De geest heeft bezit van ons genomen, er is geen weg meer terug

Sarah’s leven Elke week schrijft Sarah Sluimer over wat ze meemaakt.

Sarah's leven

Het is zondagavond. Het slaapzand is gestrooid, de dromentrein heeft haar drie passagiers afgezet aan de limonaderivier onder de suikerspinboom. Het laatste liedje voor de nacht is gezongen. Het was een goede dag, denk ik tevreden. De lichten gaan uit, fantoomstemmetjes echoën nog in mijn hoofd, maar mijn gedachten beginnen zich al van de kinderen weg te raken. Vaas met dode bloemen, ongeopend pakketje, Kendall Roy uit de tv-serie Succession.

Dan rommelt er iets in me, zachtjes, ik kan het makkelijk negeren. Ik loop naar de keuken om thee te zetten. Boven het geluid van de waterkoker hoor ik gepiep. Ik ga de trap op, zie rode wangen, ogen die glanzend in de verte staren. Een droog, heet voorhoofd. Ik aai over zijn smalle schouders en hij gaat mompelend weer liggen. Van beneden hoor ik een mannenhoest en precies op hetzelfde moment verontwaardigd gebabbel uit de babykamer. Ik kijk om de hoek, ze ligt op haar buik, het bolle hoofd fier geheven, de mond open, gezwollen tandvlees waar twee blikkerend witte puntjes uit steken. Ik leg haar op haar rug, geef haar een speen, ze spuugt ’m verontwaardigd uit. Dan snelle voetstapjes door de gang richting de badkamer. „Ik heb buikpijn”, hoor ik zachtjes. Hij zit voorovergebogen op de wc, bungelende beentjes, mond vertrokken, haren fluizig recht omhoog.

Mijn maag knijpt. Alle drie zijn ze nu wakker, kreunend, zuchtend, vragend om hun ouders. Ik kijk door het badkamerraam, de wereld buiten is blauw, ‘the opposite of the dying of brightness, but also it’s warning’, denk ik warm en vaag.

En ik weet: het wordt zo’n nacht. De geest heeft bezit van ons genomen, er is geen weg meer terug, nu gaan we met z’n allen tot op de bodem van de put.

Twee uur later lig ik in bed met een doodstil, zinderend kinderlijf naast me. In de verte huilt baby Cléo, maar ik kan niets doen omdat de misselijkheid tot achter mijn oogballen golft. Willem loopt heen en weer tussen haar kamer en die van Kaas, die af en toe krijsend wakker wordt. Ik zak weg. Denzel Washington staart me aan en fluistert: „The devil comes for you at your highest moment.”

Verzet is een luxe voor mensen die niet voor anderen hoeven te zorgen

Ik schrik wakker, zie door het raam van de slaapkamerdeur dat er beneden licht brandt. Ik hoor een opgetogen ‘DADADA’ uit de woonkamer komen. Ik kijk op mijn telefoon. Willem heeft een foto van een breed lachende Cléo gestuurd. ‘Ze wil niet slapen, ik ga haar even resetten.’

Het is vier uur ’s ochtends. De tegels van de badkamer zijn koud, ik heb een emmer. Ik haat het zo, al weet ik dat er niets anders op zit dan volledige overgave, dan is het ’t snelst voorbij. Verzet is een luxe voor mensen die niet voor anderen hoeven te zorgen.

Ik kruip weer naast Ezra. Ik kijk naar zijn profiel. Hij lijkt op Sneeuwwitje met die roze konen, smetteloze huid en stille zwarte wimpers die tot op zijn wang komen.

Dan doet hij z’n ogen open, draait zich naar me toe, kijkt dwars door me heen en zegt ijskoud: „Mama, ik probeer je leven te redden.”

Even later is het, voor het eerst deze nacht, helemaal stil. De baby en Willem zijn beneden in slaap gevallen. Kaas heeft de strijd opgegeven. Ezra ademt kalm in en uit. Mijn ogen vallen dicht en gaan weer open. Door een kier in de gordijnen laat de witgele ochtendzon een streep vallen op de dekens. Een vogel zingt in de tuin.

De kinderen zijn klaar voor de dag, ze willen brood en bananen en melk. Hun stemmen klinken hoog en vrolijk. Grauw van moeheid kijken Willem en ik elkaar aan.

The devil comes for you at your highest moment.

Of een collectieve buikgriep in een gezin dat leeft van drama. Nog erger.

Lees verder…….