‘Kletsnatte Pasen in Roskilde bracht ze op hun 17de bij elkaar’

Mijn ouders leerden elkaar kennen in Denemarken in het voorjaar van 1923. Mijn vader, Werner de Groot, was daar met zijn zeeverkennersgroep uit Loosdrecht te gast bij een groep in Roskilde. Omdat het erg koud en nat was, werden de Hollanders na een paar dagen uit hun drijfnatte tenten verlost en ondergebracht bij families van de zeeverkenners uit Roskilde. Mijn vader kwam bij een oom en tante van mijn Deense moeder, Nina Flensborg, waar zij de paasvakantie doorbracht.

Het was liefde op het eerste gezicht, maar in die tijd was je met 17 jaren te jong om daaraan gevolg – laat staan uiting – te geven. Toen mijn vader terugging naar Hilversum, beloofden zij elkaar te zullen schrijven. En dat hebben ze gedaan, al was de stapel brieven van mijn vader drie keer zo groot. Na drie jaar werd door wederzijdse families ingestemd met een bezoek van Werner aan Denemarken in de zomervakantie. De liefde bleek onverminderd en de zomer daarop mocht mijn moeder kennismaken met Werners familie. Reizen per trein van Kopenhagen naar Amsterdam duurde 22 uur, inclusief een overnachting; dat kon nog niet voor het jonge stel. Bovendien reisden ‘nette’ meisjes niet zonder chaperonne. Het werd aldus opgelost. Mijn vader reisde per trein naar Kopenhagen. Enkele dagen later zouden ze samen naar Amsterdam vliegen en zo zou ook de terugreis verlopen. Voor vertrek is een foto gemaakt van de passagiers. Ook alle voorbereidende bedrijvigheid is te zien.

In 1929 trouwden ze in Kopenhagen en studies in Delft en Utrecht en stages in Eindhoven en Parijs kwam het paar in 1939 terecht in Haakbergen, waar mijn vader zich als tandarts vestigde.

Lees verder…….