Vonkende drama-scènes in vergeten opera ‘Merope’

Recensie


Muziek

Opera De ZaterdagMatinee bracht de Nederlandse première van de barokopera ‘Merope’. Dirigent Andrea Marcon maakte theater van elke toonladder, mezzo Magdalena Kožená was het stralend middelpunt.

Mezzosopraan Magdalena Kožená (Merope)
Mezzosopraan Magdalena Kožená (Merope)

Foto Julia Wesley

De uitvoering stond eigenlijk al voor precies een jaar geleden gepland: de Nederlandse première van de barokopera Merope (1734) van Vivaldi’s tijdgenoot Geminiano Giacomelli in de operaserie van de ZaterdagMatinee.

Wie Merope wil beluisteren: raadpleeg radio 4. Een cd-opname bestaat niet. Merope ontleent zijn kruimeltje bekendheid aan twee nummers, pronkaria’s voor castraten Farinelli en Caffarelli. Prijsanekdote is die over de vogelachtig virtuoze aria ‘Quell’usignolo’ (de nachtegaal). Farinelli zong die naar verluidt een decenniumlang elke avond voor de Spaanse koning Filips V, om hem al kwinkelerend van zijn zwaarmoedigheid te verlossen. Het gegeven inspireerde zelfs een succesvol Broadway-toneelstuk.

Dirigent en barokspecalist Andrea Marcon leidde in Amsterdam al vele Vivaldi-opera’s. Met barokorkest La Cetra stookte hij ook Giacomelli op tot vonkende hoogte. Geen noot klonk slap, elk toonladdertje werd theater, elke drieklank bezat spanning. Toch bleef Merope in een kwartvol (vrijwel uitverkocht) Concertgebouw ondanks een plot vol intrige, wreedheid, wraak en misverstand geen drieënhalf uur spannend. Waren het de weinig uiteenlopende stemtypen (geen sopraan, geen bas)? De niet alle even opwindende aria’s („Jouw bevel ontsteekt in mij een grote plichtsgetrouwheid”)? Zekerheid: aan Marcon en zijn 23 musici lag het níét.

Stem-acrobatiek

Ook de cast was sterk, met ster-mezzo Magdalena Kožená (Merope) als stralend middelpunt. Interessant was het te beluisteren hoe ze zich verhield tot mede-mezzo’s Beth Taylor en Vasilisa Berzhanskaya, beiden óók excellente zangeressen. Maar Kožená ging dramatisch verder, nam meer risico en overwon door meer te beroeren. Tweede ster van de middag was countertenor Kangmin Justin Kim als verloren zoon Eptide. In zijn twee grote aria’s ‘Quell’usignolo’ en ‘Sposa, non mi conosci’ maakte hij met vocaal powerplay en coloraturen vol stem-acrobatiek voelbaar hoe stratosferisch de sterstatus van Farinelli moet zijn geweest.

Lees verder…….