Safe space

Marcel van Roosmalen

Tussen alle onzin in de publieke analyse van de familie De Mol hoorde ik een entertainmentdeskundige zeggen dat we ons natuurlijk wel moesten beseffen dat Linda de Mol natuurlijk altijd Linda de Mol is. „Als zij een zak chips in de supermarkt koopt, hoort ze de mensen achter haar rug praten.”

Ik ben gelukkig geen Linda de Mol, maar ik word in mijn woonplaats Wormer wel regelmatig aangesproken op wie ik ben. Bij de slager werd ik aangesproken door een onbekende.

„En hoe is het met Marcel?”, vroeg hij hardop.

De winkel keek naar mij.

„Goed”, antwoordde ik. „En wie bent u?”

„Roel van Velzen”, zei de man.

Het leek me weer een slechte grap, maar hij heette echt zo.

„Ik ben de bloemist, niet de zanger.”

„Word je daar nooit eens moe van?”, vroeg de slager me toen Roel van Velzen het pand met een pond kipgehakt had verlaten.

Ik kon niet anders dan ‘ja’ zeggen, maar ik had het ook over mezelf afgeroepen. Als je zoveel over je woonplaats schrijft als ik, mag het dorp natuurlijk ook wat terugzeggen. Het had me geholpen om vorige week lang genoeg in quarantaine te blijven. Toen ik op dinsdag de biobak aan de straat ging zetten, werd ik vanuit een raam terechtgewezen.

„Mondkap op!”, was er geroepen. „En jij moet binnenblijven…!”

Daar stond ik dan, in mijn grijze joggingbroek in een verder verlaten straat. Iets terugroepen had slechts tijdelijk verlichting gegeven en niets aan de situatie veranderd. Wij moesten binnenblijven, er waren er die daar persoonlijk op toezagen. De slager zei dat hij er weleens moe van werd, want hij was natuurlijk ook prominent aanwezig in Wormer.

„Ik ben natuurlijk ook weleens geen slager. Als ik op een verjaardag kom, beginnen ze tegen mij altijd over vlees.”

„Tegen mij niet”, zei de vriendin van de slager.

De slager: „Ik praat in mijn vrije tijd heel vaak tegen mijn zin over vlees. Wat is lekker vlees? Hoe moet je een biefstuk braden? Hoelang blijven kippenpoten goed?”

We rekenden af.

De slager spreidde zijn armen en zei dat hij voor een scheiding tussen de persoon en de functie was. Wat hij wilde zeggen was: hier in de slagerij ben je veilig. Zo dom dat ik daar dan weer een stukje over schrijf.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….