‘Wim de Bie leek het wel lekker te vinden om in zijn personages soms helemaal los te gaan’

Herinneringen aan Wim de Bie Hij was zijn tijd vooruit met het dagelijkse ‘Bieslog’. Samen met Kees van Kooten veranderde hij de Nederlandse taal. En „met Zwerver Dirk ging Wim helemaal uit zijn comfortzone”.

Wim de Bie als Tedje van Es in de tijd van het Simplisties Verbond
Wim de Bie als Tedje van Es in de tijd van het Simplisties Verbond

Collega’s, opdrachtgevers en anderen vertellen over de maandag overleden Wim de Bie.

Revolutionair

In 2002, toen Wim de Bie was gestopt met televisie, deed hij iets wat revolutionair was. Hij stapte naar de VPRO en zei: ik ga iedere dag een weblog maken, herinnert GertJan Kuiper zich, die destijds bij VPRO Digitaal werkte en projectleider van het nieuwe initiatief zou worden.

„Revolutionair was niet dat hij iedere dag een berichtje schreef, maar dat hij ook video en audio maakte. Het Bieslog was voor die tijd een nieuwe vorm, hij bepaalde per keer het genre. Hij liet eens minutenlang de kwakende kikkers in zijn tuin horen. Maar hij kon er ook zijn maatschappelijk engagement, zijn interesse in cultuur en technologie in kwijt. Hij had volledige autonomie.

„Hij ging altijd op pad met een rugzakje, waar alles in zat wat wij tegenwoordig allemaal in onze telefoon hebben: een camera, audioapparatuur, een laptop. Daarmee is hij een keer bij buitenlandcorrespondenten langsgegaan, om hun te laten zien hoe je autonoom verslag kan doen in verschillende media.

„Hij heeft het zes jaar lang, iedere dag, volgehouden – nooit een dag overgeslagen. Hij had een heel trouwe schare kijkers/lezers/luisteraars. Hij was doordrongen van het belang iedere dag voor half negen een stukje online te hebben.

„In de toon was er een grote overlap met het televisiewerk dat hij met Kees van Kooten had gedaan. Maar zijn persoonlijke kant kon hij in het Bieslog meer ruimte geven, er zijn daardoor andere bloemetjes gaan bloeien. Hij deed het met veel plezier en was er supertrots op.”

Geilneef, positivo, oudere jongere

Taalkundige Ewoud Sanders schreef in het boek Jemig de Pemig! en elders over de invloed van Van Kooten en De Bie op de Nederlandse taal. „Geen enkel komisch duo heeft zo’n grote invloed gehad”, zegt hij. „Woorden en uitdrukkingen die zij bedachten, kwamen ongekend snel in de kranten en tijdschriften terecht, en uiteindelijk ook in de woordenboeken. Neem nu ‘doemdenken’, daar hadden we nog geen woord voor.

„Andere voorbeelden: oudere jongere, positivo, geilneef, regelneef, dameswensen, stoned als een garnaal, fysiek is altijd psychisch. Veel mensen weten niet eens meer dat die uitdrukkingen van Van Kooten en De Bie komen. Die invloed ligt in de eerste plaats aan de hoge kwaliteit van hun werk, maar ook aan het feit dat we in die tijd weinig visuele media hadden. Dus iedereen keek naar hun programma. En met ‘iedereen’ bedoel ik eigenlijk het linkse, intellectuele deel van de bevolking, niet toevallig vaak ook de mensen die de kranten en tijdschriften volschreven.”

Archetypes

„Als je zoals ik bent opgevoed met Van Kooten en De Bie dan weet je wat voor betekenis ze hadden”, zegt acteur Gijs Scholten van Aschat. „Zondagavond was Studio Sport en Van Kooten en De Bie. Ze hielden de samenleving een spiegel voor. Daar had je het de volgende dag dan over.

„Veel van hun personages waren heel raak en zijn iconische figuren geworden, archetypes: Dirk de Zwerver, met zijn biertje, Walter de Rochebrune in zijn tuinhuis, de leraar Duits…

„Als je de goede figuren hebt, de houding en de taal, dan ben je als acteur al een heel eind. Van Kooten was als acteur iets flexibeler, De Bie wat hoekig, maar dat werkte toch heel goed.

„Het knappe was de dialectiek, waarin ze hun eigen personages soms aanvielen: dan stond het Van Kooten-personage op de voorgrond iets te betogen, en dan riep De Bie als Dirk op de achtergrond erdoorheen: wat lul je nou? Zo brachten ze in één sketch voor en tegen in beeld, en namen ze tegelijk zichzelf op de hak.”

