In dansvoorstelling ‘Breathe’ zoekt de overprikkelde mens via de adem verstilling

Vrijheid, rust en verstilling vinden in jezelf is in de Indiase filosofie belangrijker dan het overwinnen van beperkingen buiten jezelf. Wat daarbij belangrijk is, weet elke hobby-yogi: de adem. Daarmee begint Breathe van choreografe Kalpana Raghuraman: de vijf dansers en de vier musici van het Matangi Quartet betreden kalm de vloer. In het rustgevende blauwe licht dat in smalle lijnen de grenzen van het speelvlak aangeeft, ademen ze in één gezamenlijke cadans, in en uit, terwijl ze hun lichaam zachtjes heen en weer laten wiegen, als wuivend riet.

Als de musici hun zetels hebben ingenomen, begint een krachtige ensembledans, met scherp gearticuleerde armbewegingen, gehoekt of strakke lijnen trekkend. In korte duetten trekken de dansers elkaar voort of uit balans, terwijl de anderen op de achtergrond toekijken. Weer samen synchroniseren ze hun lichamen weer, met een soort ‘pops’ in de tors die geleidelijk overgaan in rechtstandige sprongetjes en, uiteindelijk, een ritmische dans.

Indiase dans

In de felle voetritmes en exact geplaatste armbewegingen zijn duidelijk Raghuramans wortels in de Indiase dans te herkennen. Danser Sooraj Subramaniam deelt die achtergrond. Zijn prachtige precisie geeft zijn solo, begeleid door cellist Arno van der Vuurst, en zijn optreden binnen de groep een opvallende plaats. Maar ook in de solo’s van de andere vier zijn duidelijke verschillen aan te wijzen in de manier waarop zij naar hun innerlijke verstilling zoeken. Soms zijn de contouren zachter en krullend (Laila Gozzi), vloeiend dóórgaand (Riccardo Zandoná), driftig (Frederik Kaijser) of agressief en krachtig (Manouk Schrauwen).

De groepsdansen krijgen door korte kreten en zware ademstoten een martiaal karakter, waarbij de dansers lijken te lijden aan overprikkeling. Hectisch, staccato en kortaangebonden zijn de bewegingen. Ook de muziek ontwikkelt zich naar een crescendo, waarna de musici, als in Haydns Afscheidssymfonie, één voor één hun spel staken om zich bij de dansers te voegen. Ten slotte staan ze weer met elkaar op de vloer, in vredige rust samen ademend.

De verschillende delen zijn duidelijk gemarkeerd, met een verandering van licht (van blauw, naar roze of wit) en een nieuw deel van de muziek van componist Simone Giacomini. Afwisselend wordt die gecombineerd met vooraf opgenomen percussie. Hoewel sommige ensembledansen in hun eenvoud (het samen rechtstandig springen) mooi zijn en de solo’s boeiend, telt een en ander mede door die terugkerende cesuur niet echt op tot iets wat meer is dan een verzameling dansen rond het thema. Breathe heeft desondanks voldoende fraais te bieden, niet in de laatste plaats dankzij de bedachtzame sfeer die Giacomini speciaal voor deze voorstelling schiep, geïnspireerd op het minimalistische werk van Simeon ten Holt: repetitief, minimalistisch, melancholisch en ademend.

https://www.youtube.com/watch?v=D7Dh4hdgqm4