Column | Slecht fietsende vrouwen

Marcel van Roosmalen

Ik werd bij het Kruidvat gewaarschuwd voor een groep slecht fietsende vrouwen. Een bende. Ze zouden zich voordoen als vluchtelingen die fietsles hebben, maar in werkelijkheid waren het spionnen voor inbrekers. „Ze stappen de hele tijd af, zogenaamd omdat ze niet kunnen fietsen, maar dan inspecteren ze je erf en je woning. Ze bekijken je inboedel en checken de sloten.”

„En dan?” vroeg ik naar de bekende weg.

„En dan komen later hun mannen en die breken in.”

Later werd ik in de supermarkt en bij de apotheek ook gewaarschuwd voor slecht fietsende vrouwen.

Toen ik koffie ging drinken in het huiskamerrestaurant begon ik er zelf over. Hadden ze al slecht fietsende vrouwen gezien? Vrouwen die door ramen gluren en die als je ze aanspreekt zeggen dat ze vluchtelingen zijn die fietsles hebben?

Bij de snackbar bij de rotonde was een vrouw die een groep slecht fietsende vrouwen had aangesproken bij een stoplicht. Wat waren ze van plan?

Maar dat waren gewone slecht fietsende vrouwen, er was ook een begeleider bij.

Toen ik na een paar dagen nog geen slecht fietsende vrouwen had gezien, kreeg het verhaal een staart. Er fietsten nog wel verdachte vrouwen rond, maar ze presenteerden zich nu ook als moeders die hun kinderen zochten. Dat konden dus ook spionnen voor inbrekersbendes zijn.

Dit vergrootte de groep verdachte personen. Zeker voor ons, wij wonen naast een schoolplein waar de hele dag vrouwen vanaf hun fiets naar kinderen zoeken. Weer later hoorde ik dat de spionnen voor inbrekersbendes ook zonder fiets opereerden en ook dat de inbrekers zelf, dus zonder vrouwen, op verkenningstocht gingen. Er waren ook inbrekers die zich voordeden als klusjesmannen.

De conclusie was dat de inbrekers ons behoorlijk veel zand in de ogen aan het strooien waren. Het kon niet lang meer duren of de gemeente zou de verlichte borden ‘pas op inbrekers!’ weer naast de invalswegen moeten plaatsen. Een soort vogelverschrikkers, maar dan voor inbrekers. Ze konden dan in ieder geval zelf lezen dat ze in de gaten lopen.

Een geruststellend gevoel, iedere winter weer.

Aan een moeder die lampionstokjes voor Sint-Maarten kwam brengen, vroeg ik waarom inbrekers toch altijd in het najaar en de winter naar het dorp komen.

Ze antwoordde: „Ik denk omdat ze ’s zomers op vakantie zijn, net als iedereen.”

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….