In het vlotte ‘Mission Molière’ blijft onduidelijk wat de makers ons willen vertellen

Recensie Theater

Theater Met ‘Mission Molière’ katapulteert Het Zuidelijk Toneel Molières klassieker ‘De mensenhater’ richting de moderne tijd. Het levert vrolijk theater op, maar wat de makers over deze tijd willen zeggen, blijft onduidelijk.

Scène uit ‘Mission Molière’ van Het Zuidelijk Toneel. Met Joep van der Geest en Louis van der Waal als Alceste (liggend).
Scène uit ‘Mission Molière’ van Het Zuidelijk Toneel. Met Joep van der Geest en Louis van der Waal als Alceste (liggend). Foto Sofie Knijff

Al in de openingsscène moet de toeschouwer het ontgelden: „U bent erin geluisd”, bijt ras-cynicus Alceste het Tilburge premièrepubliek toe, dat wat hem betreft veel beter voor een veilige avond voor de tv had kunnen kiezen. „U heeft te weinig ruggengraat getoond.” Zijn trouwe vriend Philinte, die met zijn vastgetimmerde glimlach is „gedoemd tot onvoorwaardelijke liefde” (een prachtrol van Joep van der Geest), probeert Alceste intussen tevergeefs tot bedaren te brengen.

Met Mission Molière – vrij naar De mensenhater (1666) van de Franse komedieschrijver Molière – katapulteren regisseur Sarah Moeremans en auteur Joachim Robbrecht volgens beproefd recept een klassieker richting moderne tijd. Eerder deden ze dat met werk van Henrik Ibsen en met eeuwenoude legendes. Het levert vrolijk metatheater op, in een lachspiegelpaleis vol decadente kroonluchters en lampenkappen. De personages zijn zich bewust van het feit dat ze in een eeuwenoud stuk spelen, maar ze zijn niet in staat zich daaraan te ontworstelen.

Voor Alceste – die wars is van elke vorm van opzichtigheid, kunstmatigheid en theater – levert het veruit de meeste bezwaren op. Toneelspelen ziet hij als misschien wel de uiterste consequentie van opportunisme en bedrog: doen alsof je iemand anders bent, in het volle bewustzijn dat iedereen zich van die kunstmatigheid bewust is. Intussen, verzucht hij, wordt hij al ruim driehonderd jaar afgewezen door de vrouw die hij bemint. Naar het publiek sneert hij: „Leuk hè, om daar naar te kijken?”

Lees ook het interview met de makers: ‘Molière zal blij zijn met deze radicale bewerking’

Onverbloemde eerlijkheid

Niet alleen het publiek, iedereen wordt slachtoffer van Alcestes onverbloemde eerlijkheid – hijzelf incluis. Lekker pijnlijk – want herkenbaar in het ongemak – zijn de scènes met Oronte (Alicia Boedhoe), in deze hertaling een singer-songwriter die niet zozeer gespeend is van talent, maar helaas wel grossiert in middelmatigheid. Alcestes traan bij het aanhoren van een van haar duizend-uit-een-nummers, is er een van „ingehouden kots”, verklaart hij.

Alceste wordt geweldig gespeeld door Louis van der Waal: onuitstaanbaar maar toch heel knuffelbaar. Hij is verliefd op Célimène, die met stevig venijn wordt neergezet door Julia Ghysels en die polygamie tot levenskunst heeft verheven. Hilarisch is de running gag van Célimène, die steeds als ze het toneel verlaat als reden verkondigt dat ze een brief gaat schrijven. Alceste, met toenemende frustratie: „Je gaat gewoon af!”

Prachtig is ook Arsinoé, een aanvankelijk marginale rol („Ik was bijna geschrapt”, zegt Keja Klaasje Kwestro) die uitmondt in een kwetsbare handreiking naar deze tijd: „Adopteer me”, smeekt ze het publiek. Ze wacht bij de artiestenuitgang.

Beklijven

Genoeg te lachen dus in deze vlotte komedie, die toont dat Alceste het in deze moderne influencertijd zeker niet gemakkelijker heeft dan aan het Franse hof van de zeventiende eeuw: er is genoeg druk- en dikdoenerij om je van af te keren.

Desondanks wil de voorstelling niet erg beklijven. Misschien dat de vele fijne metagrapjes en het geëxalteerde spel het zicht ontnemen op de bedoelingen van de makers: duidelijk is dat Mission Molière– in navolging van de brontekst – ons iets wil zeggen over cynisme, hypocrisie, oprechtheid en gepastheid, maar wát precies?

https://www.youtube.com/watch?v=MG12SH5puFc

Lees verder…….