Bomen redden in ‘oorlogstijd’

Reportage

Boommens De komende weken praten Monique van Hoogstraten en met mensen voor wie bomen essentieel in hun leven of werk zijn. Deel 2: ecoloog Franke van der Laan. „Ik praat niet met bomen, ik wil bomen redden.”



Foto Merlijn Doomernik

Hij heeft grote handen. Hij draagt rubberen laarzen, een oude spijkerbroek en altijd, behalve als het echt warm is, een blauw fleecejack. Met zijn stationcar en aanhanger rijdt hij naar landgoederen en bossen, en een dag hard werken later ligt die wagen tjokvol boompjes die elders een nieuwe bestemming krijgen. Als het moet, gaat ecoloog Franke van der Laan (69) er bovenop staan, om alles samen te persen, zodat het net past.

„Acht dagen in de week, vierhonderd dagen per jaar”, is Franke van der Laan bezig. Vakantie, noemt hij het. Als hij met vrijwilligers werkt, is hij de aanjager die adviseert, instrueert en corrigeert. „Kijk, zo doe je dat”, en hij laat een gele schop onder een hoek van 45 graden de grond in gaan. En nog eens, en nog eens, in hoog tempo. „Zie je, zo komt hij los.” Even wrikken en hij heeft een esdoorn, meidoorn, eik of beuk met wortel en al in zijn handen.

Weer een boom die kan bijdragen aan wat hij „de zachte landing voor de mensheid” noemt. Met die ‘zachte landing’ bedoelt hij dat de mensheid grote ecologische rampen voorkomt, die onze leefwereld volgens hem ernstig bedreigen. „Stikstof, PFAS, klimaat, kernenergie, plastic soep, migratie, politieke instabiliteit, eh, drinkwatergebrek, hou maar op, er zijn wel dertig crises”, zegt hij tijdens een gesprek op Meermond, een speelbos in Heemstede. En dus heeft hij geen tijd te verliezen, merk je aan alles. Liever krijgt hij geen vragen, dat houdt maar op. Hij vertelt wel hoe het in elkaar zit. Zijn motto: kom uit je luie stoel en doe er wat aan.

Patatfabrieken

Op zijn veertiende zat hij bij „een beetje anarchistische natuurstudieclub” van christelijke origine. Hij ging biologie studeren, maar turen naar cellen vond hij niets. Hij wilde iets groters. In de laatste fase van zijn studie richtte hij zich daarom op het gebruik van satellieten voor ecologische informatie. Hij werkte in Mozambique, daarna bij de Verenigde Naties. Later kwam Van der Laan bij een Amerikaanse ict-multinational terecht, hij reorganiseerde zelfs patatfabrieken („die zijn zeer vervuilend”) om ze duurzamer te maken.

„Overal heb ik top-down en op grote schaal geprobeerd om de wereld te verbeteren.” Maar steeds, zegt hij, liep hij tegen het kortetermijndenken aan, financiële belangen, juridisch geneuzel. „Iedereen is bezig met zijn eigenbelang, we kijken naar geld en intussen gaan we naar de klote met z’n allen.”

Zo’n vijftien jaar geleden vond hij het tijd het andersom te proberen: bottom-up. Hij was al vrijwilliger bij een heemtuin in Hoofddorp, werd beheerder en richtte zijn eigen stichting op: Meergroen. „Meer staat voor ‘maatschappelijke, ecologische, educatieve, economische en recreatieve meerwaarden’.” Nu beheert hij in en om Hoofddorp zo’n zestig projecten met zeventig vrijwilligers.

Foto Merlijn Doomernik

Meermond, een van die projecten, was een verwaarloosd terrein op een oude vuilnisbelt dat hij met een trouwe schare vrijwilligers onder handen nam. Nu zijn er bloemenweides, fruitbomen, wordt het riet teruggedrongen. „We hebben hier vijf soorten wilgen staan”, zegt hij tijdens een rondwandeling. „Dit is de katwilg, dat de treurwilg. Je hoeft maar een tak in de grond te steken en je hebt een nieuwe. En dan hebben we de grijze wilg, de geoorde wilg, en oh ja, de boswilg, die kun je ook zo stekken.”

