Op het 79ste filmfestival van Venetië regeert tot dusver op onverwachts lichtvoetige wijze de dood

Filmfestival Venetië Op de derde dag van het filmfestival van Venetië overheersen dood en angst voor de dood. In Noah Baumbach’s woeste komedie ‘White Noise’ spat de lol ervanaf.

Adam Driver (midden) in Noah Baumbach’s komedie ‘White Noise’
Adam Driver (midden) in Noah Baumbach’s komedie ‘White Noise’

Foto Wilson Webb/ Netflix/ AP

Een intellectueel ambitieuze film over de dood waar de lol vanaf spat: het 79ste filmfestival van Venetië opende woensdagavond briljant met White Noise van Noah Baumbach. Adam Driver speelt daarin ene Jack Gladney, een professor Hitler-studies die met zijn gezin in een chemische ramp belandt. Jack is ernstig blootgesteld, gaat hij dood? Jazeker, maar de artsen weten niet wanneer, dus zo veel is er nou ook weer niet veranderd. Maar waarom slikt zijn vrouw stiekem pillen?

Als regisseur wil je graag dat je film in première gaat in Venetië: acht van de laatste tien Oscars voor ‘beste regie’ komen van het Lido. En daar regeert tot zover de dood, op lichtvoetige wijze. Zou het de pandemie zijn? White Noise naar de cultroman van Don DeLillo uit 1985, is een woeste komedie op academisch niveau over onze verdringing van de dood en hoe dat resulteert in sluimerende doodsangst, apocalyptische fascinatie en een obsessie met levensverlenging. Baumbach gaat all-in met massascènes en wrange monologen in Don DeLillo-stijl, over de vele overeenkomsten tussen Elvis en Hitler bijvoorbeeld. De film slalomt door jaren tachtig-genres, langs Spielberg, John Carpenter, neo-noir en een MTV-clip in een supermarkt. Want doodgaan is simpel. Gewoon afrekenen en naar de uitgang.

Louche spelletjes

Voor doodsangst kun je altijd bij Lars von Trier terecht, die na een kwart eeuw op het Lido een derde seizoen aan zijn occulte tv-serie The Kingdom (Riget) toevoegt. Von Triers kosmos is een accumulatie van pijn, zo blijkt, ontstaan door een ‘Big Scream’ die zich nu manifesteert in – jawel – white noise, televisieruis.

Er lijkt weinig veranderd in het ziekenhuis waar Von Trier indertijd zijn door Twin Peaks geïnspireerde soap situeerde. Het oranje Dogme-licht is terug, de zwiepcamera, de sleetse zalen en de kelder waar rationele artsen – stuk voor stuk neuroten – zich te buiten gaan aan infantiele rituelen en louche spelletjes. Ook de hoofdrolspelers zijn terug, vaak in nieuwe incarnaties.

Of dat zo’n goed idee is? Ik twijfel na twee afleveringen, die sterke momenten kennen, maar ook veel Deens-Zweedse ongein en lompe grappen over recente #MeToo problemen bij Von Triers studio Zentropa. Is de scherpte er wat af bij het gewezen enfant terrible, die onlangs bekend maakte dat hij aan Parkinson lijdt?


Lees ook: Hollywood rolt zijn Oscar-kanonnen nu liefst in Venetië uit

Surrealistische bravoureshots

Bardo van Alejandro Iñárritu – bekend van Birdman en The Revenant – gaat ook al over de dood; de titel verwijst naar een boeddhistisch vagevuur tussen leven en dood. Daar verkeert Iñárritu’s alter ego Silverio, een sterjournalist. We vloeien bijna drie uur door zijn herinneringen, dromen en mijmeringen. Netflix betaalt, en het heeft wel iets gekost, deze spectaculaire Mexicaanse versie van Fellini’s klassieker 8 ½. Als er één regisseur in diens voetspoor past, is het de meesterlijke stilist Iñárritu die zich uitleeft in adembenemende, surrealistische bravoureshots door een eindeloos geheugenpaleis. De film gaat over Mexico en de VS, familie, een overleden baby, schaamte en compromissen. Er is een daverende fiësta en conquistador Cortes filosofeert op een piramide van Azteken-lijken. Volstrekt excessief, en verbluffend.

Ontspoorde dirigent

Ook van zeer hoog niveau is Tár van de briljante Amerikaan Todd Field, jazzmuzikant, acteur, schrijver en regisseur van slechts twee speelfilms, In the Bedroom en Little Children. Die bezorgden hem drie Oscars, waarna hij zestien jaar zwoegde op gedoemde projecten met grote namen – DiCaprio, Craig – die steeds net niet van de grond kwamen.

Met de fiere Cate Blanchett in de hoofdrol lukt het dit keer gelukkig wel. Het leven van de vrouwelijke ster-dirigent Lydia Tár schuift in slow motion uit het lood als ze op het toppunt van haar roem in een lesbische #MeToo-situatie spiraalt. In tweeënhalf uur – Field heeft iets in te halen – verkennen we een wereld van topmuziek, elegante fluisteringen en subtiele intriges. En herontdek je Fields bijzondere talent om personages af te pellen die heel anders zijn dan ze zichzelf wijsmaken. Met Blanchett als formidabele, diep gemankeerde heldin, een Griekse tragedie waardig.

Lees verder…….