Veelzijdig wielertalent Fem van Empel leert ook van verliezen

Reportage

Veldrijden Favoriet Fem van Empel won nu eens niet, bij de wereldbeker in Hulst. De 20-jarige wielrenster kijkt verder dan het veldrijden.

Fem van Empel tijdens de wereldbekercross in Hulst, waar ze na een val als tweede eindigde achter Puck Pieterse.
Fem van Empel tijdens de wereldbekercross in Hulst, waar ze na een val als tweede eindigde achter Puck Pieterse.

Foto David Pintens/Belga Photo

Op de plek waar normaal eens per uur bus 589 naar Ossenisse stopt, rijdt op de vroege zondagmorgen de kersverse Europees kampioen veldrijden zich warm. Schuilend voor de regen in een bushokje in Hulst trapt Fem van Empel haar trappers rond op de rollerbank, haar hagelwitte wit-blauwe kampioenstrui om de schouders, een witte koptelefoon op haar oren en een verbeten blik op haar gelaat.

Haar vader Jean-Paul van Empel kijk van een afstandje toe, zijn regenjas tot de kin dichtgeritst en een rood-wit geblokte muts op zijn hoofd. Hij staat voor de camper van zijn dochter – haar afbeelding staat levensgroot op de achterkant, er wappert een Nederlandse vlag met de tekst ‘Fem-club’. Terwijl hij een hap neemt van een krentenbol zegt vader Van Empel dat hij vertrouwen heeft in een goede prestatie tijdens de aanstaande wereldbekerwedstrijd: „Het parcours in Hulst ligt haar wel. Veel klimmen en dalen, veel lopen naast de fiets. Ze is net als ik was een goede loper. Ze maakt een goede kans om te winnen.”

De pas 20-jarige Van Empel begint tegenwoordig als favoriet aan elke wedstrijd in het veldrijden. Ze won tot nu toe acht van de elf wedstrijden die ze reed, in de andere drie wedstrijden werd ze tweede. Hoogtepunt was de Europese titel in het Belgische Namen, die ze ondanks een lekke band waardoor ze een stuk moest teruglopen naar de materiaalpost met overmacht wist te winnen. Ze kwam solo op de finish, met ruim 20 seconden voorsprong op de rest.

Veelscorende spits

Het is nog maar drie jaar geleden dat Van Empel besluit zich te focussen op het wielrennen. Daarvoor is ze een veelscorende spits van RKSV Nuenen, en droomt ze van een profcarrière bij Bayern München. Fietsen doet ze alleen om in de winterstop fit te blijven. Maar ze besluit voor het wielrennen te kiezen, de sport die haar vader en oom Micky van Empel in het verleden ook beoefenden.

De voormalige coach van Micky, Aschwin van Oorschot, wordt ook haar coach. Hij schrijft in samenspraak met haar vader een vijfjarenplan. Ze willen Van Empel rustig brengen, voorkomen dat haar hetzelfde overkomt als Ceylin del Carmen Alvarado, die in 2020 op jonge leeftijd wereldkampioen werd maar daarna ver wegzakte.

Al in jaar twee, het afgelopen seizoen, weet Van Empel haar eerste twee wereldbekerwedstrijden te winnen. Maar de echt grote stap volgt na deze zomer. „We zijn na het vorige seizoen gaan kijken wat Fem wilde verbeteren”, vertelt Van Oorschot een paar dagen voor de wedstrijd over de telefoon. „We kwamen erop uit dat ze een vleugje Lucinda Brand nodig had. Die kan heel lang een hoog tempo rijden.” Als Van Empel minder op explosiviteit gaat trainen en meer op duurvermogen, blijkt ze een enorme motor te hebben. Van Oorschot: „Haar belastbaarheid bleek heel hoog te zijn, ze herstelde snel van zware trainingen. En toen ze deze zomer Nederland kampioen mountainbiken werd bij de beloften, dacht ik voor het eerst van: ‘Wow, wat is dit?’”.

Die overwinning tekent de veelzijdigheid van Van Empel, die ambities heeft in zowel het veldrijden, mountainbiken als het wielrennen op de weg. „Haar grote talent is de variëteit waarmee ze kan fietsen. Ze kan sprinten, durft met haar handen onder in de beugel aan te zetten, kan tempo op kop rijden en solo wegfietsen. De andere rensters zijn eenzijdiger”, zegt Van Oorschot, die met Van Empel op de baan traint, soms experimenteert met trapfrequenties en zijn pupil vaak klimwerk laat doen. Zo houdt hij Van Empel gemotiveerd, zegt hij: „Het moet niet saai worden, dan vindt ze er weinig aan. Na vier of vijf maanden veldrijden is ze er wel weer even klaar mee.”

