Wees open, maar niet te open – en nog vier tips tegen angst op je werk

Angst op de werkvloer Overspannen verwachtingen, boze klanten, hoge werkdruk – stress en angst bij werknemers heeft vele oorzaken. Psycholoog Jolein de Rooij sprak veertig ervaringsdeskundigen, en tekende hun conclusies op.



Foto Getty Images/bewerking NRC

Bang voor de baas, bang om te falen, bang om jezelf te zijn: veel werknemers worden op enig moment gehinderd door angst. Hoe ga je daarmee om? Voor het boek Nooit meer bang op je werk verzamelde psycholoog en journalist Jolein de Rooij veertig persoonlijke verhalen en vroeg ze deskundigen om oplossingen. Aan de hand van verhalen uit het boek deelt ze de belangrijkste lessen: „Iedereen lijkt het zo goed voor elkaar te hebben, maar we houden ons groot.”

1 Het lichaam weet vaak meer dan de geest

Natuurlijk, de angstige werknemers die hun ervaringen delen in het boek van De Rooij, hebben in de eerste plaats mentale klachten. Toch storten ze uiteindelijk vaak fysiek in, vertelt ze. „Een krampachtige houding, onregelmatige ademhaling, hoofdpijn, vermoeidheid: het lichaam geeft waarschuwingen af als het mis is op je werk. Sommige mensen raken gewend aan de stress, of negeren de signalen, al dan niet bewust.”

In een van de meer schrijnende getuigenissen uit het boek vertelt een vrouwelijke onderzoeker aan een universiteit dat ze „hondsmoe” werd als gevolg van seksuele intimidatie door een hoogleraar. Lang negeerde ze zijn wangedrag, en probeerde ze zich te concentreren op haar onderzoek. Dat werd onmogelijk toen de man, haar begeleider, openlijk begon te twijfelen aan de kwaliteit van haar werk. Toen ze de situatie aankaartte, werd alles erger. Zo vroeg de onderzoeksdirecteur of zij die hoogleraar niet zelf stiekem leuk vond. De Rooij: „De vrouw wilde koste wat kost haar contract uitdienen, en begon pepmiddelen te slikken tegen de vermoeidheid.”

Een net beëdigd advocaat kreeg hartkloppingen op haar werk door de werkdruk. Ze was bang ervaren collega’s teleur te stellen en durfde geen nieuwe zaken te weigeren. Bovendien was ze als de dood een zaak te verliezen, want voor haar opgefokte cliënten stond veel op het spel. Aan het eind van de dag voelde het alsof ze „een marathon gelopen had”. Ze was 23.

„Veel mensen gaan dapper door met hun verplichtingen”, constateert de auteur. „Ons lichaam kan zich steeds aanpassen aan een verhoogd stressniveau, bijvoorbeeld door meer cortisol aan te maken. Pijn en stress worden onderdrukt. Maar als je dit soort signalen niet serieus neemt, kun je later plotseling instorten.”

2 Kijk naar je arbeidsomstandigheden voor je jezelf verwijten maakt

Wie gehinderd wordt door angst, kan de oorzaak bij zichzelf zoeken. Maar het boek leert dat de bron van angst en stress vaak bij de organisatie ligt. De Rooij: „Dan kun je beter je arbeidsomstandigheden veranderen – werkgever, functie, aantal uren – dan jezelf.”

Zo kan de taaklast te zwaar zijn, krijgen werknemers te weinig autonomie, spelen conflicten op de werkvloer of is er te weinig waardering. In andere gevallen handelt de organisatie onethisch, waardoor werknemers dingen moeten doen waar ze niet achter staan.

Een toegewijd dierenarts kwam in de verdrukking toen ze haar „kleine, gezellige praktijk” zag fuseren met een grote vestiging. Plots mocht een consult maar tien minuten duren, terwijl ze zo graag de tijd nam om de dieren, vaak angstig, op hun gemak te stellen. Haar ideeën om de praktijk te verbeteren, werden niet serieus genomen. Ze raakte overspannen, ging pas na een half jaar weer aan het werk – met minder uren.

Het komt ook voor dat de werkgever zijn medewerkers onvoldoende beschermt, volgens De Rooij. Merel, gemeentelijk klachtenmedewerker, vertelde hoe boze burgers via de telefoon regelmatig tegen haar tekeergingen: „Trut, jij snapt het gewoon niet, hè, met je ambtenarensalaris.”

De Rooij: „Volgens conflict- en agressie-expert Caroline Koetsenruijter, voorheen onderzoeker aan de Universiteit Leiden, krijgen dit soort medewerkers te weinig ondersteuning. Negentig procent van de conflicten gaat niet over de inhoud, maar wordt veroorzaakt door gevoelens van onrecht, onzekerheid en afhankelijkheid. Als je werkgever je daar niet op voorbereidt, weet je niet of je zo’n beller moet kalmeren of harde grenzen moet stellen.”

