Wat er zou gebeuren als Weezer (of Tom Petty) shoegaze zou maken

Een goed nummer maken, is eigenlijk hetzelfde als een stukje tikken: je hoeft alleen maar de akkoorden (of woorden) in de goede volgorde te zetten. En laat dat nu precies datgene zijn waarin Will Anderson uitblinkt. Het tweede album van zijn New Yorkse band Hotline TNT staat vol perfecte liedjes. Je moet alleen wel even door al het geruis en geraas heen luisteren.

Maar ook al zijn de twaalf tracks toegedekt met gruizige lagen distortion en dikke plakken galm, toch is Cartwheel waarschijnlijk de meest poppy shoegazeplaat aller tijden. Waar de schoenenstaarders van het eerste uur (My Bloody Valentine, Lush) luisteraars wilden bedwelmen door ellenlange composities houdt Hotline TNT het liever bij perfecte liefdesliedjes van twee tot hooguit vier minuten.

Wie goed luistert naar de ondoordringbare gitaarmuren van gewapend beton hoort verstopte melodieën, frivole gitaarlijnen en allerlei akoestische cadeautjes. Zo’n beetje alles lijkt te kunnen. ‘BMX’ begint met gitaren die klinken als lasergeweren uit oude sciencefictionseries maar groeit uit tot een slepende ballad waar Weezer jaloers op zou zijn. Halverwege ‘Spot Me 100’ beginnen zowaar elektronische breakbeats te ratelen. En de fonkelende afsluiter ‘Stump’ had net zo makkelijk kunnen zijn geschreven door The Byrds of Tom Petty.

Het razend knappe is: hoe extreem uiteenlopend Hotline TNT ook klinkt, toch behoudt de band een onvervalst eigen geluid. De grootste troef is de weemoedige keel waarmee Anderson alle radelozen in het universum moed weet in te zingen. Volgende keer beter, troost hij in ‘History Channel’: „There’s a lot in this song that’s not in my diary.”

https://www.youtube.com/watch?v=_ZFrPe4UcSg