Nodig: noodrantsoen en mentale weerbaarheid

Rampen Hoe wendbaar moet je zijn in deze onzekere tijden? Sommige mensen bereiden zich praktisch, financieel en mentaal voor op eventuele rampspoed. Hoe zinvol is dat?



Illustratie Luca van der Vossen

Ja, Jeffrey (36) heeft zoals je van een prepper kunt verwachten een kast vol houdbaar voedsel, zodat hij het een tijdje zonder supermarkten kan uitzingen. In die kast staat onder meer „voor zeker een maand” aan gevriesdroogde complete maaltijden, gekocht in een gespecialiseerde prepshop. „Beetje water erbij en je kunt het eten”, zegt hij aan de telefoon. „Dat is tegenwoordig best eetbaar, hoor.” Hij wil niet met zijn achternaam in NRC omdat hij niet wil dat iedereen in zijn omgeving weet dat hij zich zo voorbereidt.

Wat als, wat als? Voorbereidingen treffen op bedreigingen zoals een oorlog, ontwrichtende cyberaanvallen en klimaatrampen klinkt de laatste tijd minder vergezocht dan ze lang deden. Toch roepdat algauw associaties op met de ‘doomsday preppers’ uit de jaren 70 en 80. Jodiumpillen tegen nucleaire straling, schuilkelders – dat werk.

„Er wordt vaak wat lacherig over deze mensen gedaan, maar ik denk dat het risicobesef van mensen in Nederland eerder te laag dan te hoog is”, zegt Maarten van Aalst. Hij is hoogleraar weerbaarheid tegen rampen en klimaatverandering aan de Universiteit Twente, werkte onder meer bij het Internationale Rode Kruis aan rampenpreventie, en schreef mee aan het recente VN-rapport over het omgaan met klimaatverandering en natuurrampen. „Nederland heeft bijvoorbeeld relatief één van de laagste aantallen mensen met een EHBO-diploma van Europa.”


Dat hangt volgens hem samen met het idee dat individuele voorbereiding niet zo nodig is, omdat de overheid het wel regelt als er iets helemaal fout gaat. Los van in welke rampscenario’s preppers precies geloven, of het berekenen van de statistische kans dat precies jóúw huis overstroomt, zijn er wel degelijk een aantal generieke voorbereidingen die nuttig kunnen zijn voor uiteenlopende noodsituaties, vertelt van Aalst.

Het gaat er dan niet om specifiek klaar te zijn voor een overstroming door zandzakken in te slaan, of het bouwen van een schuilkelder voor als de bom valt. Het gaat om algehele principes voor wendbaarheid en weerbaarheid. „De kans op natuurrampen neemt toe, net als de instabiliteit in de wereld. Daar kun je je maar beter een beetje op voorbereiden.”

Jeffrey is „al een jaar of veertien” bezig met het maken van noodplannen, en het aanleggen van noodvoorraden, voor uiteenlopende scenario’s van oorlog tot hyperinflatie. Ook Otto Schapendonk (51) is voorbereid op grootschalige maatschappelijke ontwrichting en rampspoed. Hij heeft er zelfs zijn werk van gemaakt: hij adviseert ondernemers en particulieren om beter bestand te zijn tegen extreme veranderingen zoals oorlogen, cyberaanvallen of financiële crises. De laatste tijd merkt hij „duidelijk meer interesse”, terwijl hij vroeger toch vaak gek werd aangekeken.

En wat vertelt hij de mensen dan? „Het meest voor de hand liggend is om flexibeler te worden. Dat kan in deze huizenmarkt bijvoorbeeld door je huis te verkopen en een kortlopend huurcontract te nemen.” Dat zorgt ervoor dat je sneller weg zou kunnen komen zonder al te veel gevolgen. Hij heeft zelf overigens nog wel een koophuis: „Omdat nog niet iedereen in mijn gezin het met me eens is.”

Daarnaast is het volgens hem slim voor noodgevallen slim om een klein deel van je euro’s overzetten naar cryptovaluta’s en goud. Op langere termijn helpt het om na te streven zelfvoorzienend in energie te zijn, door bijvoorbeeld zonnepanelen te nemen. Een voorraad houdbare voeding en drinkwater voor ongeveer een week is volgens hem wel handig, en altijd genoeg contant geld tot je beschikking om binnen 24 uur een vliegticket naar een ver land te kunnen kopen. Voor een gemiddeld gezin gaat dat om een noodpotje van ongeveer 6.000 euro, zegt hij.