Na een training lukte het de klachtenmedewerker gefrustreerde bellers de wacht aan te zeggen: „Ik hoor dat u mij een trut noemt. Ik vind dat onprettig. Als u hiermee doorgaat, beëindig ik het gesprek.” Nu bonden de meeste bellers in, of maakten zelfs excuses.


Lees ook: Bang? Een boze baas is slechts een deel van het probleem

3 Verplaats je in de ander (en leer jezelf kennen)

Soms vloeit angst voort uit onbegrip. Zo werden cliënten van de jonge advocaat uit het boek soms woedend op haar, en vroegen zich hardop af aan wiens kant zij eigenlijk stond.

De advocaat onderschatte de emoties van die cliënten, overtuigd van hun eigen gelijk in de juridische kwestie. Toen ze de tijd begon te nemen voor intake-gesprekken, verbeterde haar situatie. De cliënten konden spuien, hun raadsvrouw beloofde zich tot het uiterste in te spannen, zónder garanties over de afloop te geven.

De Rooij: „Nu waren de cliënten haar dankbaar, ook als ze de zaak verloor. Ze beseften dat hun advocaat de schade in ieder geval had kunnen beperken.”

Andere keren komt angst voor de ander neer op een verschil in persoonlijkheden, blijkt uit het relaas van een introverte beleidsadviseur die bang was extravertere collega’s te treffen in de wandelgangen. Die stelden werkgerelateerde vragen waar ze onmiddellijk antwoord op wilden. En in vergaderingen had de vrouw geen weerwoord op hun kritisch commentaar, al had ze nog zo goed over haar adviezen nagedacht.

De Rooij: „Waar een meer introvert persoon eerst alle feiten en opties wil overwegen voor hij iets vindt, praat de meer extraverte werknemer terwijl hij denkt. Toen ze zich bewust werd van die dynamiek, kon de beleidsadviseur zich voorbereiden op de scenario’s waar ze zo bang voor was.”

Als we begrijpen hoe we ons tot anderen verhouden, zegt De Rooij, kunnen we iets aan onze situatie veranderen.

4 Wees open, maar niet te open

Bijna de helft van alle Nederlanders krijgt volgens het ministerie voor Volksgezondheid te maken met psychische klachten, zoals een angststoornis. Het collectieve bewustzijn over deze mentale lasten groeit. Maar wordt het ook makkelijker ervoor uit te komen op het werk? De Rooij vermoedt van wel: „Ik denk dat meer werkgevers er tegenwoordig over willen horen, en die openheid waarderen.”

Werknemer Martijn deelt hoe hij op zijn werk twintig jaar lang paniekaanvallen verborg. Hij verliet dan langzaam en zwijgend een vergadering. Achteraf loog hij dat hij naar de wc moest, dan vroeg niemand door. Later kwam hij wel openlijk voor zijn paniekaanvallen uit, en werd hij het aanspreekpunt voor collega’s met een psychische aandoening.

Voor het boek vroeg De Rooij hoogleraar psychologie aan Tilburg University Evelien Brouwers om advies. Die waarschuwt: vertel niet alles aan iedereen, en zeker niet tijdens een sollicitatiegesprek. Denk na over wat je wilt delen en met wie. De Rooij: „Openheid komt met risico’s, zoals stigma en discriminatie, maar wie niet zichzelf kan zijn op werk, bereikt nooit de top van zijn kunnen.”

5 Soms komt het niet (helemaal) goed

Dat mensen beter kunnen leren omgaan met angst, wil niet zeggen dat die helemaal verdwijnt, weet De Rooij. Zo interviewde ze een marketeer met smetvrees. Therapie en steun van lotgenoten brachten de smetvrees grotendeels onder controle, maar de angst – bij handenschudden, bij wc-bezoek – bleef. Tegelijk vroeg de vrouw zich af of ze niet meer carrière had kunnen maken.

„Soms komen de dingen niet goed, althans niet helemaal”, concludeert De Rooij nuchter. „Een transgender vrouw die ik interviewde, bleef bang voor de 10 procent van de mensheid die ‘vreemd gaat doen’ zodra ze ontdekken dat ze trans is.” De vrouw werd na een coming-out plotseling ontslagen. Nu werkt ze op een plek waar ze niemand heeft verteld over haar identiteit, en dat ook niet meer wil vertellen.

De Rooij: „Angst is menselijk, beschermt ons. Maar zeg niet dat angst op het werk je helpt, of dat je er beter door gaat presteren. Het is een teken dat je iets doet wat niet goed voor je is, of dat je in een omgeving werkt die niet goed voor je is. Ben je ergens bang voor, kijk er dan goed naar.”

Lees verder…….