

Een deel van het dorp Khurvaleti in Georgië, dat zich op 40 kilometer van Tbilisi bevindt, wordt al sinds 2008 bezet door Rusland.
Een deel van het dorp Khurvaleti in Georgië, dat zich op 40 kilometer van Tbilisi bevindt, wordt al sinds 2008 bezet door Rusland.

Foto Daro Sulakauri/Getty Images

Door de verrekijker is een speeltuintje te zien, naast het grootste van de drie gebouwen. Daar wonen en slapen Russische grenswachten en hun gezinnen. In het midden staat het ‘operationele gebouw’, met surveillance-apparatuur. Links staat het gebouw met garages en magazijn. Mensen vertonen zich niet.

Dit is een van de negentien bases van de Russische grenswacht langs de Administrative Boundary Line (ABL) tussen Georgië en Zuid-Ossetië. Een onopvallende nederzetting op een groene heuvel, vlak bij het dorp Odzisi in het noorden van Georgië. Georgië en de Europese Unie vermijden het woord ‘grens’, dat impliceert een permanente afscheiding van een ander land. De internationale consensus is dat het gebied bezet is door Rusland, geannexeerd na de vijfdaagse oorlog met Georgië in 2008. Alleen Rusland, Nicaragua, Venezuela, Syrië en eilandstaatje Nauru beschouwen Zuid-Ossetië – bijna vierduizend km2, naar schatting dertigduizend inwoners – als een onafhankelijk land.

De pro-Russische bestuurders van Zuid-Ossetië ambiëren hereniging met Noord-Ossetië in Rusland, aan de andere kant van de Kaukasus.

EU-waarnemers volgen de Russen vanuit Georgië.

Foto Kamiel Vermeylen / Knack

Waarnemers van de European Union Monitoring Mission (EUMM) turen door verrekijkers naar de Russische kant. Patrouilleleider Janis uit Estland maakt foto’s met een camera met een enorme telelens. Bijna dagelijks patrouilleren de waarnemers in het heuvelachtige grensgebied. Ze registreren incidenten en verschuivingen van de grenslijn. De helft van de ABL is begaanbaar, en daarvan is 40 procent door Rusland afgezet. Ze weten precies waar de Russische hekken en grensborden staan. Ze zijn vertrouwd voor de schaarse boeren in het gebied, zwerfhonden komen naar ze toe.

Chauffeur Sandra, werkzaam bij de Duitse politie voordat ze naar Georgië werd uitgezonden, stuurt de Toyota Landcruiser behendig over rotsige en steile bospaden. Hoe moeilijker hoe beter, wat haar betreft. De patrouille omvat vandaag drie SUV’s, met vier journalisten. Meelopen naar de gesloten grensovergang vindt Janis geen goed idee. „De EUMM wil niet provoceren. Als we daar gaan rondlopen met pers kunnen de Russen dat opvatten als provocatie.”

Bij de observatiepunten hangen Georgische agenten verveeld rond. Ze roken in de schaduw van een boom, jagen honden weg. Een politiebureau is deels afgeschermd met autobanden, maar niets wekt de indruk dat hier vijandelijkheden plaatsvinden. Incidenten gaan over boeren of jagers die naar Russische smaak te dichtbij de ABL komen en worden opgepakt. Eerder gebeurde dat circa tachtig keer per jaar, nu nog maar twintig keer. Acht boeren zitten in de cel. De EU-missie bemiddelt om ze vrij te krijgen.


Lees ook deze reportage: ‘Het is logisch dat de EU niet met Georgië wil werken’

Langdurig conflict, niet bevroren

Ondanks de patstelling tussen Georgië en Rusland wil Marek Szczygiel niet spreken van een ‘frozen conflict’, een conflict waar wapens zwijgen maar nog geen vrede is getekend. „Wij spreken van een ‘protracted conflict’, een langdurig conflict. Er zijn geen schotenwisselingen, maar wel spanningen.”

De Poolse diplomaat Szczygiel leidt de EUMM vanuit een merkwaardig hoofdkantoor in hoofdstad Tbilisi. Het gastenverblijf van een oude partijbons is een staaltje vergane communistische glorie, inclusief leeg zwembad. Later dit jaar verhuist de missie naar een ander pand in de sjieke wijk Vake. Van de 332 werknemers komen er 220 uit het buitenland en 112 uit Georgië. Luxemburg is het enige EU-land dat niet vertegenwoordigd is, Nederland neemt met twaalf mensen deel aan de missie.

„Veertien jaar na de bezetting is de situatie anders dan we in het begin hadden verwacht”, zegt Szczygiel, sinds 2,5 jaar de head of mission. „Een van onze doelen is normalisering. Dat is niet een terugkeer naar de situatie van voor de oorlog, maar een zo normaal mogelijk leven voor de mensen aan weerszijden van de ABL. We moeten reëel zijn: de Russische erkenning van de onafhankelijkheid betekent permanente Russische militaire aanwezigheid.” Het belangrijkste doel is het voorkomen van nieuw geweld. „Zonder ons zou het risico van geweld significant hoger zijn.”


