Zijn status als schaatser is veranderd, Jenning de Boo zelf niet

Toen Jenning de Boo een jaar of tien was, reed hij bij wedstrijden altijd met dezelfde gestreepte muts. „Dat mutsje was iconisch”, zegt toenmalig teamgenoot Willard Reinders. „Elke keer pakte hij daarmee op de 100 meter baanrecords op Kardinge.” Kardinge is de lokale schaatsbaan in Groningen.

Nog altijd draagt De Boo graag een mutsje. Het Nederlandse publiek maakte dit schaatsseizoen kennis met de inmiddels twintigjarige Groninger, die vrolijk en onbevangen op televisie verscheen, getooid met een strakke muts. En winnen doet De Boo ook nog steeds: de muts was in beeld na zijn winst op de 500 en 1.000 meter bij de NK in december. Een week later won hij de Europese titel op de 500 meter. Deze vrijdag is hij een kanshebber voor het podium op de kortste sprintafstand bij de WK afstanden in Calgary. Zaterdag is de 1.000 meter.

De snelheid waarmee De Boo is doorgebroken, is opzienbarend. Zijn persoonlijke records op de twee kortste afstanden waren voor dit seizoen 35,82 en 1.10,67. Op de 1.000 meter zijn daar bijna vier seconden af (1.06,95), de 500 meter is met ruim 1,5 seconde aangescherpt tot 34,21.

Helemaal uit het niets komt het nieuwe Nederlandse talent op schaatsen niet. Zijn vrienden, oude trainingsmaatjes en voormalige coaches zeggen allemaal dat De Boo dit in zich had. „Ik ben niet verbaasd dat hij dit kan”, zegt Dave Versteeg, die De Boo tot vorig jaar onder zijn hoede had als shorttracker bij het KNSB Talent Team Noord (KTTN). „Maar wel dat het zo snel is gegaan.”

Elastieken benen

Jenning de Boo wordt in 2004 geboren in Groningen als oudste van drie kinderen. Hij is vijf als hij voor het eerst op schaatsen staat. In zijn familie is topsport iets nieuws, al is zijn vader Gerbrant een verdienstelijk roeier. Van hem heeft De Boo zijn lengte (1,95 meter) meegekregen. Zijn ouders werkten niet mee aan dit artikel.

Bij IJsvereniging Groningen valt direct het talent van De Boo op. „Elk kind komt in een instapgroep, maar daar heeft Jenning maar vrij kort ingezeten”, zegt Jellien Langhout, zijn eerste coach. Ze constateert dat De Boo „elastieken benen” had. „Die waren toen al lang, en hij was in staat om ze ver uit te strekken en daarna heel snel terug te halen en onder zijn lichaam te trekken.”

Zijn schaatscarrière neemt een wending als De Boo een paar van zijn vriendjes snelle bochtjes ziet lopen. Dat hebben ze geleerd bij het shorttracken en dat wil hij ook wel. Hij gaat het langebaanschaatsen en shorttracken combineren en komt bij Shorttrack Groningen. Daar is hij de jongste in een hecht en talentvol groepje schaatsers. „Het was vooral gezellig. Mooie reisjes maken in de regio, niet al te serieus”, herinnert Niels Kingma zich. Ze zijn nog altijd vrienden, Kingma zit nu in de Nederlandse shorttrackselectie. De jonge schaatsers zijn stukken beter dan hun leeftijdsgenoten, vooral als team op de aflossing.

Tussen al die talenten steekt De Boo er bovenuit. Door zijn lengte, snelle tijden en goede resultaten, maar ook als sociaal middelpunt van de groep. Als De Boo ergens binnenkomt, dan brengt hij wat teweeg, zegt Ted Dalrymple, een shorttracker uit het KTTN. „Hij heeft veel energie, kan de oren van je hoofd lullen. Het is een vrolijke jongen.” Ze gaan na dit seizoen met een grote groep vrienden, voornamelijk (oud-)shorttrackers en langebaanschaatsers, voor het tweede jaar op rij op wintersport.

De Boo heeft die sociale contacten nodig, zegt zijn ex-coach Versteeg. „Hij is een groepsjongen, geen individu. Anderen kunnen hem pushen en meenemen.” En hij wordt er gelukkig van; bij het shorttracken was de aflossing zijn favoriete onderdeel. Bij Team Reggeborgh van coach Gerard van Velde heeft hij dezelfde groepsdynamiek gevonden. Bij de NK afstanden in december was hij net zo blij voor zijn twee teamgenoten die zich hadden geplaatst voor de WK in Calgary als voor zichzelf.

Roeitalent

De Boo weet al vroeg dat hij schaatser wil worden. Zijn talent voor andere sporten verandert daar niets aan. Als twaalfjarige doet hij mee aan een cursusweek van de lokale roeivereniging. „De meesten kunnen het aan het eind van de week een beetje. Jenning roeide zo van brug naar brug”, zegt roeicoach Marcel Woortman.

Er is aan hem een geweldige roeier verloren gegaan, dacht Woortman toen hij laatst bij de NOS Mark Tuitert een race van De Boo hoorde analyseren. „Wat Tuitert zei over zijn bochtentechniek, dat herkende ik helemaal. Hij had zo’n verfijnde motoriek, zo’n goed balansgevoel.”

Met zijn vader rijdt De Boo in zijn jeugd heel Europa door om mee te doen aan schaatswedstrijden, van Turijn naar Berlijn naar de Baltische staten. Om zich verder te ontwikkelen gaat hij trainen in Heerenveen. Eerst brengt zijn vader hem, vanaf zijn vijftiende woont hij bij een gastgezin in Oranjewoud. Van heimwee is geen sprake, zegt gastmoeder Anneke Liemburg. „Hij ging nou eenmaal voor die sport. Twee keer per dag trainen, tussendoor naar school; hij had helemaal geen tijd voor heimwee.”

