Roken onder werktijd, hoe ga je daar als werkgever mee om?

Dilemma

Ik ben leidinggevende van een team dat in diensten werkt. Elke dienst wordt onderbroken door een half uur lunchpauze. Binnen mijn team is een discussie ontstaan tussen de rokers en de niet-rokers. Die laatste groep is ontevreden over de extra pauzes die de rokers nemen, oplopend tot een half uur per dag, terwijl de niet-rokers alleen tijdens de lunch pauzeren. Kan ik rokers verbieden te roken onder werktijd, of moet ik de extra pauzes van hun werktijd afhalen?

Vrouw, 57, naam bekend bij de redactie

Formuleer een rookbeleid

Rokende werknemers zijn veel werkgevers een doorn in het oog, zegt arbeidsrechtspecialist Liesbeth Breugelmans van Sigma Personeelsdiensten. „Werknemers die voor je gevoel vaker buiten staan dan aan het werk zijn, zijn een bekend probleem.” Die zorg is niet onterecht, zegt bedrijfsarts Hans Dam, want een half uur rookpauze per dag telt op tot 12,5 werkdagen per jaar. „Dat is een enorm productieverlies voor de werkgever.”

Juridisch gezien is het antwoord helder, zegt Breugelmans. Elke werknemer heeft recht op een half uur pauze per werkdag van minimaal 5,5 uur, eventueel opgesplitst in twee keer een kwartier. Andere pauzes zijn voor eigen rekening, tenzij daar iets anders over afgesproken is in de cao, in de arbeidsvoorwaarden of in een (rook)beleid. „Een werknemer heeft dus geen recht op rookpauzes buiten de lunchpauze.”

Maar voor een leidinggevende die iedereen binnen het team tevreden wil stellen, is de situatie complexer. „Het werkt het best om constructief en open overleg te plegen met zowel de rokers als de niet-rokers”, legt Breugelmans uit. „Probeer compromissen te sluiten, bijvoorbeeld door extra pauzes van rokers te beperken of door te communiceren dat rookpauzes niet betaald zijn.”

Flexibele werktijden instellen is volgens Breugelmans een andere optie, al kan dat lastig zijn bij bedrijven met ploegendiensten. „Met flexibele werktijden kunnen rokers zelf bepalen wanneer en hoe vaak ze pauze nemen, zolang het totaal aantal werkuren maar gewaarborgd blijft. Niet-rokers worden zo niet benadeeld.”

Welke oplossing een leidinggevende ook kiest, het is belangrijk om die op te nemen in een rookbeleid en dat met alle werknemers te communiceren. Daarin kan een leidinggevende bijvoorbeeld ook een maximum aantal rookpauzes opnemen of vaste tijden voor pauzes instellen. „Als je duidelijke regels hebt, dan kunnen mensen zich daar ook aan houden. Werknemers vinden het fijn om te weten waar ze aan toe zijn”, zegt Breugelmans.

Maak de organisatie rookvrij

Als werknemers er met elkaar of met hun leidinggevende niet uit komen in een constructief gesprek, of als rokende werknemers zich toch niet aan de afspraken houden, dan levert een rookbeleid weinig op. In dat geval kan de leidinggevende ervoor kiezen om de pauzetijden van werknemers zelf bij te houden en van de gewerkte uren af te trekken, zegt Breugelmans. „Een leidinggevende geeft op die manier transparantie en duidelijkheid, maar het is ook heel strikt en niet bevorderend voor de sfeer. Dit is echt de laatste stap.”

Bedrijfsarts Dam pleit om die reden voor een andere oplossing: een rookvrije organisatie. Met de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde voerde hij als projectleider ook een project uit om het concept ‘rookvrij’ bij organisaties onder de aandacht te brengen. „Losse afspraken en compromissen over rookpauzes, bijvoorbeeld om mensen vakantiedagen in te laten leveren, geeft gemakkelijk aanleiding tot onrechtvaardigheid en scheve ogen. De kans is groot dat iemand zich er niet aan houdt of dat er onderlinge verschillen ontstaan.”

„De mooiste en duidelijkste oplossing is daarom om als bedrijf te zeggen: hier roken wij niet meer”, zegt Dam. Een rookvrije organisatie houdt in dat het bedrijf – in overleg met de ondernemingsraad – roken op geen enkele manier meer faciliteert, niet met pauzes en niet met een rookruimte op het eigen terrein. De bedrijfsarts kan organisaties hierover adviseren.

„Lunchpauze is bij wet eigen tijd”, zegt Dam. „Dus in dat half uur kunnen mensen natuurlijk wel roken. Je ziet vaak dat ze dan buiten een wandeling gaan maken, zo combineren ze het nuttige en het aangename. Maar verder wordt er niet meer gerookt onder werktijd.”

Het is belangrijk om bij deze verandering rokers ondersteuning aan te bieden als ze willen stoppen met roken, zegt Dam. „Daarmee bedoel ik niet een verwijzing met een foldertje, maar intensieve begeleiding van minstens vier keer een half uur. Veel bedrijven gaan daarvoor in zee met landelijke organisaties.” De ondersteuning is een vrijwillig aanbod, benadrukt Dam. Sommige werknemers willen er niets van weten, maar een steeds grotere groep maakt er wel gebruik van. Een goede stap, vindt Dam. „Ondanks alle kennis over de gevolgen rookt nog steeds 20 procent van de volwassenen. Dat aantal moet omlaag.”

Dus

Juridisch gezien kan de leidinggevende – tenzij anders afgesproken in de cao – zowel roken onder werktijd verbieden als de rooktijd van de werkuren aftrekken. Welke oplossing het best past, verschilt per situatie. De werkgever kan eerst het gesprek met de werknemers aangaan en proberen afspraken te maken met rokers en niet-rokers, maar ze kan er ook voor kiezen om een duidelijke lijn te trekken en de hele organisatie rookvrij te maken.