Jonas Vingegaard – van een rustig, Deens rennertje tot een leider in de Tour de France

Profiel

Wielrennen Jonas Vingegaard (25) kan de eindzege in de Tour de France niet meer ontgaan. De Deen werd vroeger niet als groot wielertalent gezien. „Jonas had de wind vol in zijn gezicht.”

Geletruidrager Jonas Vingegaard donderdag tijdens de laatste bergrit.
Geletruidrager Jonas Vingegaard donderdag tijdens de laatste bergrit.

Foto Thibault Camus/AP

Als Jonas Vingegaard in de negende etappe de Tour de France op zijn kop heeft gezet en aan het uitfietsen is bij de finish, boven aan de Col du Granon, houdt hij met zijn rechterhand zijn telefoon bij zijn oor. Zijn helm is af, aan de andere kant van de lijn hoort hij de stem van zijn vrouw Trine. Zij kon de rit niet in Frankrijk volgen, maar nu de 25-jarige Deen de belangrijkste overwinning in zijn wielercarrière heeft geboekt, wil hij eerst haar spreken en de stem van zijn dochtertje Frida horen.

Zonder hen had hij dit allemaal niet kunnen doen, zegt Vingegaard als hij even later voor het eerst in de gele trui bij de pers verschijnt. Trine houdt hem ontspannen, zegt ploegleider Merijn Zeeman van Jumbo-Visma. Zij relativeert, want niet alles in het leven draait om fietsen, ook niet bij een wielerprof.

Ook als hij afgelopen donderdag op de Hautacam voor de tweede keer een etappe wint deze Tour, krijgt Vingegaard gauw zijn telefoon in handen gedrukt van de persman van zijn ploeg. Door op de laatste beklimming van deze Ronde van Frankrijk een minuut weg te rijden bij zijn grote concurrent Tadej Pogacar, kan de eindzege hem bij zijn tweede Tourdeelname nauwelijks nog ontgaan.

Tranen in Kopenhagen

Kopenhagen, drie weken geleden. Het volume van de Deense wielerfans in het Tivoli-park gaat omhoog als zijn naam wordt omgeroepen. Hun held, de man die vorig jaar verrassend tweede werd in de Tour, staat meters bij hen vandaan. Uit zijn ogen rollen tranen, maar eigenlijk wil hij lachen. Hij kan niet veel zeggen nu, maar elk woord dat uit zijn mond komt, ontvangt het publiek met gejuich.

Jonas Vingegaard groeit op in het noordwesten van Denemarken. In een landschap zonder enige hoogteverschillen, de wind heeft er vrij spel. Dat weet ieder lid van de Thy Cykle Ring in Thisted, de wielerclub waar hij zich als jonge tiener bij aansluit. Omdat de club geen jeugdteams heeft, fietst hij vaak met mannen die veel ouder zijn. Terwijl hij al het nadeel heeft dat hij kleiner is dan veel van zijn leeftijdgenoten. Hij wordt er harder door. Heeft hij een mindere dag op zijn racefiets, dan moet hij toch door.

„Jonas had de wind als tiener niet in zijn rug, maar vol in zijn gezicht”, zegt Ole Iversen, voorzitter van de Thy Cykle Ring. De eerste jaren wordt hij nog door zijn ouders naar de club gebracht. Als Vingegaard op een leeftijd komt dat hij zelf naar de training mag fietsen, valt hij op de terugweg een keer helemaal stil. Zijn vader moet hem langs de kant van de weg oppikken.

En toch, zien ze bij zijn wielerclub aan alles, houdt hij van fietsen. Vooral van wedstrijden. In de auto is hij met zijn vader Claus en moeder Karina tijdens het wielerseizoen bijna ieder weekend op pad. Het gezin trekt het hele land door. Honderd kilometer of het dubbele, de afstand maakt niet uit. Soms zijn ze wel vier uur onderweg naar een race. In de zomer gaat het gezin op vakantie naar de Franse Alpen, zodat jonge Jonas ook kan klimmen. „Zonder zijn ouders had hij dit nooit bereikt. Bij wielrennen heb je dat nodig”, zegt Iversen.

Geen prijzen

Om ook minder getalenteerde deelnemers te blijven motiveren, krijgen bij Deense jeugdwedstrijden veel deelnemers een prijs. „Als er dertig jongens en meiden meedoen, dan is er wel voor tien een beker na afloop”, aldus Iversen. Maar de prijzenkast van Vingegaard blijft tamelijk leeg, ondanks het grote aantal races dat hij rijdt. Hij is ook nog altijd een stuk kleiner dan zijn tegenstanders. Hij moet veel meer werk verzetten.

Op de wielerclub luistert hij vooral en kijkt hij goed naar wat de oudere en grotere jongens doen. Hij is rustig, ze horen hem niet vaak. „De kleine, stille jongen achter in de klas, dat was Jonas”, zegt Iversen.

Niemand ziet in hem dan een groot wielertalent, ook al gaat hij wel ieder jaar iets vooruit. De kilometers in zijn benen gaan langzaamaan tellen, zijn energie op de racefiets blijft goed. Dat valt ook Christian Andersen op, die in 2016 trainer is van het Deense continentale team Colo Quick-Cult.

Binnen zijn ploeg komt in dat jaar een plekje vrij, hij wil Vingegaard graag toevoegen aan het team. Vanwege zijn fietskwaliteiten, want een jongen van zijn lengte die kan meekomen in de sterke Deense wielercompetitie, moet een bepaald talent hebben. Maar ook zijn karakter speelt een rol, zegt Andersen. „Hij was zo’n rustige jongen en een echte teamspeler.”