Willem-Alexander

Willem van Zeeland, hoofdredacteur van de VPRO: „Wim de Bie heeft ontzettend veel voor de omroep betekend. Van Kooten en De Bie waren in hun tijd veel groter dan de VPRO. Ze waren dan wel boegbeelden van progressief Nederland, maar hun publiek was veel groter en breder. Dat moest je gezien hebben, daar bleef je voor thuis. Willem-Alexander en zijn broers kenden hele sketches uit hun hoofd. Het was wel satire, maar het was lieve satire. Nooit beledigend of haatdragend. Daarom kon je ook best kijken als je het niet met ze eens was. Je kon ontzettend om ze lachen, maar hun programma’s hadden ook altijd een serieuze ondertoon, en die kwam vaak van Wim de Bie. Die kon zich ook oprecht kwaad maken op tv, over onrecht. Terwijl het daarbuiten zo’n zachtaardige man was.”

Standaard

Willemijn Veenhoven presenteert, samen met Dolf Jansen, het satirische programma Spijkers met koppen op NPO Radio 2: „Wij keken vroeger met het hele gezin naar Koot en Bie, dus ik ben wel een enorme fan, ja. Ze hebben in satire de standaard gezet waar eigenlijk niemand meer overheen is gekomen. Ik denk dat veel cabaretiers die bij Spijkers met koppen optreden door hen zijn geïnspireerd, hoewel ze vaak te jong zijn om het zelf nog meegemaakt te hebben.”

Weemoed

„Wim vond het moeilijk om grote groepen of vreemde mensen te ontmoeten”, zegt Coen Verbraak, die een driedelige documentaire over het oeuvre van Van Kooten en De Bie maakte (waarvan deze maandagavond een deel wordt uitgezonden om 22.20 uur op NPO2). „Het was een van de leukste dingen die ik in m’n leven gedaan heb.” In de typetjes van De Bie, zegt Verbraak, „voelde je de weemoed. Hij zette ze altijd met liefde neer, ook die leraar Duits die zo te keer ging, daar kreeg je toch mee te doen, zo’n eenzame man met z’n halfje bruin in z’n tas.”

Toen Van Kooten had besloten te stoppen, was dat moeilijk voor De Bie, zegt Verbraak. „Het was een soort huwelijk dat ophoudt, en dat gaat gepaard met rouw. Hij had het gevoel: niemand wil me nog.”

Dapper

Hans Maarten van den Brink was hoofdredacteur televisie toen de samenwerking in 1998 ten einde kwam. „Kees wilde zich ervan bevrijden. Wim was duidelijk ontdaan. Maar heel dapper legde hij plannen voor hoe hij alleen verder kon gaan. Maar het was een beetje met de moed der wanhoop, want ze waren echt een eenheid geweest. Wim was wat schuchter, maar hij leek het wel lekker te vinden om in zijn personages soms helemaal los te gaan.

„Wat ze maakten, was geweldig. Bij duo’s heb je meestal dat de één de aangever en de ander de afmaker is. Maar Kees en Wim waren gelijkwaardig.”

Op straat

Grimeur Arjen van der Grijn werkte 25 jaar met het duo samen. „De uitzendingen waren zondagavond. De donderdag ervoor belden ze steekwoorden door waar het over zou gaan en dan mocht ik de hoofden erbij verzinnen. Vrijdagmorgen gingen we dan voor de spiegel staan om te kijken hoe het eruitzag. Met Zwerver Dirk ging Wim helemaal uit zijn comfortzone. Ik zei: nu moet je je bovengebit eruit halen, dan krijg je een heel andere mond. We zeiden altijd over de personages: ze moeten er zo uitzien, dat je ze op straat kan tegenkomen.”

Mild

Radiopresentator Frits Spits presenteert De Taalstaat op NPO Radio 1: „Van Kooten en De Bie lieten een wereld zien waarvan je dacht: ja, zo kan het ook. Op een milde, aansprekende en geestige manier gaven ze een zeer herkenbaar beeld van onze samenleving. Ze konden verschrikkelijk goed naar ons kijken, je kon je echt herkennen in hun typetjes. Wim de Bie zei zelf dat Kees van Kooten leuker was, maar dat weet ik zo net niet; ze waren aan elkaar gewaagd. De Bie was vaak wat filosofischer. Hun taligheid was ongeëvenaard. En ze hebben hele goeie liedjes gemaakt. Ik raakte soms in ademnood als ik zat te kijken – zo goed kon het zijn.”

Lees verder…….