Het verklaart ook waarom ze per 1 januari overstapt van haar huidige ploeg Pauwels Sauzen-Bingoal naar Jumbo-Visma. Daar fietst het grootste multi-talent van allemaal, Marianne Vos. Net als zij wil Van Empel op alle disciplines blijven uitkomen, vertelt haar vader. Dit jaar is het wereldkampioenschap veldrijden in Hoogerheide het grote doel, daarna kwalificatie voor de Olympische Spelen in Parijs op de mountainbike. Intussen wil ze komend seizoen haar debuut maken in enkele voorjaarsklassiekers op de weg. „Ze vindt alle drie de disciplines leuk, maar ze zal ze niet kunnen blijven combineren. Dat zal zich de komende jaren vanzelf filteren”, zegt Jean-Paul van Empel.

Koud en guur

In het Zeeuwse vestingstadje Hulst begint Van Empel aan de Vestingcross als klassementsleider in de wereldbeker, nadat ze de eerste vier wedstrijden op rij won en daarna twee keer tweede werd. Voor het eerst in drie jaar mag de organisatie van de Nederlandse wedstrijd weer publiek verwelkomen, die niet alleen voor Van Empel komen, maar ook de kans krijgen Mathieu van der Poel zijn eerste veldrit te zien rijden.

Het weer werkt niet mee. Uit de speakers mogen dan wel zomerse deuntjes klinken, het is zondag koud en guur. De lokale supermarkt deelt gratis mutsen uit, die gretig aftrek vinden. Door de onophoudelijke regen is het toch al technische circuit met veel schuine kanten, steile hellingen en scherpe bochten nog lastiger dan normaal. In het publiek kun je de remmen van de renners horen piepen, de kettingen ratelen bij het schakelen en de plaggen vliegen in het rond. De enige plek waar de renners droog zijn, is wanneer ze onder de 18de-eeuwse molen die in het parcours is opgenomen doorrijden.

Het deert de honderden toeschouwers niet. In regenjassen, laarzen aan de voeten en paraplu’s in de hand, staan ze in de rij om op tijd binnen te komen. Ze komen veelal van over de grens: de voertaal is Vlaams, net als de frieten. De wedstrijd begint vroeger, zodat het op tijd afgelopen is voor de WK-wedstrijd België-Marokko, die op de grote schermen wordt uitgezonden.

Maar de vrouwenwedstrijd is onmiskenbaar een Nederlandse aangelegenheid. Dat begint al bij de start, als de top 8 van het wereldbekerklassement wordt aangekondigd. Zeven van de acht rensters op de eerste startrij zijn Nederlands – en dan doet Marianne Vos niet eens mee. Als laatste wordt Van Empel aangekondigd – de leading lady van de strijd om de wereldbeker, aldus de omroeper.

Al snel na het startschot worden de enorme krachtsverschillen duidelijk in het peloton, dat zondag uit 49 vrouwen uit tien landen bestaat. Na een halve ronde rijden de drie koplopers – Van Empel, Del Carmen Alvarado en Puck Pieterse – meer dan een minuut weg voor op de nummer laatst in de wedstrijd.

Van Empel rijdt in de derde ronde op kop als ze bij een afdaling valt. Eenmaal opgestaan staat haar stuur scheef en schakelt haar derailleur niet meer terug. Even is de concentratie weg en door nog een paar valpartijen verliest ze een minuut op Pieterse, die even later de wedstrijd wint. Van Empel heeft nog zoveel voorsprong op de rest dat ze tweede wordt.

Fiets opmeten

Na afloop toont ze zich teleurgesteld. „Ik reed echt goed, dus dan is het gruwelijk jammer dat je door pech niet mee kan doen om de overwinning.” Maar ze kan het ook relativeren. Van Empel zit in een trainingsperiode, Van Oorschot liet haar laatst op de fiets vanuit haar woonplaats Den Dungen naar de wereldbekerwedstrijd in Beekse Bergen komen. Ze had deze week ook kennismakingsdagen bij haar nieuwe ploeg, waar ze zich liet opmeten voor haar nieuwe fiets. De ploeg helpt haar alvast met alle media-aandacht, die Van Empel maar lastig vindt. „Er komen heel veel nieuwe dingen op me af. Daardoor mis ik nog een paar procent”, zegt ze.

Haar coach Van Oorschot noemde het op voorhand niet erg als Van Empel niet zou winnen. „Ze moet eerst leren verliezen voordat ze kan leren winnen”, zei hij Cruijffiaans, waarmee hij bedoelde dat het goed is als ze leert omgaan met teleurstelling en tegenslag. Van Empel kan zich daar wel in vinden. „Ik leer nog elke week bij, en ik kan beter nu verliezen dan aan het einde van het seizoen.”

Dan moet ze het podium op voor de huldiging. Eerst krijgt ze bloemen voor haar tweede plaats in de Vestingcross, daarna mag ze terugkomen voor een nieuw exemplaar van de leiderstrui omdat ze nog altijd eerste staat in het wereldbekerklassement. Ze lacht, zwaait naar het publiek, stapt het podium af en trekt een dik jack aan. De rits gaat tot de kin, de capuchon over het hoofd. Dan gaat de fiets om de schouder en loopt ze weg. Snel uit de kou, snel naar huis.

Lees verder…….