Column | De droom van een beetje compassie: het is verspilde tijd

Sarah's leven

‘It takes a village to raise a child.’ Het is het mantra van de huidige generatie jonge ouders. Het is het geprevelde verlangen, of de verzuchting vol spijt. Konden we maar een derde ouder in huis nemen of desnoods een commune oprichten waar we misschien veel naakt moeten zijn, maar waar er ook voor je gekookt wordt. Dan zou het allemaal stukken draaglijker zijn, die combinatie van kinderen en werk.

Toen wij ons eerste kind kregen, hebben we vier naasten aangewezen als peetouders. Bij de tweede weer vier, en bij de derde ook. Nu zijn onze vrienden op, dus is ons gezin af, maar de keuze om je geliefden een taak te geven in het leven van je kinderen had veel te maken met de angst door het gezinsleven te vereenzamen. Terwijl we vrienden officieel vroegen om er voor onze kinderen te zijn als die het even niet meer met ons kunnen vinden, smeekten we ze eigenlijk om bij ons in de buurt te blijven. Ook als we afspraken afzeggen, omdat we onze ogen op vrijdagavond niet meer open kunnen houden. Ook als we te veel babyfoto’s sturen en te weinig praten over Oekraïne.

Inmiddels is ons leven verplaatst naar suburbia, ver van onze oude kring. Onze buurman groet nooit en heeft een schijterig klein, uitgeprint vlaggetje ondersteboven op zijn deur geplakt. De ouders met jonge kinderen in de straat vechten ondertussen wanhopig om de schaarse gastouders in de wijk, liefst natuurlijk die gepensioneerde dame met de warme schoot en de voorleesstem. In werkelijkheid mogen ze blij zijn als ze hun kinderen twee dagen per week kwijt kunnen op een crèche die twintig minuten fietsen van hun huis is. En de bso kampt met een personeelstekort, waardoor het van tevoren niet te voorspellen is of een werkdag om kwart over drie al ten einde komt.

’s Ochtends zie ik al die Urban Arrows van huis vertrekken, met gehaaste vaders en moeders erop die stuurs voor zich uit kijken. Ik hoor over ouderapps, waar de sfeer niet heel solidair, maar eerder vormelijk en competitief is. Ik lees hoe de kinderloze Sander Schimmelpenninck genadeloos inbeukt op luie moedertjes die parttime werken, terwijl een groot deel van die vrouwen meer verlangt van het leven, maar simpelweg moegestreden is door de conservatieve nationale moederschapscultuur en het gebrek aan fatsoenlijke, breed inzetbare en goedkope opvang.

Ik zie hoe rommelig ik soms zelf aan het werk ben, ondertussen de nooit aflatende stroom regelarijtjes organiserend, terwijl Willem daar geen last van heeft. Ik maak daar ruzie over met hem, en ik weet inmiddels niet meer of van generatie op generatie overgehevelde rollenpatronen, die zich in alle subtiliteit toch steeds weer manifesteren, in mijn huwelijk nog doorbroken kunnen worden.

De peetouders zien we inmiddels met mazzel zo een keer in de drie maanden.

It takes a village to raise a child, maar de nuclear family is tot een eenzaam bastion verworden, waar mensen, vooral moeders, offers blijven brengen, terwijl hun van alle kanten wordt ingewreven dat ze falen.

En dat allemaal in tijden van omgekeerde vlaggetjes: een openbare uiting van wantrouwen en verwijdering. De droom van gemeenschapszin, een beetje compassie: het is verspilde tijd.

Dus dit is waar we staan: het kost de samenleving te vaak een vrouw om een kind op te voeden.

Lees verder…….