Moeder natuur is niet lief, ze is keihard en onvoorspelbaar

Biomimetica Technologie waarmee de natuur wordt verwoest kun je ook gebruiken om haar te versterken, betoogt filosoof Vincent Blok in zijn boek. „De dominante blik is nu het wereldbeeld van Spaceship Earth.”

Een gekko-pootFoto Getty Images
Een gekko-pootFoto Getty Images

Extreem goed plakkende wondpleisters, gebaseerd op de microscopische haartjes waarmee gekko’s zichzelf vastplakken aan muren. Zonnecellen die zijn afgekeken van de fotosynthese van planten. Algoritmes voor zelfrijdende auto’s, gebaseerd op hoe mieren zich in colonnes voortbewegen en tegelijk afstand houden tot elkaar (mieren staan zelden in de file).

‘Biomimetische technologie’, waarin de natuur wordt nagebootst, is sterk in opkomst in diverse takken van wetenschap, bij ontwerpers en in productontwikkeling. Volgens een groeiende groep denkers zou biomimetica zelfs wereldproblemen kunnen helpen oplossen, van klimaatverandering tot biodiversiteit tot grondstoffenverbruik.

Dat denkt ook Vincent Blok, die als techniekfilosoof aan Wageningen University & Research veel over het onderwerp publiceert en het recentelijk verschenen boek Van wereld naar aarde schreef. „Biomimetica is een beetje mijn liefdesbaby”, zegt hij, tijdens een digitaal gesprek vanuit zijn thuiswerkkamer.

In zijn werk betoogt hij dat we ons als samenleving en als individu niet antropocentrisch zouden moeten oriënteren – de mens staat centraal – maar ecocentrisch: de natuur staat centraal. In het boek verkent hij de filosofische basis van zo’n ander wereldbeeld. Biomimetica speelt daarbij een grote rol. Als je nieuwsgierig kijkt naar de natuur om ervan te leren in plaats van haar te exploiteren, hanteer je al een heel andere blik. „De dominante blik is nu het wereldbeeld van Spaceship Earth”, zegt Blok.

Veel mensen, bedoelt hij, zien de aarde als een soort ruimteschip, waarbij de mens het stuur in handen heeft en met allerlei knopjes en hendeltjes op het dashboard de omstandigheden aan boord kan bijstellen en zo het ruimteschip van koers kan laten veranderen.

Command and control-denken

Maar de aarde is te complex en onvoorspelbaar om te besturen en bedienen, stelt Blok. Juist denken dat dat wél kan leidt volgens hem tot „megalomaan command and control-denken” over hoe we de klimaatcrisis en de ecologische crisis wel met nieuwe uitvindingen te lijf kunnen gaan. Het is de manier van denken die zorgt voor de ontwikkeling van machines om CO2 uit de lucht te zuigen, ‘geo-engineering’, zoals ruimtespiegels om zonlicht weg te kaatsen of het trekken van sluiers van zwaveldeeltjes in de lucht om het aardoppervlak af te koelen. Met sommige van die technieken wordt op kleine schaal geëxperimenteerd. Als we er maar genoeg technologie tegenaan gooien, dan krijgen we het klimaat wel weer onder controle, is de aanname.


Lees ook meer over biomimetica: Medische instrumenten geïnspireerd op de inktvis

Volgens Blok is het „de hoogste tijd” om radicaal andere vragen te stellen over onze verhouding tot de natuur en technologie. „De vraag moet niet zijn: kunnen we van de natuur een instrument maken? Maar: kan ik technologie gebruiken om de levende natuur te versterken? Om de natuur te emanciperen in plaats van te exploiteren?” Hij denkt dat biomimetica een manier is om dat te doen.

