Oliemans zingt nog raker en doorleefder dan gewoonlijk

Recensie


Muziek

Schuberts Winterreise Bariton Thomas Oliemans zong Schuberts Winterreise en begeleidde zichzelf aan de piano. Uitzonderlijk en met een betoverend resultaat.

Bariton Thomas Oliemans zingt Schuberts Winterreise en begeleidt zichzelf aan de piano in een afgeladen Concertgebouw.
Bariton Thomas Oliemans zingt Schuberts Winterreise en begeleidt zichzelf aan de piano in een afgeladen Concertgebouw.

Foto Marco Borggreve

De Kleine Zaal van het Concertgebouw zat afgeladen vol voor de Winterreise van bariton Thomas Oliemans. Zelfs op het podium waren stoelen bijgezet. Op de vleugel stond een schemerlampje, en achter de vleugel zat Oliemans zelf, die zijn eigen begeleider was in Schuberts geliefde liedcyclus. De vraag naar het eenmalige concert was zo hoog dat een video-opname ervan tegen betaling vertoond wordt op de website van het Concertgebouw.

Uniek is het, een zanger die zichzelf begeleidt in de Winterreise, en tegelijkertijd voelde het volstrekt vanzelfsprekend. De romantische mythevorming ligt voor het oprapen – zo deed Schubert het zelf ook, toen hij deze liederen voorspeelde voor zijn verbijsterde vrienden! Maar belangrijker is de muzikale en artistieke logica van de keuze. Een zanger die in de bocht van de vleugel staat te zingen vertélt de reis van de gefnuikte minnaar; Oliemans, zwoegend aan het klavier, wérd het hoofdpersonage, zonder dat hij zich poses hoefde aan te meten. Het was de muziek die hem boetseerde.

Normaliter is telepathie tussen zanger en begeleider het hoogst haalbare in dit repertoire, bij de één-lichaam-benadering van Oliemans was dat het startpunt. Het stelde hem in staat vrijelijk te spelen met timing, tempo en dynamiek. Ingetogen liederen als ‘Gefrorne Tränen’ en ‘Der Wegweiser’ zette hij haast stil, terwijl hij de dissonante begeleiding van ‘Letzte Hoffnung’ lostornde tot pointillistische abstractie. Rond driekwart van het concert zorgde die vertragende benadering voor een dipje in de spanningsboog, om bloedstollend mooi te eindigen met ‘Der Leiermann’.

Oliemans bleek een uitstekende pianist, al kon hij qua pianistisch vernuft natuurlijk niet tippen aan iemand als Paolo Giacometti, met wie hij de cyclus in 2019 opnam. Maar dat was irrelevant. De performance was één ondeelbaar geheel en juist dat maakte het zo’n betoverend recital: diepe klankschoonheid en naturel zijn altijd al Oliemans’ forte, maar het leek alsof hij nog doorleefder, nog raker zong dan gewoonlijk.

Lees verder…….