Wie wil er op Koningsdag bij het springkussen staan of snoep uitdelen?

Iemand gezocht die op Koningsdag „een steentje kan bijdragen aan een van de gezelligste dagen in Enter”. Een bijdrage aan „het leukste dorpsfeest” van Zevenhuizen. „Helpende handen” gezocht in Marken. „Creatieve talenten” in Den Hoorn. Iemand voor vier uur in Wijk aan Zee, „reageren mag vanaf 14 jaar”. „Dringend” mensen gezocht in Vierlingsbeek: „Vanwege de meivakantie zijn veel (vaste) vrijwilligers op vakantie.”

En in Didam, in Gelderland, wordt een „uitdrukkelijk beroep” gedaan op de inwoners: „Wanneer er geen vrijwilligers zijn die ons willen ondersteunen, is het mogelijk dat we dit jaar in het centrum geen activiteiten kunnen organiseren (dus ook geen straatmarkt voor kinderen).”

Met nog drie weken te gaan tot Koningsdag zit Pieter Jan van den Berg daar met de handen in het haar. Ideeën zijn er genoeg voor de 27ste: een springkussen en een touwbaan in het park. Op straat een vrijmarkt van „wel een kilometer lang”. En ’s avonds muziek op de terrassen op de kruising van de Wilhelminastraat en de Oranjestraat. Duizend tot vijftienhonderd Didammers komen er meestal op af, zegt hij.

Het bestuur van de Oranjevereniging, waarvan Van den Berg de voorzitter is, bestaat uit drie man – ooit waren het er zeven. „Maar je moet ook handjes hebben. Zonder verkeersregelaars geen vergunning van de gemeente. Er zijn EHBO’ers nodig, iemand die toezicht houdt bij het springkussen, iemand die het snoep uitdeelt.” Honderdtwintig zakjes chips en pakjes sap koopt hij ieder jaar: „Rond twaalf uur zijn die allemaal op.”

Zeven miljoen vrijwilligers

Nederland heeft 7 miljoen vrijwilligers. Zo’n 41 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder gaf in 2022 aan zich ten minste één keer vrijwillig te hebben ingezet, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. En tóch kampen organisaties als oranjeverenigingen met een tekort aan bestuursleden en handen.

Het vrijwilligerswerk is veranderd, zegt Lucas Meijs, hoogleraar strategische filantropie en vrijwilligerswerk aan de Erasmus Universiteit: „De energie spuit de grond uit, daar ligt het niet aan.” Die gaat wel naar het organiseren van activiteiten, maar minder naar de inzet voor een organisatie, signaleert hij. „Vergelijk het met zzp’ers die niet vast voor een bedrijf willen werken. Mensen denken: dit kan ik zelf wel. Heb je een atletiekvereniging nodig of spreek je met een aantal mensen af om te gaan hardlopen? Iemand bedenkt de route, een ander smeert de broodjes.”

Die flexibilisering ziet hoogleraar Meijs ook in tijd: het aantal uren dat mensen vrijwilligerswerk doen, is nauwelijks afgenomen. Maar die uren worden verdeeld over meerdere organisaties en onderwerpen, en liefst op eigen voorwaarden.

Lees ook Het verenigingsleven kalft af. James Kennedy betwijfelt of lossere verbanden beter zijn.

Oranjeverenigingen merken dat. In grotere gemeenten wordt Koningsdag soms georganiseerd door de gemeente zelf, of door een evenementenbureau. Soms door een ondernemersvereniging of door winkeliers, die er een braderie van maken. Maar in de meeste wijken en dorpen wordt Koningsdag georganiseerd door vrijwilligers die de dag voor de eigen inwoners organiseren.

Zo’n driehonderd oranjeverenigingen zijn aangesloten bij de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen, en die schat dat er nog duizend andere soorten groepen zijn die Koningsdag organiseren. „Het kan ook een appgroepje van buren of ijverige ouders zijn”, zegt voorzitter Pieter Verhoeve. Hij ziet dat er in het hele land vrijwilligers worden gezocht: „Mijn indruk is dat mensen bezig zijn met hun eigen leven.” Maar hij waarschuwt: „Voor je het weet raak je elkaar kwijt. Om dat te voorkomen, heb je publieke feesten en rituelen nodig. Het is toch heel bijzonder om met elkaar in de rij te staan voor een tompouce?” Hij wijst erop dat nog altijd veel mensen op Koningsdag „in de familiekleur lopen”, al zal „de Oranjeliefde van persoon tot persoon verschillen”.

