Column | Acteren is iets anders dan kopjes geven

Acteren is tijdelijk een ander zijn. Maar hoe ver reiken de mogelijkheden van dat ‘een ander zijn’? Eindeloos, zegt de theaterliefhebster die door de jaren heen mocht genieten van de vreemdste fratsen. Misschien toch niet, denkt diezelfde liefhebster, geconfronteerd met recente gevoeligheden en inzichten over inclusiviteit. Theatergroep De Warme Winkel attaqueert het dilemma proefondervindelijk in de voorstelling Freaky Friday Face Off.

Eerst speelt elk van de vier acteurs een variatie op zichzelf. Dan ‘worden’ ze elkaar. De witte homoseksueel wordt de Marokkaans-Nederlandse macho-hetero en omgekeerd. Kan dat? De vrouw wordt de dochter, gespeeld door de actrice Tessa Jonge Poerink. Door een stoornis is zij afwijkend van postuur. Kan dat?

Of moet je om een versie van iemand te acteren er net zo een zijn als die iemand? Ik vraag het me af. In een weergaloze rol riep David Bowie in zijn onderbroek de afzichtelijk mismaakte Elephant Man op. In de film Carol spelen Cate Blanchett en Rooney Mara lesbische minnaressen. Dat doen ze zo sterk dat hun persoonlijke seksuele voorkeur achter de einder verdwijnt.

Wine Dierickx, Tessa Jonge Poerink, Yassine Chigri en Florian Myjer als katten in ‘Freaky Friday Face Off’.
Foto Erik van Zuylen

Maar kan een witte acteur zonder ervaring met racisme Shakespeares Othello spelen? Vroeger gebeurde dat standaard, ik zag de Othello’s zwartgeschminkt en ongeschminkt en zelfs een keer wit geschminkt – sterk statement over het opjuinen van ‘De Moor’. Altijd waren ze wit, tot de zwarte acteur Werner Kolf Othello gestalte gaf, de uitsluiting en gaslighting die het stuk beweent, kwamen maximaal aan.

Ik zag hoe machtig het werkte, en dacht een ommekeer mee te maken: hiermee is Othello geblokkeerd voor witte acteurs. Inmiddels weet ik dat zo zeker niet meer. Ik zie hoe ‘kleurenblind’ casten de norm aan het worden is, en hoe bevrijdend dat werkt. En ik wil al helemaal niet net doen of al die witte Othello’s niet voldeden. Integendeel, de rol stuwde een stel prachtige acteurs naar grote hoogten.

Het klopt dat traditionele, weinig inclusieve normen de beroepskansen verkleinen van acteurs die daar niet aan voldoen. Daar moeten we vanaf. Maar liever dan mensen vastpinnen en uitsluiten denk ik de andere kant op. Iedereen kan alles spelen, zolang die zich maar tot het uiterste bekreunt om de magie van wat ‘theater’ heet. Tessa Jonge Poerink is, behalve geboren met die botaandoening, een goede actrice. Moet zij altijd samenvallen met dat uiterlijk of kan zij Henrik Ibsens Hedda Gabler spelen? Natuurlijk kan ze dat.

In Freaky Friday acteert ook een kat. Geen doorsnee dier, hij is een ster, zijn Instagram-account telt 113.000 volgers. Poerink en haar collega’s ‘worden’ die kat, kopjes gevend, blazend, klauwend. Gelijk oversteken. Zij speelden de kat, nu speelt de kat hen, in een eigen, drentelende, interpretatie. Hij lijkt niet erg, maar de acteurs waren net zo min geloofwaardig kats, dus dat zegt niks. Wat het wel zegt, is dat iemand acteren iets anders is dan iemand zijn. Acteren is de kunst.