Oud-profvoetballer Ziya Görer (36): ‘Ik bereikte wat ieder jongetje wilde, en toch beviel het niet’

Dit ben ik Iedereen heeft verschillende identiteiten. Hoe worden we wie we zijn? Ziya Görer (36) werd profvoetballer in Turkije, maar voelde zich niet thuis tussen de ego’s. Nu is hij jongerencoach in de Rotterdamse wijk waar hij zelf ook opgroeide.



Foto Hedayatullah Amid

‘Mijn oma gaf me mijn naam. Ziya betekent licht. Ik ben er blij mee. In het Turks zeggen we: je naam is je paard. Je rijdt op je naam.

Ik ben opgegroeid in Rotterdam. In de Afrikaanderwijk. Ik heb drie oudere broers. Zeven jaar na mij werd mijn vierde broertje geboren. We waren altijd buiten. Streetboys. Voetballen. Ik heb dat nog steeds: ik kan niet lang binnen zitten, ik moet eruit.

Mijn vader was in de twintig toen hij naar Nederland kwam, mijn moeder was een jaar of zestien. Mijn vader was gedisciplineerd. Streng maar rechtvaardig. Hij was weinig thuis. Hij werkte veel, als elektricien. Hij was actief in de wijk en in de moskee. En hij was voetbalcoach van het team van zijn zoons. Hij is twee jaar geleden overleden aan corona. In Turkije.

Mijn moeder is relaxed. Altijd geweest. Gelukkig maar. Ze bestierde als enige vrouw een huis vol mannen. Toen ze net getrouwd was kwam een van de broers en de vader van mijn vader inwonen. Daarna een ander broertje van mijn vader. En ze kregen samen dus vier jongens.

Mijn moeder was altijd thuis. Ze was een betrokken moeder. Ze deed ook veel met haar vier jongens. We gingen naar de Efteling, de Euromast op, naar Duinrell, met de Spido. Later is ze halve dagen gaan werken in een koekfabriek. Ze kan geweldig koken. Alles wat ze maakt is heerlijk. Ze kookt zonder problemen voor twintig man. Dat deed ze vaak want ons huis was altijd vol.

Ik kon prima meekomen op school maar ik had weinig interesse in leren. Ik wilde profvoetballer worden, zoals elk jongetje uit de wijk. Dat willen de jongetjes in de wijk nog steeds.

Op mijn achttiende ging ik naar Turkije voor vakantie. Via via bleek dat ik een contract kon krijgen in Ankara bij Ankaraspor en Keçiörengüçü. Ik bleef. Ik dacht om te voetballen, maar ik bleef omdat ik niet wist wat ik met mijn leven moest. Ik had nog geen opleiding afgemaakt en ik wilde niet de hele week gaan werken.

Voetballen in de tweede divisie is iets anders in Turkije dan in Nederland. In Nederland moet je ernaast werken en zelf je treinkaartje betalen. In Turkije ben je als voetballer koning. Alles wordt voor je gedaan. Je slaapt in de beste hotels, je handdoekje hangt klaar, voor het eten hoef je maar aan te schuiven.

Maar het is ook heel competitief. Jij speelt of hij speelt. En jíj wil spelen, want het is je brood. Iedereen is bloedfanatiek. Je traint twee keer per dag. Je wil de beste zijn. Ik ook hoor. En als het even niet lukt dan komt het niet door jou maar door een ander. Of door het gras. Of door de regen. Of doordat je net diarree hebt.

Het klinkt cliché maar ik had ook moeite om erbij te horen. In Nederland ben je die Turk. Daar was ik die Nederlander. Het was ook mijn bijnaam: Hollandali. Ga lekker daar voetballen, vonden ze.

Ik werd gevraagd door een andere club, Ankara Şekerspor. Ik ging spelen met heel goede Turkse voetballers. Enorm eervol. Toch liep ik met mijn ziel onder mijn arm. Ik voelde me niet thuis in die wereld vol ego’s. Uiteindelijk belde ik mijn broer. Die was op vakantie in Zuid-Turkije. Ik ben naar hem toe gegaan. Daar kwam ik tot rust, ik sprak veel met mijn broer en dacht na. Uiteindelijk besloot ik terug te gaan naar Nederland.

Ik vertel jongeren te genieten van sport zonder de beste te zijn

Het duurde een tijdje voordat ik mijn draai weer vond, al was ik ook opgelucht. Mijn geloof heeft daar zeker bij geholpen. Ik ben geboren en getogen moslim maar ik had daarin nog niet mijn eigen weg gevonden. Toen ik jong was hield ik me met van alles bezig maar minder met de islam.

Via mijn moeder kwam ik in aanraking met het soefisme. Dat is een levenswijze en lastig om kort uit te leggen. Het is veelomvattend. Het komt erop neer dat je het leven ziet als een spirituele reis, om dichter bij God te komen, zonder onderweg iemand te kwetsen, of nog erger, kapot te maken. De Almachtige is in alles om je heen, in elke plant, in elke boom, in elk hart. Dus ga je voorzichtig en met liefde om met alles. Je daden krijgen betekenis door de intentie ervan. Het is eigenlijk de kern van islam.

In het soefisme moet je je eigen pad bewandelen en de islam beleven met het idee dat God naast je is. Onze profeet is uiteraard het belangrijkst maar ook de filosoof en dichter Rumi is belangrijk in het soefisme. Hij zegt: ‘Kom zoals je bent, het maak niet uit wie je bent. En verbeter jezelf.’

Ik werk als personal trainer en als jongerencoach in de Afrikaanderwijk. Ik kom zelf uit deze buurt, ik weet precies waar die jongens vandaan komen. Ze vertrouwen mij. Ik zeg dat ze mogen dromen. En dat ze ook gewoon mogen genieten van sport zonder dat ze meteen de beste hoeven te zijn.

Aanmeldingen: [email protected]

Lees verder…….