Drone-aanval

Verhoeve, tevens burgemeester van Gouda, maakt zich wel zorgen. Hij signaleert dat mensen schrikken van de regeldruk. „Ze willen iets moois organiseren, maar moeten in de weer met de verzekering rond een springkussen. Moet je in een klein dorp wel net zo’n topzwaar veiligheidsplan hebben als in Amsterdam?” Hij hoorde van een Brabantse vereniging dat die een plan moest hebben voor het geval er een drone-aanval zou zijn.

Mensen in Herpt verkopen spullen voor hun eigen deur.
Foto Merlin Daleman

Naar aanleiding van een petitie van de Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) werd onderzoek gedaan naar die regeldruk: organisaties moeten aan zo’n 130 landelijke en Europese regels voldoen. Daarbovenop komen lokale regels, vergunningen en veiligheidsplannen. Directeur Joost van Alkemade begint over de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme: „Alle stichtingen en besturen met een bankrekening moeten zich registreren. Ook Oranjeverenigingen met een beperkt budget en verantwoordelijkheid. Hoe belachelijk over de top is dat?”

In Didam is Pieter Jan van den Berg al veertien jaar „meer dan een dag zoet met alle administratie, en ik was vroeger een man in uniform”. Hij werkte bij de marechaussee. „De burgemeester wil geen trammelant, dat snap ik. Ik begrijp ook dat de ambulance zijn weg moet kunnen vinden. Er zijn natuurlijk een paar ernstige incidenten geweest, zoals in Apeldoorn [toen op Koninginnedag 2009 Karst T. inreed op het publiek, met acht doden tot gevolg]. Dat de landelijke overheid zegt ‘goed naar evenementen te kijken’, is logisch. Alleen moeten vrijwilligers alle formulieren invullen.” Het is veel werk, zegt hij.

In Den Hoorn (Zuid-Holland) merkt Leslie van Leeuwen dat ook. Zij organiseert Koningsdag voor de eerste keer. Acht mensen zoekt ze: vier voor de rommelmarkt in de ochtend, vier voor het opblaaskussen, de foodtruck en het barretje in de middag. Daarvoor moet ze „een heel veiligheidsplan indienen”, zegt ze. „Ik dacht dat ik alleen iets hoefde aan te vragen.” Als het plan wordt afgekeurd door de gemeente „houdt het voor mij op”.

Foto Merlin Daleman

Een veiligheidsplan moet bijvoorbeeld een ontruimingsscenario bevatten, en beschrijven wat de organisatie doet bij noodweer, brand of een bommelding. Of als het opeens heel druk wordt.

In Wijk en Aalburg (Noord-Brabant) heeft Miranda de Waal ook getwijfeld of zij doorgaat met organiseren. De Oranjevereniging ging daar negen jaar geleden ter ziele, zij en een aantal anderen vonden dat het feest bij het dorp hoorde, en richtten Koningsdag op z’n Wèks op. „De spirit kwam snel terug. Dat gevoel om met elkaar iets te doen. Er zijn ook mensen die zeggen: ‘Ik heb niks met de koning’ en toch komen voor de gezelligheid.”

Ook zij zegt veel tijd kwijt te zijn aan regelgeving. „Tot vorig jaar konden we meeliften op de aansprakelijkheidsverzekering van de gemeente, nu moeten we als bestuur zelf een verzekering afsluiten.” Dat kost 550 euro voor de dag. „Als we sponsors vinden, dan heb ik liever een springkussen erbij. Dan geef je het geld uit aan iets tastbaars.” Koningsdag begint in Wijk met ontbijt in het bejaardentehuis voor 150 dorpelingen, dan een aubade, een ‘bombarie-optocht’ met versierde fietsen, een toast met oranjebitter en limonade, en een fiets- en autopuzzeltocht.

