Schrijver Frank Nellen: ‘Een publiek literair figuur, ik weet niet of dat een jas is die me past en staat’

‘Nu moet ik oppassen”, begint Frank Nellen (1982), want hij vindt zijn werk als fiscaal jurist „heel leuk”. Máár – er komt een maar: „Het is heel zakelijk. In oneerbiedige termen gaat het om: een euro meer of minder afdragen aan de fiscus. Alles binnen de kaders van de wet, dus je dagen voltrekken zich binnen die afgebakende paden. Gaandeweg ging ik me realiseren: ik kan mezelf hierin niet helemaal kwijt. Ik miste iets van zingeving, iets wat mij warm kreeg.”

De uitweg was schrijven. „Ik heb het altijd leuk gevonden om met taal te spelen. Dat is trouwens ook het mooie aan mijn werk als jurist: je bent voortdurend met taal bezig.” Maar: zakelijke taal. In verzonnen verhalen kan de taal „speels, vrij en losbandig” zijn. En daar kan hij degene zijn die bepaalt wat er gebeurt.

Nellens tweede roman De onzichtbaren kreeg afgelopen najaar alom lovende recensies en werd door verschillende recensenten tot de beste van het jaar gerekend. Nellen schrijft over het Oekraïne van de jaren zeventig, tachtig, negentig, over de communistische heilstaat die teloorgaat, gesymboliseerd door de ramp met de kernreactor van Tsjernobyl, een scharnierpunt in de roman.

Toen ik ging schrijven had ik m’n schaapjes al op het droge: spaargeld, een burgerlijk bestaan

„Ja, ik zoek het buiten mezelf. Altijd al gedaan: ik heb verhalen geschreven over een militair in Srebrenica en een jongen in naoorlogs Duitsland die zijn moeder kwijtraakte. Mijn fantasie brengt me naar allerlei plekken, behalve naar mezelf. Want weet je wat het is: ik zit vooral hele dagen achter mijn pc, je zou me een klerk kunnen noemen. Wat zou ik daarmee moeten? Ik denk niet dat daar een mooi boek uit zou komen.”

‘Lezen, lezen, lezen’

Zijn schrijven begint met research, met „lezen, lezen, lezen, lezen”, van historische ooggetuigenverslagen tot „droge kost”. Door steeds meer feiten te kennen, kon hij steeds meer inkleuren van het Oekraïne onder Sovjetbewind. „Hoe meer je weet, van de machthebbers tot de mensen op de fabrieksvloer, hoe meer verbanden je gaat zien – en hoe meer je er ook bij gaat voelen.” Zijn personages belichamen het systeem: de antagonist Pavel is een slimme, zonderlinge jongen die uitgroeit tot fel communist, en later gedesillusioneerd activist die ageert tegen de Sovjet-machthebbers die de ideologie verkwanselden. Tegenover hem staat verteller Dani, de inschikkelijke burger die zijn lot ondergaat. De ‘onzichtbaren’ zijn mensen als hij, die onder de voet gelopen worden door het systeem.

Hun lot is het onderwerp van De onzichtbaren en tegelijk de inspiratiebron ervoor. „We weten zo weinig van de geschiedenis van Oekraïne – iets meer nu door de oorlog, maar alles wat daarvoor kwam… Miljoenen kwamen om in de Tweede Wereldoorlog en onder de communistische terreur. Ik denk niet dat ik een verschil kan maken voor dat land, maar ik kan wel een verhaal vertellen dat hopelijk veel mensen bereikt, over het leed dat het totalitaire regime veroorzaakt heeft. Ook uit waardering voor wat wij in het westen hebben, want goh, wat zijn we aan het doen, met dat groeiende anti-Europese sentiment? Weten we nog wel waarvoor de EU ooit is opgericht? Om onze economieën met elkaar te verweven, om oorlog in Europa onmogelijk te maken. Nu klinkt er gejammer en geklaag. Maar zie wat er gebeurt als we die verbondenheid verliezen! Dan dalen de gieren af, zoals nu in Oekraïne, en pikken ze het hele land kaal.”

Foto Andreas Terlaak

Gewoon een doorsnee jongen

Dan spreekt Nellen vurig – als Pavel. „Haha, sorry, ik draaf een beetje door. Ik ben eerder een Dani, gewoon een doorsnee jongen… Of nou, lijdzaam ben ik niet. Maar als schrijver hoef ik niet zo nodig op de voorgrond te treden. Een publiek literair figuur, ik weet niet of dat een jas is die me past en staat. Het gaat me om het schrijven, om het opgaan in mijn eigen wereld. Aan de andere kant: ik zou niet schrijven als ik niet gelezen werd. Dus misschien heb ik iets van Dani én van Pavel. Zoals de jurist en de schrijver allebei delen van mij zijn.”

Frank Nellen combineert het schrijverschap nog steeds met zijn werk als jurist en docent belastingrecht aan de Universiteit Maastricht. „Ik heb veel bewondering voor jonge mensen die kiezen voor het kunstenaarschap – ik had dat lef niet. Ik was een moeilijke puber, vond het leven heftig en zwaar, en ik koos voor bedrijfskunde en fiscaal recht. Toen ik ging schrijven had ik m’n schaapjes al op het droge: spaargeld, een burgerlijk bestaan. En ik heb geen trauma’s, of grote gebeurtenissen meegemaakt. Maar dat is misschien de reden dat ik in mijn fantasie de hele wereld afreis. Omdat ik toch de aandrang heb om te vluchten, of mezelf te verplaatsen, van mijn zolderkamer af. Dat geeft me een gevoel van vrijheid en almacht.”

Lees ook De recensie van De onzichtbaren: Niet zo verstarren als de betonnen Lenin op het dorpsplein

Een getekend <strong>jongensportret </strong>op een schoolbank in de spookstad Pripjat in buurt van de kerncentrale van Tsjernobyl

Lees ook De recensie van debuutroman Land van dadels en prinsen: Vanaf de Parijse daken zien de jongens de hele mensheid

Vanaf de Parijse daken zien de jongens de hele mensheid