Vingegaard rijdt nog maar een half jaar voor de ploeg als hij tijdens de Ronde van China voor het eerst zijn klimkwaliteiten toont. Het valt ook op dat hij goed overweg kan met zijn fiets. Het is het gevolg van de vele keren dat hij vanwege zijn lengte het juiste gat in het peloton moest induiken. Hij traint ook meer, maar zijn leven blijft grotendeels hetzelfde. Vingegaard werkt in een visfabriek in Hanstholm. ’s Ochtends vis snijden, ’s middags fietsen – hij vindt het prima.

Structuur in grote ronde

Zijn wielerprestaties verbeteren, Vingegaard doet het goed in wedstrijden voor renners jonger dan 23 jaar. Hij wint onder meer een etappe in de Tour de l’Avenir. Trainer Andersen heeft eind 2018 al geregeld contact met Grischa Niermann, ploegleider bij Jumbo-Visma. Dat team volgt al langer een andere jonge renner van Colo Quick-Cult. „Ik zei dat ze ook eens naar Jonas moesten kijken”, vertelt Andersen. Hij wijst Niermann op het record dat Vingegaard vestigde op de Coll de Rates, een onder wielrenners bekende Spaanse klim in de buurt van Valencia.

Andere WorldTour-ploegen tonen interesse, maar Vingegaard en Andersen zijn alleen bezig met Jumbo-Visma. Een gesprek met ploegleiders Zeeman en Niermann in Nederland volgt. „Alles klopte. Maar we hadden vooral het gevoel dat hij bij de ploeg heel goed behandeld zou worden. Precies wat hij nodig had”, zegt Andersen.

Bij Jumbo-Visma krijgt Vingegaard coach Tim Heemskerk toegewezen. Stap voor stap wordt er iets toegevoegd in zijn begeleiding, niet alles hoeft in een keer. Zijn wielerleven moet meer structuur krijgen, dat wil hij zelf ook. „Op dat vlak kon Jonas nog een hele hoop leren”, zegt algemeen directeur Richard Plugge.

Als Vingegaard in 2020 debuteert in de Ronde van Spanje, is ploegleider Zeeman nog niet helemaal tevreden met de manier waarop de Deen zijn zaken regelt. Hij is nog te veel onderweg, te druk met andere dingen. Maar de structuur van een grote ronde gaat hem helpen; iedere ochtend een massage, nog beter letten op zijn voeding.

Vingegaard rijdt in Spanje aardig mee in de etappes. Zeeman weet dan, zegt hij nu, dat zijn ploeg met de Deen goud in handen heeft. Zijn echte doorbraak volgt in de Coppa Bartali, een Italiaanse wielerronde, een jaar later. Daar is Vingegaard voor het eerst kopman, verder zijn er vooral renners uit de opleidingsploeg van Jumbo-Visma mee. Hij moet aangeven wat hij wil. Wil hij ooit een grote ronde kunnen winnen, dan moeten zijn leiderschapskwaliteiten worden ontwikkeld, weten ze bij Jumbo-Visma.

Vingegaard wint in Italië twee etappes en het algemeen klassement. Het is vooral een overwinning op zichzelf. „Hij liet daar zien dat hij ook met de druk kon omgaan. Toen wist ik dat hij een keer op het podium zou eindigen in een grote ronde”, zegt Andersen, die Vingegaard nog geregeld spreekt. De twee wonen in Denemarken op twintig kilometer van elkaar.

Tour-debuut als leermoment

In zijn eerste Tour, vorig jaar, is Vingegaard de ultieme meesterknecht van kopman Primoz Roglic. Is er iets met diens fiets, dan moet hij zijn exemplaar afgeven aan de Sloveen. Hij voelt zich er goed bij, het is voor hem een echt leermoment, laat hij dit jaar na afloop van etappes nog vaak weten. Als Roglic zwaar ten val komt – hij zal later uitstappen – is Vingegaard ineens de enige kopman van de ploeg. „Dat is misschien wel het beste wat kon gebeuren”, zegt Andersen. „Hij kon er niet eens nerveus van worden.”

Aan het eind van vorig seizoen wordt bekend dat hij in 2022 in de Tour de France kopman zal zijn. Naast Roglic. Vingegaard blijft zichzelf, maar gaat zich wel meer bemoeien met de teamtactiek, zegt zijn ploegmaat Nathan van Hooydonck. Hij weet precies wat hij wil. Maar wat Vingegaard vooral bezighoudt, is zijn team. Zoals hij zich in bij Colo Quick-Cult op zijn gemak voelde, heeft hij dat nu bij Jumbo-Visma ook. „Dan presteert hij op zijn best”, zegt Andersen.

Vingegaard weet de renners om hem heen ook nog altijd op waarde te schatten. Als hij in etappe achttien zijn gele trui opnieuw heeft weten te behouden, knuffelt hij eerst Wout van Aert, die hem op de Hautacam hielp Pogacar te lossen. De Belg heeft altijd tegen hem heeft gezegd dat hij zich meer mag uitspreken. Daarna gaat hij op zoek naar de Amerikaan Sepp Kuss, die ook belangrijk was in de laatste bergetappe van deze Tour.

Alleen had hij dit allemaal niet gekund, weet Vingegaard. In Parijs wachten zondag Trine en Frida.

Lees verder…….