Ook Jeffrey heeft een noodvoorraad cash in huis, plus wat cryptovaluta’s en NFT’s, non-fungible tokens, waar hij altijd bij kan („van elk een paar duizend euro”). Hij gaat nog verder: op plekken buiten zijn huis én zelfs buiten Nederland heeft hij op locaties die alleen hij kent enkele tassen begraven met wat voedsel en een beetje geld. „Ik ga er niet van uit dat ik die ooit hoef op te graven, maar als er iets onvoorziens gebeurt, dan ligt het er maar wel.”

Thuis heeft hij een FM/AM-radio liggen, om als het internet om welke reden dan ook niet meer werkt, toch nog informatie te kunnen krijgen.

Weerbaarheid en wendbaarheid

Los van of het zinnig is om tassen in te graven (alleen in zeer onwaarschijnlijke scenario’s) en hun specifieke investeringsadviezen over huurhuizen en cryptomunten (die kunnen ook verkeerd uitpakken), komen de voorbereidingen van de preppers wel behoorlijk overeen met de wetenschappelijke literatuur, zegt hoogleraar Maarten van Aalst.

In zijn onderzoek speelt de term resilience een sleutelrol: een combinatie van weerbaarheid, veerkracht en wendbaarheid. „Het gaat er in de kern om dat je niet per se bang bent om iets te verliezen, maar dat je ervoor zorgt dat je snel kunt terugveren áls je iets verliest.”

Een kaars in huis voor als de stroom uitvalt, we vinden dat al snel raar in Nederland, maar dat is eigenlijk onterecht

Wel vindt Van Aalst in de aanpak van veel preppers te veel gericht op zélf wegkomen, in plaats van ‘community resilience’: de veerkracht van de lokale gemeenschap. „We weten uit onderzoek dat het juist van belang is dat maatschappelijke systemen snel weer functioneren.”

Het snel weer op de rails krijgen van cruciale lokale infrastructuur, essentiële winkels en andere gemeenschappelijke zaken is één van de belangrijkste dingen na een ramp. En dat krijg je toch echt alleen gezamenlijk voor elkaar. Uit onderzoek dat Van Aalst en zijn collega’s deden bij overstromingen in Oeganda en Kenia, blijkt dat het bijvoorbeeld veel uitmaakt hoe goed lokale ondernemers in een gemeenschap zich voorbereid hadden op onvoorziene situaties. De plaatsen waar lokale ondernemers het nieuws goed volgden, slim extra voorraden aanlegden en samen afspraken maakten toen er extreem weer op komst was, herstelden sneller dan de plaatsen waar dat niet gebeurde.

Verstopte rugzak

De scenario’s waarop preppers zich voorbereiden, kunnen nogal extreem overkomen – soms zo extreem dat het logischerwijs bijna zinloos lijkt om daarvoor voorbereidingen te treffen. Stel er valt een atoombom, en alles is weggevaagd, dan kom je uit je kelder en dan wat? Ga je dan in je eentje naar je verstopte rugzak?

Maar het tegenovergestelde, bij problemen alles overlaten aan de overheid, is ook niet echt verstandig, benadrukt Van Aalst. Het moeilijke is het vinden van evenwicht. „Een kaars in huis voor als de stroom uitvalt, wat drinkwater en ingeblikt eten in de kast, we vinden dat al snel raar in Nederland, maar dat is eigenlijk onterecht.”

De Nederlandse overheid raadt burgers op de nationale crisiswebsite officieel aan om een noodpakket in huis te hebben met onder meer een eerstehulpsetje, een radio op batterijen, flessen water, houdbaar eten, contant geld en kopieën van identiteitsbewijzen.


Lees ook: Alleen durfals gebruiken zelfgemaakt wc-papier na het poepen

Er lijkt bij het voorbereiden van noodscenario’s altijd een risico te bestaan dat mensen erin doorslaan. Schapendonk hamert er daarom op hoe belangrijk het is om in het nadenken over rampscenario’s niet zodanig door te slaan dat je je vrienden of familie van je vervreemdt, en dat je fysiek en psychologisch in orde bent: gezond bewegen, gezond eten. Hij merkt dat het hem bijvoorbeeld ook helpt om zijn constante nieuwsconsumptie te matigen, tegen het doemdenken.

„Het belangrijkste is uiteindelijk je mindset”, benadrukt Jeffrey. „Je moet niet doorslaan in rampscenario’s en complottheorieën, dat ligt toch wel op de loer.” Uiteindelijk draait het er volgens beide preppers om dat als er een noodsituatie is, jij rustig kunt blijven en niet in paniek hoeft te raken. „Omdat jij wél goed bent voorbereid”.

Lees verder…….