De favoriet: de vuilboom

De boom die hij ons in het bijzonder wil laten zien is een sequoia, die hij zelf heeft geplant. „Hier kunnen we over vijfhonderd jaar kijken of het gelukt is om al die crises de kop in te drukken.” De sequoia is een van zijn lievelingsbomen, omdat die zo groot en oud kan worden en dus enorm veel fijnstof en CO2 vastlegt. De andere lieveling is de vuilboom, een tamelijk bescheiden soort, maar die is uitstekend voor de biodiversiteit. De bloemen ervan trekken insecten aan, vogels houden van de bessen. Veel emotie voelt hij bij zijn lievelingsbomen niet. „Ik ga niet met bomen praten, ben ook niet religieus. Ja, ik wil alle bomen redden. Voor het klimaat en de biodiversiteit, dat is heel pragmatisch.”

Steeds is hij bezig om letterlijk meer groen te maken. Daartoe struint hij de bossen af om zaailingen uit de grond te trekken, al die miniboompjes die het daar toch niet gaan redden. Hij besloot ze gratis te geven aan de inwoners van Hoofddorp, waar de versteende voortuintjes hem ergerden. „Dat woordje ‘gratis’ in de regionale kranten leverde 1.800 bezoekers op, zes weken lang werden we platgelopen door mensen die een gratis boompje wilden ophalen om thuis te planten. Het jaar erop werd het meer, het jaar erop stonden er files tot in de verre omtrek.” Is Hoofddorp nu minder versteend? Die vraag vindt Van der Laan getuigen van de argwaan en controledrang die de samenleving volgens hem zo kenmerken.

Hij wist milieuorganisatie Urgenda en boerenorganisatie Caring Farmers te interesseren voor zijn project en zo ontstond meerbomen.nu, dat landelijk actief is. In de wintermaanden oogsten vrijwilligers boompjes op verwilderde landgoederen, in door bramen en brandnetel overwoekerde natuurgebieden. Als er een beetje wordt doorgewerkt, en daar zorgt Van der Laan voor, kunnen een stuk of tien vrijwilligers op een dag 1.500 tot 2.000 boompjes oogsten. Op een website kunnen gegadigden zich opgeven. De boompjes gaan naar boeren, landgoederen, voedselbossen en particulieren. Zo zijn de afgelopen twee jaar 890.000 bomen geoogst en weggegeven om te planten.


Lees ook: Hier kun je zien wat stikstof doet. Over het Diemerbos, een nachtmerrie voor ecologen

Voor Van der Laan is het nog maar een begin. „Ik wil uitbreiden, altijd uitbreiden.” Na Hoofddorp en Nederland moet Europa in de ban komen van het planten van bomen. Hij heeft al eens met eurocommissaris Frans Timmermans gesproken, die de Green Deal beheert, het plan om Europa klimaatneutraal te maken. Van der Laan wil hem een subsidie van 5 miljard euro vragen, uit het klimaatfonds van 500 miljard euro. „Vinden jullie dat veel? Dat is maar 1 procent! Voor een waanzinnig goed plan om miljarden bomen te planten.”

Ook loopt hij rond met een plan („Maar ik heb er wel vijftig”) voor tegelbelasting. „Heel simpel: 20 procent van je tuin mag je betegelen, 30 procent kost 5 euro per vierkante meter, 100 procent kost 300 euro per vierkante meter.” Want, zegt hij, de mensheid is in oorlog met het ecosysteem. „We willen het niet zien, dus we moeten oorlogsrecht toepassen om te zorgen dat in het bewustzijn doordringt hoe ernstig het is.”

Maar eerst moet in speelbos Meermond het ‘heksenpad’ worden onderhouden, ziet Van der Laan. ‘Pas op, gevaar!’ staat er op een bordje. Hij gaat ons voor over glibberige stammetjes door drassig rietland. Iets verderop het bordje ‘Durf je nog?’ „Zo daag je die kinderen uit”, zegt Van der Laan. En dat is nodig want „de hele jeugd duikt weg in computerspelletjes omdat ze geen toekomst meer ziet”. Dat hij nu de enige is die hier tot zijn knieën in het water staat om het pad begaanbaar te houden, maakt hem niet uit. „In alles wat ik doe zit een uitdaging om boven jezelf uit te stijgen. Om het lef te hebben te zorgen dat de wereld voor je kinderen beter is dan die klotezooi die we nu achterlaten.”

Lees verder…….