Vuur en alcohol

„De overheid wil gezonde, levendige buurten waar mensen naar elkaar omkijken. Als het moeilijker wordt iets te organiseren, weet je zeker dat alleen wijken waar mensen de weg naar het loket kennen nog iets doen”, zegt Mark Molenaar van de NOV.

„Je kan nooit alles 100 procent indekken. Ik snap best dat een activiteit met vuur en alcohol vraagt om een veiligheidsplan. Maar een organisatie die ieder jaar een optocht houdt met de harmonie waarbij er steeds 250 meter over het zelfde stukje openbare weg wordt gelopen?”

Gemeenten zouden moeten meewerken, zegt Molenaar. „Stel niet alleen maar eisen, maar ondersteun de bewoners. Een bewoner steekt zijn enthousiasme in zo’n dag, hij is geen veiligheidsexpert.”

Stel niet alleen maar eisen, maar ondersteun bewonersMark Molenaar Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk

Regelzucht is slechts een van de redenen waarom vrijwilligers afhaken, ziet David Wijnperle, die met zijn bedrijf Doeldenken vrijwilligersorganisaties traint en adviseert. Hij heeft het over „cirkels van betrokkenheid”: een kern met veel tijd die bestuurlijk actief is, daaromheen een vaste ploeg die af en toe komt helpen, en daaromheen een zwerm die „rondom een thema opstijgen”. Als een organisatie niet lekker loopt, blijft de kern van goed invoerde bestuursleden over, zegt hij. Die kan het dan moeilijk vinden om los te laten: „Je krijgt sneller opmerkingen als ‘Als Jaap het doet dan gaat het slordiger, laten we het zelf maar doen’.”

Energie is er

De energie is er, merkt Wijnperle, en de instroom van vrijwilligers ook. „Maar je moet mensen behouden. Als iemand uit de zwerm een leuke dag heeft gehad, dan wil hij misschien ook regelmatiger meedoen, en uiteindelijk wel in het bestuur.”

En als er helemaal niemand wordt gevonden? Hoogleraar Meijs ziet weleens wanhopige oproepen voor evenementen. „Óf mensen komen dan in actie, of niet. Dan moet je je afvragen wat de legitimiteit van dat evenement nog is. Kennelijk is er dan geen behoefte.”

Lees ook Zo verkoop je vlot op de vrijmarkt en andere tips voor Koningsdag

Zo verkoop je vlot op de vrijmarkt en andere tips voor Koningsdag

De Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen ziet dat waar Koningsdag bij gebrek aan vrijwilligers niet doorgaat, het jaar daarop een nieuwe ploeg vrijwilligers aantreedt. Zoals in Medemblik (Noord-Holland), waar na een jaar afwezigheid in 2023 wel weer een straatmarkt was. Of in Genemuiden (Overijssel), waar in 2019 de viering van Koningsdag dreigde te verdwijnen. Dat wilde inwoner Arno Withaar niet laten gebeuren: „Ik had jonge kinderen en het zou zo jammer zijn als er geen optocht zou zijn.” Tien scholen in Genemuiden doen aan die optocht mee met versierde wagens, een jury kiest de beste. Verder zijn er een aubade en spelletjes. De avond voor Koningsdag een feest in een tent. Dit jaar is er vanwege de meivakantie, ook de hele week wat in die tent te doen.

Op zijn beurt vroeg Withaar Janneke Kranenburg – hun kinderen zaten bij elkaar in de klas – om mee te helpen met Koningsdag en zij vroeg weer anderen. „Op de man af. Een advertentie in de krant werkt niet, je moet het zo laagdrempelig mogelijk houden”, zegt zij. Ze vragen mensen voor „een uurtje, een kwartiertje”, niet meteen een hele dag of in het bestuur. „Je moet niet alle taken in één keer droppen”, zegt Kranenburg. En sociale media werken: de like-en-win-actie – voor een toegangskaart voor het feest – doet wonderen in Genemuiden, vertellen ze. Dit jaar melden zich daardoor al veel jongeren.