Naast Zuid-Ossetië bezet Rusland ook Abchazië, een andere separatistische regio, in het noordwesten. Anders dan Zuid-Ossetië wil Abchazië geen aansluiting bij Rusland, vertelt Szczygiel. „Ze willen echt onafhankelijk zijn. Ik voorzie dat daar een verzoening met Georgië mogelijk is, met een Georgische grondwet en een autonome status.”

Bezet gebied, autonome status, militair ingrijpen om Russische inwoners te ‘beschermen’. Het lijkt allemaal erg op de situatie in Oekraïne. Klopt, zegt Szczygiel, er zijn veel overeenkomsten. „Rusland volgt daar hetzelfde draaiboek. Voorbereidend werk door de geheime dienst FSB, verspreiden van desinformatie, uitdelen van Russische paspoorten. Streven naar internationale erkenning, uitroepen van een referendum als bewijs van lokale steun. Zelfs de mythe over biolabs werd hier in Georgïë ook al gebruikt.”

De EUMM ziet dat Rusland de grenslijn met kleine stapjes verlegt richting Georgisch grondgebied. Zo is een stukje van de oliepijpleiding tussen Bakoe en Soepsa aan de Zwarte Zee nu in Russische handen. Toch verwacht Szczygiel geen verdergaande Russische acties in Zuid-Ossetië. „Er valt niet veel te halen en ze hebben hun doel al bereikt. De bezette gebieden zorgen voor destabilisering, wat slecht is voor de Georgische ambities richting NAVO en EU. Georgië als knooppunt tussen Europa en Centraal-Azië en China is gebaseerd op stabiliteit. Dat staat onder druk door de Russische aanwezigheid.”

Tweederangs burgers

De annexatie van Zuid-Ossetië heeft geopolitieke gevolgen, maar het raakt ook de inwoners van de regio. De bewegingsvrijheid is beperkt, oversteken naar Georgië kan niet. Onderwijs in het Georgisch is na 2008 geleidelijk afgeschaft. Etnische Georgiërs voelen zich tweederangs burgers en hebben het gebied grotendeels verlaten.

Veel van deze IDP’s (internally displaced persons, vluchtelingen in eigen land) belandden in Tserovani, 35 kilometer ten noorden van Tbilisi. Hier verrees een kunstmatig dorp, met rechte straten en prefab-woningen. Veel van de huisjes zijn inmiddels uitgebreid met extra kamers, druiven hangen over pergola’s.

Rusland volgt in Oekraïne hetzelfde draaiboek als hier. Zelfs de mythe over biolabs werd hier in Georgïë ook al gebruikt

Marek Szczygiel Chef Europese waarnemingsmissie

Khatia Meltauri (28) opende een jaar geleden haar printshop, in een kleine kantoorruimte in het dorpscentrum. Bewoners kunnen hier documenten, foto’s en uitnodigingen laten printen. Trots toont Meltauri haar net gearriveerde aanwinst: een Epson L1800 inkjetprinter, betaald door een ngo uit Estland die vrouwelijke ondernemers steunt.

Meltauri was veertien toen de oorlog uitbrak. In haar woonplaats Achalgori kwamen helikopters over, maar werd niet gevochten. Veel van haar leeftijdsgenoten gaan naar Tbilisi, maar Meltauri verkiest Tserovani. Wel zou ze meer steun van de Georgische overheid willen. „Waarom hebben we geen dorpshuis, of een park? Nu zijn er alleen stoffige straten. Gelukkig krijgen we wel steun uit andere landen.” De ontheemden krijgen een overheidstoelage van 45 lari (15 euro) per maand.

Geslagen met een geweerkolf

Op een autobank voor haar huis doet Neeli Kakhiasjvili (79) een dutje. Snel doet ze een hoofddoekje op voor het bezoek. Terwijl kleinkinderen rondrennen met waterpistolen vertelt ze over haar vlucht uit haar dorp bij de regionale hoofdstad Tsjinvali. Negen dagen hield ze zich met anderen schuil in een kelder, daarna zaten ze nog een keer negen dagen in een gevangenis. „Russische soldaten sloegen me met een geweerkolf, ik heb er nog steeds last van. Ze waren alleen maar op zoek naar wodka en geld.” Toen het Rode Kruis langs kwam, mochten oude mensen weg. Met een sjaal om ouder te lijken wist Kakhiasjvili weg te komen.

In Tserovani heeft ze een dak boven haar hoofd, maar Kakhiasjvili mist haar weg gebulldozerde dorp. „Alles is weg, ook het graf van mijn man. Ik mis de lucht van daar, en de smaak van het fruit. We hadden alles, appels, peren, kersen.” Ze wijst op de perziken naast haar. „Deze moet ik nu kopen. Thuis had ik ze laten liggen, omdat ik ze niet goed genoeg vind.”

Over de oorzaak van het verlies van haar paradijs is deze Georgische duidelijk. „Poetin bracht mij hier. Hij is een slang. Als ik Poetin zie krab ik zijn ogen uit.”

Een bord maakt duidelijk waar de afscheiding tussen Georgië en Zuid-Ossetië loopt.

Foto Kamiel Vermeylen / Knack

Lees verder…….