In Friesland komt De Boo bij het KTTN van Versteeg terecht. Hij ziet in hem een schaatser die enorm sterk is en geweldige bochten kan rijden, maar ook een jongen die andere interesses heeft. „Heel serieus was het allemaal nog niet. Hij vond uitgaan met zijn vrienden ook leuk. En zo nu en dan een training overslaan als hij moe was, vond hij ook niet erg. Zeker als het ging om een fietstraining.”

Zo kan De Boo zich in januari 2019 plaatsen voor het Europees Jeugd Olympisch Festival, een internationaal evenement voor sporters onder achttien jaar. Tijdens de kwalificatiewedstrijden rijdt hij als een krant. Naderhand hoort Versteeg dat De Boo met Oud en Nieuw tot vroeg in de ochtend is gaan stappen. „Hij wist dat hij zelf die keuze had gemaakt, en daar kon hij dan wel mee leven.”

Die verantwoordelijkheid voor zijn eigen prestaties neemt De Boo ook buiten de ijsbaan, zegt Linda Krijnsen. Zij begeleidt hem in de laatste twee jaar van het vwo aan het Talentencollege Noord in Heerenveen. „Natuurlijk had hij ook wel eens geen zin en heeft hij moeten leren hoe hij zijn tijd moet indelen, maar er was wel de wil om zijn diploma te halen.” In 2022 slaagtDe Boo voor zijn eindexamen.

Jenning de Boo op de 1.000 meter mannen bij de EK afstanden.
Foto Vincent Jannink

Daarna twijfelt De Boo over zijn toekomst. Hij schrijft zich in voor geneeskunde, maar hij is – als eerste Nederlander – ook wereldkampioen shorttrack bij de junioren. Kort probeert hij sport en studie te combineren, maar als dat geen succes blijkt, speelt De Boo met de gedachte om met topsport te stoppen, zegt Versteeg. „Toen heb ik gezegd: je hebt zo’n talent, het zou zonde zijn als je dat doet.”

Een toevallige samenloop van omstandigheden brengt De Boo ertoe over te stappen naar de langebaan. Hij heeft pijn in zijn voeten van de afwisseling met het shorttracken en dat is hij zat. In 2023 plaatst hij zich zowel voor de WK shorttrack als WK langebaan bij de junioren, maar door ziekte kan hij zijn wereldtitel bij het shorttracken niet verdedigen. De Boo focust zich volledig op het WK langebaan. Versteeg: „Achteraf heeft hij wel eens gezegd dat hij daardoor de knoop heeft doorgehakt.”

De overstap wordt door velen als logisch gezien. „Jenning had daar altijd discussies over met mijn man”, zegt gastmoeder Liemburg. „Die zei: je bent veel te lang voor shorttrack. Maar Jenning zei dat hij de eerste goede lange shorttracker ging worden. En toen ineens ging hij naar Reggeborgh.”

Hoofdcoach Gerard van Velde moet afgelopen zomer eerst oude beelden van hem opzoeken, Kjeld Nuis heeft nog nooit van de jonge schaatser gehoord. Zijn fysieke data zijn echter zo goed, dat De Boo een eenjarig contract krijgt.

Eten met mes en vork

Dat contract is inmiddels verlengd tot en met de Winterspelen van 2026. Ondanks zijn succes op de langebaan sluit hij soms nog aan bij de selectie van Versteeg. „Een deel van zijn kracht komt van het shorttracken, dus het is slim dat zijn team hem dat laat doen”, zegt zijn voormalige coach. Hij ziet ook nog wel verbeterpunten voor De Boo. „Zijn conditie, de rechte stukken en zijn start kunnen nog beter.”

De Boo heeft zijn top nog niet bereikt, wil Versteeg maar zeggen. Hij is niet de enige die dat vindt. „Ik denk dat hij de eerste Nederlander wordt die een 33’er gaat schaatsen”, zegt oud-teamgenoot Dalrymple.

De Boo laat het allemaal op zich afkomen. Uit een tas leven is hij wel gewend, maar niet dat alles voor hem wordt geregeld zoals dat bij een commercieel team normaal is. Net zo nieuw is alle aandacht. Zijn status is gestegen, maar veranderd is hij niet, zegt Liemburg. „Toen hij op het NK de 1.000 meter won, zat hij een dag later gewoon bij ons aan de oliebollen. Dat had hij beloofd.”

Zo onbevangen als hij is in tv-interviews, zo is hij in het echt ook, zegt Dalrymple. „Hij wil gewoon kijken hoe ver hij kan komen. Hij ziet dit als een mooie nieuwe uitdaging.” Het zou ook best kunnen dat hij er over een paar jaar op is uitgekeken, zegt Versteeg. „Dan kan hij zomaar zeggen: ik ga wat anders doen.”

Maar vooralsnog is De Boo net begonnen aan dit nieuwe avontuur. Mondiaal succes ligt in het verschiet, misschien dit weekend al. Gastmoeder Liemburg verheugt zich erop. „Ik heb altijd gezegd: rechtop zitten, met mes en vork eten, niet smakken. Want er komt een dag dat jullie medailles gaan winnen en dan worden jullie uitgenodigd voor een lunch bij de Koning en de Koningin. Ze lachten me altijd uit, maar die dag komt er voor Jenning misschien wel aan.”