Niemand sprong hoger en kopte harder dan Ruud Geels

Met een bos rossige krullen op een vroegkalende kruin gold de deze zaterdag op 75-jarige leeftijd overleden Ruud Geels ver na Bep Bakhuys en ver voor Luuk de Jong als een van Nederlands beste koppers ooit. De combinatie van timing, sprongkracht en kopkracht zijn in de Eredivisie zelden meer vertoond.

Zijn mooiste doelpunt maakte Geels in 1975 in het Olympisch Stadion bij Ajax-Feyenoord (6-0). Letterlijk het hoogtepunt in zijn carrière. Willem van Hanegem stond als aan de grond genageld – een zeldzaamheid – zo is te zien op een vaak vertoonde ANP-foto. Geels scoorde vijf keer in die ‘Klassieker’. Een zesde treffer werd, volgens Geels althans, ten onrechte afgekeurd.

De geboren Haarlemmer Geels, aanvankelijk semiprof en naast de sport werkzaam als huisschilder, was een verlegen sportman die zich niet zo thuis voelde in de macho voetbalwereld. „Ik heb de glitter en bekendheid als een last ervaren”, vertelde de twintigvoudig international, intussen voorzien van een haarstukje, decennia later bij Barend & Van Dorp. „Als ik op de ladder was blijven staan, dan was ik misschien veel gelukkiger geweest.”

Eenzaam bij Oranje

In de schaduw van de Amsterdamse basisspelers/branieschoppers Johan Cruijff, Johan Neeskens, Jan Jongbloed, Ruud Krol en Wim Suurbier vervulde hij in 1974 op het WK in West-Duitsland een reserverol. Op trainingskamp in Hiltrup voelde hij zich eenzaam. „Gelukkig was er viswater in de buurt, kon ik me afzonderen”, zei hij 1994 tegen NRC.

Hij noemde die vier weken met het Nederlands elftal „de ergste periode in mijn leven”. „Ik ging met knikkende knieën de trap af als we moesten ontbijten”, zei Geels, die naar verluidt tijdens het avondeten moest toezien hoe Suurbier diens geslachtsdeel in zijn soep liet bungelen. Dat was lachen zeg – maar niet voor Geels.

Op het veld en met name in het vijandelijke strafschopgebied was hij meer in zijn element. Een snelle, wendbare spits met een neusje voor het doel. Hij was achttien jaar prof en scoorde in binnen- en buitenland in totaal 318 keer in 474 wedstrijden. Met 265 Eredivisietreffers staat hij op de topscorerslijst aller tijden tweede, achter wijlen PSV’er Willy van der Kuijlen, die er 311 maakte. Ruud Geels was met Ronald Koeman de enige die speelde voor de nationale top drie: Feyenoord, Ajax en PSV.

Lees ook De necrologie uit 2021 van ‘skiete Willy’ van der Kuylen

Willy van der Kuijlen schiet op doel in 1967 in een wedstrijd tegen ADO.

Kopgalg

Over zijn kopkracht vertelde hij tegen Voetbal International: „Bij Telstar hadden we zo’n ouderwetse Engelse kopgalg, daarmee was ik dagenlang aan het oefenen en heb ik vooral goed timen geleerd. Je moet altijd een tel eerder zijn dan je tegenstander.”

Geels werd in de jaren zestig via de Haarlemse amateurclubs DSS en Onze Gezellen eerst semiprof bij Telstar en kort daarna als jong broekie fullprof bij Feyenoord. In VI vertelde hij: „In het begin zei ik nog meneer tegen Moulijn, maar die zei dan tegen mij: ‘Je moet Coen zeggen Ruud’. Ik reisde altijd met de trein van Haarlem naar Amsterdam en vandaar reed ik dan met Rinus Israël door naar Rotterdam.”

Geels was trefzeker in de Kuip, maar vond in collega-midvoor Ove Kindvall zijn meerdere. Vanuit zijn huis in Haarlem – hij mocht niet mee naar Milaan omdat hij al bij Go Ahead getekend had – zag hij hoe de Zweedse midvoor Feyenoord naar de historische, want eerste Nederlandse Europa-Cup 1-zege punterde.

‘Knabbel en Babbel’

Na twee jaar in de Deventer luwte was hij vervolgens twee seizoenen succesvol bij de Belgische topclub Club Brugge. Vanaf 1974 moest hij de eerder naar Barcelona vertrokken Cruijff doen vergeten bij Ajax, notabene in één team spelend met zijn kwelgeesten Krol en met name Suurbier, vanwege hun zogenaamde voetbalhumor ook wel ‘Knabbel en Babbel’ genoemd.

Ajax was intussen afgezakt naar de Europese middenmoot, maar aan Geels’ trefzekerheid heeft het niet gelegen. Vier keer op rij werd hij topscorer van de Eredivisie, met achtereenvolgens 30, 29, 34 en 30 goals. De meeste uiteraard met het hoofd.

In VI vertelde Geels later over zijn topjaren bij Ajax: „Ik leefde als een kluizenaar, ging nooit ergens heen, was vanaf woensdag compleet gefocust op de volgende wedstrijd. Het was een stressvol bestaan. Ik dacht: als je veel slaapt, verdwijnt de stress. Heb yogalessen gevolgd om mijn ademhaling beter te regelen en mijn hartritmestoornissen te laten verdwijnen. Soms durfde ik van de zenuwen niet te spelen, maar eenmaal op het veld verdwenen die.”

Hij simuleerde blessures

Geels verhuisde in 1978 naar de Belgische topclub Anderlecht en keerde een jaar later bij Sparta terug in de Eredivisie. En weer werd hij landelijk topscorer, met 22 doelpunten. Hij simuleerde onder trainer Joop Brand vaak blessures tijdens duurlopen, mocht dan de Sparta-keepers op de proef stellen, om vervolgens in het weekend kiplekker zijn kopgoals te maken.

Na een seizoen bij PSV en twee jaar bij NAC stopte de 35-jarige Ruud Geels vrijwillig met profvoetbal. Om daarna zo snel mogelijk zijn echte liefde – het vak van huisschilder – weer op te pakken.