Gedupeerde kunstenaar Hans Lemmen: ‘Gemeente Heerlen solt met mijn beeld’

Beeldend kunstenaar Hans Lemmen voelt zich „twee keer bestolen”. Het begon met gesol met zijn in 2010 onthulde kunstwerk ‘Zegelboom’, bij een herinrichting van de Promenade in het centrum van Heerlen. Daarna volgde de echte diefstal van het beeld tijdens de tijdelijke opslag bij een aannemer in Sittard.

Die is niet verzekerd tegen dit soort misdrijven, de gemeente Heerlen evenmin. Lemmen: „Hoe het zeshonderd kilo zware werk ondanks afgesloten hekken heeft kunnen verdwijnen, is een raadsel. Het zal de dieven om het brons zijn gegaan. Bij mij is nu sprake van een rouwproces.”

Lemmen maakte zijn twintig meter lange, boom als tastbare herinnering aan de steenkolenwinning, die de stad Heerlen vanaf begin twintigste eeuw groot maakte. De zegelboom is een uitgestorven boomsoort, die in fossiele vorm, versteend, werd aangetroffen in mijngangen. Na de mijnsluitingen van zo’n halve eeuw geleden was vrijwel alles wat aan die tijd herinnerde in rap tempo verdwenen.

Heerlen probeert zich sinds de sluiting opnieuw uit te vinden. Kunst hoort daarbij. De gemeente overweegt zelfs om zich kandidaat te stellen voor Culturele Hoofdstad van Europa 2033.

Bankjes

Lemmen ontwierp zijn liggende boom zo dat bezoekers van het centrum van Heerlen er aan de zijkanten tegenaan konden zitten. „Dat idee werd al kort na de onthulling doorkruist door bankjes die de gemeente er omheen plaatste”, vertelt hij.

Maar de echte aantasting van zijn oorspronkelijke idee kwam volgens hem met de plannen voor herinrichting van de Promenade, waarbij de architect de zegelboom als een brug over een aan te leggen wadi (droge greppel) heen legde. Met houten vlonders aan weerszijden, zodat mensen van de ene naar de andere kant kunnen lopen.

„Ik dacht eerst dat het een grap was”, zegt Lemmen. „Kunst heeft een context. Als ik op het portret van de koning in de Heerlense raadszaal een rode stip op zijn neus zet, wordt het iets heel anders. En dat is maar een kleine ingreep.”

Lemmen probeerde de gemeente duidelijk te maken dat de boom niet voor niets over de lengte van de Promenade lag en verbinding met de ondergrond behoefde. „Daarop volgde een aangepast ontwerp met een dammetje in de wadi waar de boom op kon liggen. Dan was de boom toch geaard. Er kwam ook een voorstel om het kunstwerk grotendeels te begraven, waarbij alleen het bovenste deel van de liggende stam boven de grond uit zou steken.”

Tot slot kreeg Lemmen nog het voorstel dat zijn kunstwerk tijdelijk kon worden opgeslagen bij een aannemer tot een andere geschikte plek zou zijn gevonden. „Dat nooit, dacht ik. Want het leek me de beste garantie om de boom nooit meer terug te zien.”

Carnaval

Uiteindelijk ging Lemmen „na veel stress en slapeloosheid” akkoord met de geaarde boom dwars over de wadi. „Met flinke tegenzin. Het gebrek aan gevoel voor mijn beeld bleek ook uit de geplande plaats voor een door de aannemer te schenken kunstwerk, gewijd aan carnaval, op een meter of vijftien afstand.”

Dat de Zegelboom nu is gestolen maakt wethouder Jordy Clemens (SP, Cultuur en Centrumontwikkeling) „boos en verdrietig”. Dat bij de voorbereiding van de herinrichting van de Promenade zaken anders hadden gekund, bestrijdt hij. „Het was een zorgvuldig proces, waarbij ook geregeld met de kunstenaar is gesproken. Maar het gebied in kwestie is versteend en kampt met leegstand. Dat willen we vergroenen. Dan kun je het niet iedereen honderd procent naar de zin maken.”

Van een herschepping van de Zegelboom is inmiddels geen sprake meer. Clemens wil na de diefstal „een verwijzing naar de Zegelboom met het bijbehorende verhaal. En elders op de vernieuwde Promenade streven we naar een ander kunstwerk met een behoorlijke impact.” Of bij dat alles ook de maker van de boom een rol krijgt, is nu nog niet duidelijk.

Als Lemmen wordt gevraagd voor een nieuw kunstwerk, heeft hij wel ideeën. „Wat mij betreft moet je kunnen zien dat er iets gebeurd is met de zegelboom. Een boom in mootjes verspreid over de hele aan te leggen groenstrook zou kunnen. Of alleen de resterende sokkels als aandenken aan wat ooit was, waar jonge kunstenaars dan om de zoveel tijd iets voor mogen bedenken. Of juist een kunstwerk dat zich opricht naar de hemel, omdat de echte mijnwerkers van weleer langzamerhand uitsterven.”

Leeslijst