In Duitsland leidt kritiek op Israël tot het afzeggen van kunstmanifestaties

De Duitse ijver om iedere vorm van antisemitisme of vermeend antisemitisme een halt toe te roepen laat zijn sporen na in de kunstwereld. Kritiek op de Israëlische regering onder leiding van premier Netanyahu valt al snel onder deze noemer. De afgelopen weken werden meerdere tentoonstellingen, lezingen en prijsuitreikingen afgezegd omdat kunstenaars of auteurs zich te Israël-kritisch hadden geuit.

Ook trad een nieuw aangestelde commissie, die de curatoren voor kunstshow Documenta in 2027 moest selecteren, terug nadat één van de leden onder druk werd gezet om zich te distantiëren van een BDS-petitie die het commissielid eerder ondertekende. De wereldwijde BDS-beweging roept op tot een boycot, desinvestering en sancties (vandaar de afkorting) van en tegen Israël, en is door het Duitse parlement in 2019 officieel bestempeld als antisemitisch. Dat speelt veel mensen in de culturele sector nu parten.

De Palestijnse auteur Adania Shibli, die eerder in het nieuws was vanwege een afgezegde prijsuitreiking voor haar boek Minor Detail, stapte naar de rechter omdat het linkse dagblad die Tageszeitung haar in een stuk een „BDS-activist” noemde. De rechter oordeelde dat het mocht, omdat Shibli in 2007 haar naam zette onder een BDS-petitie tegen een optreden van de Rolling Stones in Israël.

Vorige week maakte de stad Bochum bekend dat de Britse auteur Sharon Dodua Otoo een literatuurprijs zou krijgen – om kort daarop de bekendmaking in te trekken. Otoo heeft in 2015 een petitie ondertekent van ‘Artists for Palestine UK’, en daarmee, aldus de gemeente Bochum, is de „uitreiking van de prijs ondenkbaar”. Otoo verklaarde dat ze een dergelijke petitie vandaag de dag niet meer zou steunen, en heeft voorgesteld om het prijzengeld à 15.000 euro aan een initiatief te doneren dat de dialoog in Duitsland over het conflict gaande houdt.

De Zuid-Afrikaanse kunstenaar Candice Breitz zou in 2024 werk tentoonstellen in het Saarlandmuseum in Saarbrücken, nabij de Franse grens. Vorige week meldde de stichting waaronder het museum valt op een website dat de tentoonstelling van Breitz niet doorgaat, vanwege „controversiële uitingen” over de oorlog in Isräel en Gaza. Het museum wil niemand een podium geven die zich „niet duidelijk tegen de terreur van Hamas positioneert”.

Breitz sprak zich wel degelijk uit tegen de terreur op 7 oktober. De joodse Breitz is echter ook kritisch op de felle pro-Israëlische koers van de Duitse regering, die andere stemmen, Palestijnse stemmen bijvoorbeeld, bij voorbaat verdacht maakt. „Mijn vergrijp, geloof ik, is mijn keus om zowel de gruwelijke terreurorganisatie Hamas (en de onuitspreekbare gruweldaden op 7 oktober) te veroordelen, als ook de inhumane en buitenproportionele respons daarop van de rechtse regering in Israël”, aldus Breitz in een reactie.

Eerder werd een tentoonstelling afgezegd van de Berlijnse fotograaf Raphael Malik, die een serie over het leven van moslims in met name Duitsland zou tonen. De Berlijnse galerie schreef dat zijn werk weliswaar niets te maken heeft met het conflict, maar dat het „om controverse te voorkomen” niet zomaar werk over moslims wil laten zien zonder ernaast bijvoorbeeld iets over „joods leven in Berlijn” op te hangen.

Na de aanslag van 7 oktober op Israëlische burgers schaarde Duitsland zich om historische redenen nadrukkelijk aan de kant van Israël. Het Duitse ‘nie wieder’, meende kanselir Olaf Scholz (SPD) op de herdenking aan de Kristallnacht op 9 november, betekent vooral ook de bescherming van joodse gemeentes en instellingen, en het hard optreden tegen antisemitisme. Veel Duitse culturele instellingen lijken het zekere voor het onzekere te nemen.

Leeslijst