Nederland: het land van de rampspoed

Opera Opera Spanga-productie voert langs 3,5 eeuw vaderlandse geschiedenis. Met composities van Lully via Beethoven en Stravinsky naar Jolivet.

Beeld uit ‘After the Flood’ van Opera Spanga.
Beeld uit ‘After the Flood’ van Opera Spanga.

Foto Dinand van der Wal

Driehonderdvijftig jaar geleden, het Rampjaar 1672. De Nederlandse Republiek werd van alle kanten aangevallen. Als we de boel onder water zetten, dan blijven de Fransen en Duitsers wel weg, was de gedachte. Niet voor niets heet de nieuwe muziektheaterproductie van Opera Spanga in het Friese Weststellingwerf After the flood.

Regisseur Corina van Eijk vroeg de Amerikaanse schrijver Jonathan Levi om het libretto. „De opera stevent af op een herkenbaar onheil”, zegt Van Eijk tijdens een repetitie in de koeienstal, de speellocatie. „In de laatste scène staat de wereld onder water. Ons land is getroffen door een milieuramp. Angst en tegenspoed beheersen nog altijd ons leven, toen en in 1672. Dreigende oorlog, virussen, de opwarming van de aarde die zorgt voor een stijging van de zeespiegel.” In samenwerking met muzikaal leider Tjalling Wijnstra ontstond het idee om After the flood te maken, een opera die bestaat uit zes mini-opera’s, gecomponeerd door studenten van conservatoria en componist Floris van Bergeijk, die vaker voor Opera Spanga schreef.

Omdat de opera begint bij schilder Jan Vermeer en eindigt in de toekomst, bedacht Levi bestaande composities te kiezen van vroeger tot nu, van Lully via Beethoven en Stravinsky naar Jolivet. „Op deze manier neemt de muziek het publiek mee in telkens een nieuwe wereld. Barokcomponist Lully representeert de Gouden Eeuw, Beethoven kleurt de scènes over de Kolonie van Weldadigheid en Stravinksy beluisteren we als Kamp Westerbork wordt verbeeld.”

Onheilszwanger

De opera voert ons langs drieëneenhalve eeuw vaderlandse geschiedenis met hoogte- en dieptepunten. De speelvloer is de stal. Decorstukken als potkachel, hutkoffer en houten meubilair roepen een sfeer van vroeger op. Videoprojecties nemen ons mee door 350 jaar schilderkunst. Het gewelddadige koloniale verleden in Zuid-Afrika en Nederlands-Indië krijgt een heftige uitbeelding. Nederland: land van rampspoed.

Dat onheilszwangere ervaren ook de zangers die allemaal dubbelrollen spelen. „Voor de personages draait alles om schoonheid, ondanks de verschrikkingen die ze meemaken”, zegt mezzo Klara Uleman. Zij speelt onder meer de rol van een bange vrouw die fout was in de oorlog. „Alles in mijn personage is beschadigd, ik droom soms van mijn rol. Ik ben kaalgeschoren door de Nederlanders en ben bang dat ze mijn huis komen opeisen.” Uleman durft nadrukkelijk niet mooi te zingen, eerder als Nina Hagen te krijsen. „Als je je gevoel voor schoonheid hebt verloren, is dat pas echt een ramp.”

Collega mezzo Itzel Medecigo, die vorig jaar een sensuele Carmen vertolkte, valt haar bij. Nu zingt ze onder meer Antje, de vrouw van een arme boer: „Ik zoek de schoonheid in het zingen zelf. We zijn geschoold in het zingen van Verdi, Puccini, zelfs Hindemith en Britten. Nu krijgen we gloednieuwe composities, van studenten nog. Dat geeft een heel andere ervaring. We moeten nieuwe kleuren en klanken leren.”

Beklemmend is de rol van sopraan Sabra el Bahri-Khatri als Judit, een Joodse, de enige overlevende van de familie, die terugkeert naar haar thuis op het platteland: „Judit wordt vernederd door de twee vrouwen die er nu wonen, dat is verschrikkelijk. In die scène is de opera keihard. De muziek is van de Russische componist Vlad Chleck: je voelt zijn radeloosheid en woede, door de oorlog die in Oekraïne woedt.”

Sinan Vural is naast bariton Sabra’s docent aan het conservatorium van Tilburg. „Ik speel in de laatste scène, het jaar 2072. Mijn rol is die van een gelovige man die hoopt op een mirakel. Maar de ijskappen zijn gesmolten. De flood is onvermijdelijk. Toch willen we allemaal overleven.”

After the flood door Opera Spanga, Rosa Ensemble en Noord Nederlands Orkest. Première 1/9. T/m 10/9. Lindedijk 11, Spanga. Inl: operaspanga.nl

Lees verder…….