Maar ook biomimetische technieken maken van de natuur een instrument, toch? Met die gekko-pleisters leen je een idee uit de natuur om menselijk nut te maximaliseren. Zoals sporters aerodynamische pakken dragen gebaseerd op de textuur van de huid van haaien. En het oervoorbeeld van biomimetica: klittenband, afgekeken van de haartjes waarmee sommige plantenzaden zich vasthechten aan dierenvachten. Maar of de wereld nou veel beter is geworden van al die consumptiegoederen met klittenband? Het hangt er maar net vanaf hóé je biomimetica gebruikt.

„Je kúnt biomimetica ook inzetten om ecologische processen te helpen”, zegt Blok. Hij wijst op recente geslaagde experimenten waarbij het herstel van koraalriffen is versneld door er kunstmatige stukken rif tussen te plaatsen. Daaraan kan het zeeleven zich makkelijker vastzetten, waardoor steeds meer leven wordt aangetrokken. „Dat kan koraalriffen precies een zetje de goede kant op geven.” Ook werd onlangs bij een experiment geluid opgenomen op gezonde koraalriffen, dat daarna met onderwaterspeakers werd afgespeeld op aangetaste riffen. Het geluid van leven in gezonde ecosystemen trekt vissen en andere dieren aan en kan zorgen voor herstel van het rif, ontdekten de onderzoekers.

Blok noemt ook een project in de Verenigde Staten, waarbij met hulp van gentech speciale eikenbomen zijn opgekweekt en uitgezet in bossen waar die grotendeels verdwenen waren, om zo de bodem en de diversiteit in bossen te herstellen. „Het kweken en terugplaatsen van die bomen gebeurt niet om er meer geld mee te verdienen, maar om een ecosysteem te versterken.”

Natuur als lieve moeder

Dit soort biomimetische en regeneratieve technieken kun je volgens Blok dus gebruiken om al bestaande processen in de natuur te versterken, in plaats van die te willen beheersen. „Het nudgen van de ecosystemen”, noemt hij dat. Zo zorg je dat technologie met de natuur meewerkt om problemen op te lossen, in plaats van ertegenin.

Blok is niet bepaald de eerste filosoof die oppert dat het niet om onszelf moet draaien maar om ecosystemen, en dat de mens niet buiten de natuur staat maar er juist een diepe verbondenheid mee heeft. Boeken over filosofische ideeën als interbeing (het idee dat leven alleen bestaat in relatie tot al het andere leven), deep ecology (de filosofie dat al het leven waardevol is, ongeacht het nut voor de mens) en het symbioceen (een utopisch tijdperk van symbiose met de rest van het leven op aarde) zijn in opmars. In deze filosofieën staat centraal dat de mens een gelijkwaardig onderdeel van de natuur is en zou moeten streven naar een staat waarin mens en aarde weer in een soort pre-industriële harmonie leven.

Maar Blok zet zich daar in zijn boek tegen af. „In veel van die ideeën wordt de natuur gezien als een soort lieve moeder, die ons wel beter zal verzorgen als we wat aardiger voor haar zijn. Terwijl de natuur juist keihard, complex en onvoorspelbaar is.” Je hebt in de natuur niet alleen te maken met de ecosystemen en de menselijke wereld, maar ook met de aarde zélf, die kan uitbarsten, beven, openscheuren, tsunami’s kan veroorzaken, betoogt hij in zijn boek.

En bovendien „zit er in veel van die ecologische filosofieën vaak een anti-technologische houding”, zegt hij. Verlangen naar een natuurlijk leven, zonder de technologische ontwikkelingen die mensen van elkaar en de natuur vervreemden. En technologie is óók onderdeel van de mens – en dus van de natuur, vindt hij.

„Een stoommachine is niet alleen een machine, maar een techniek die alle verhoudingen door elkaar schudt, maatschappelijk, sociaal en ecologisch.”

Je kunt de mens en de natuur op aarde niet los zien van technologie, betoogt hij. Maar het maakt wel uit op welke manier we die technologie gebruiken. „Er zijn zó veel andere manieren mogelijk.”

Lees verder…….