Sibelius onder Rouvali: spanning en redding


Muziek van de Fin Sibelius horen we graag geleid door Finse dirigenten. Die schijnen dat Finsige ‘iets’, dat wij niet-Finnen niet vatten, in hun bloed te hebben. Iets met natuur, weidsheid, donkerte en depressief optimisme. Fijn dus dat Santtu-Matias Rouvali, graag geziene gast bij het Concertgebouworkest, met zijn Zweedse Göteborg Symfonieorkest de laatste jaren alle orkestwerken van Sibelius op cd zet. De Derde en de Vijfde klinken onder Rouvali actief en levend, met lekkere contrabaspartijen. Neem het hardrockerige begin alleen al. Bij Rouvali en Sibelius luister je naar een film: frivoliteit, statigheid, spanning, hoop, válse hoop, dreiging en redding vlechten door elkaar. De Derde is rechter voor zijn raap dan de Vijfde, die langzamer openbreekt maar wel weer tamelijk hilarisch eindigt; een prettige volgorde. Het snoepje, Sibelius’ symfonische gedicht Pohjola’s dochter, stijgt via een donker cello-fagotten-basklarinetbegin via een althobo op naar een gloedvolle vertroosting.

Lees verder…….