Kunstenaar Levi van Veluw verbouwt Singer Laren: ‘De chique hardhouten vloer bedekken we met 15.000 kilo gemarmerde klei’

Kunstenaar Levi van Veluw (38) bouwde in Singer Laren aan zijn eerste grote overzichtstentoonstelling, getiteld: ‘Labyrinth of memories’. „Het ziet er op dit moment uit als het magazijn van een bouwmarkt.”

Levi van Veluw tijdens de installatie van zijn werken in Singer Laren.
Levi van Veluw tijdens de installatie van zijn werken in Singer Laren. Foto Bram Petraeus

Zondag 17 maart

Zonder context geen kunst

Rond 07.00 uur ’s ochtends rijd ik het verlaten terrein van de opslag op. Hier staan honderden schotten, glasplaten, geverfde balletjes, zakken steenkool en meer dan 1.500 replica’s van mijn eigen hoofd. Vandaag gaat alles in vier grote vrachtwagens op transport.

In het voorste gedeelte van de opslag zit een wasmachinewerkplaats. Twee mannen werken er onafgebroken aan het oplappen van wasmachines. Als ik langsloop denk ik terug aan mijn kindertijd en aan onze tuin vol met vaatwassers, koelkasten en vrieskisten. De plek waar we eindeloos tussen het opgestapelde witgoed verstoppertje speelden.

Terwijl mijn vader zich dagenlang afzonderde in zijn werkplaats en zich bezighield met de reparaties en het innen van facturen, bepaalden wij onze eigen regels. Ik besef dat de drang naar een vrij beroep waarschijnlijk al op deze jonge leeftijd werd gevormd.

Een bezoek aan de opslag gaat altijd gepaard met gemengde gevoelens. Enerzijds roept het herinneringen op aan mijn jeugd en anderzijds brengt het de kunst terug tot het absolute nulpunt. Want wat blijft er eigenlijk over van kunst als je haar ontdoet van zijn context? In deze troosteloze schuur heb ik al mijn verbeeldingskracht nodig.

Maandag 18 maart

De reünie

Vandaag voelde als een twaalf uur durende aflevering van De Reünie. Iedereen was er. Allemaal leuke mensen waarmee ik de afgelopen vijftien jaar heb samengewerkt, bam, in één keer samen in Laren.

Het is even ongemakkelijk, maar al snel beginnen de verhalen over Frankrijk, waar we in een chateau een eeuwenoude stijlkamer met 5.000 liter zwart water vulden. Hoe iedereen nachtenlang wakker lag met de gedachte dat door een enkele fout driehonderd jaar aan erfgoed in een etmaal zou kunnen worden verwoest, door een tsunami aan zwarte inkt.

Iedereen moet hard lachen als we het hebben over Italië, waar we op eco strobedden sliepen en we vergingen van de rugpijn. Behalve René, want die had dankzij zijn antroposofische opvoeding vroeger ook zo’n matras. Hoe we in een dronken bui zijn haar knipten en de volgende ochtend moesten constateren dat hij was veranderd in de broer van Kim Jong-un. Of de achtbaanrit in een verlaten pretpark, waar het wagentje werd aangevuld met zandzakken en paspoppen, en het bleke gezicht van Stas toen we vertrokken.

Dit keer helaas geen vrije dagen, want we hebben maar acht dagen om dit hele museum te verbouwen. Stipt 09.00 uur moet ik dan toch even de baas spelen en verbreek de gezelligheid. „Okeeee jongens, we gaan beginnen!”

Dinsdag 19 maart

De metamorfose

Het museumpersoneel haalt in sneltreinvaart de werken van de voorgaande tentoonstelling uit de ruimtes. Overal staan kisten, palletwagens en steigers. Ik ren als een scheidsrechter zonder fluit van zaal naar zaal en probeer alles naar behoren te coördineren.

Ik probeer mijn hoofd koel te houden. Telkens zie ik mijn assistenten de gang in komen met delen van installaties. Een groot deel hebben we afgelopen maanden gemaakt, maar er zijn ook kunstwerken die ik zelf al vijftien jaar niet meer heb aangeraakt.

Ik roep: „Voorzichtig. die balletjes zijn breekbaar”. En: “Kijk uit voor de hoeken van de spiegels!”

Normaal hangen in dit museum enkel schilderijen aan een muur. Maar nu zal de chique hardhouten vloer bedekt worden met terracottakleurige panelen en 15.000 kilo gemarmerde klei. De vers gestucte muur wordt ondergesmeerd met blauwe latex en het hightech plafond wordt verborgen onder bruin textiel.

Het museumpersoneel kijkt met grote argwaan naar deze totale transformatie van hun zo geliefde museum. De projectleider kijkt mij angstig aan: „Het lijkt toch heel anders dan op de foto’s, alsof jullie de hele Praxis hebben leeggehaald…” Ik begin ook even te twijfelen. Het ziet er op dit moment inderdaad uit als het magazijn van een bouwmarkt.

Foto Bram Petraeus

Donderdag 21 maart

Het lijmpistool

Twaalf jaar geleden maakte ik drie installaties, geïnspireerd op nachtmerries uit mijn jeugd. Eén van deze installaties omvat mijn vroegere slaapkamer waarvan de muren en alle objecten zijn beplakt met meer dan 10.000 houten ballen. In 2016 kocht Museum Arnhem dit kunstwerk. Voor deze tentoonstelling hebben we het in bruikleen.

Ik mailde al een paar keer heen en weer met de vraag of het echt nodig was. Ja het was echt nodig, het was een vast protocol waar niet van afgeweken kon worden: de installatie van het kunstwerk moest bijgewoond worden door een collectiemedewerker van het museum. Dat deze medewerker nog nooit een opbouw van het werk had bijgewoond en dus geen benul had van welk schroefje waar hoorde, deed niet ter zake.

Terwijl ik de zaal in wandel om te kijken hoe het proces verloopt, zie ik een paar houten ballen over de grond rollen. Mijn kennis van lijm was in de beginjaren van mijn carrière nog onderontwikkeld, dus lijmde ik de 10.000 houten ballen vast met hete lijm. Ik zie de collectiemedewerker driftig aantekeningen maken in zijn blocnote, lichte paniek. Als hij na een aantal seconden weer opkijkt zitten de ballen alweer op hun plek en steek ik onverstoorbaar het lijmpistool terug in de gereedschapskist. Toch een fijn idee, dat ze mijn installatie zo zorgvuldig behandelen.

Elk onderdeel moet exact zo blijven als ik dat ooit bedoeld had. Wel raar, het voelde nog wel mijn kunstwerk, maar dat was het niet meer.

Dinsdag 26 maart

De opening

Mijn kinderen vinden mij een cultuurbarbaar. Waarschijnlijk zou je verwachten dat een museum tot de natuurlijke biotoop van een kunstenaar behoort. In mijn vrije tijd loop ik er het liefst met een grote boog omheen. In een museum denk ik vooral aan werken, ik kan er niet onbevangen rondlopen. Dus laat ik dat deel van de opvoeding graag aan mijn vrouw over.

Vandaag was een uitzondering, want het was mijn eigen opening. Zo veel mensen, een hele theaterzaal vol, mijn vrouw en kinderen, mijn familie, vrienden, assistenten, verzamelaars, mijn dierbare galeriehouder Ron en alle andere trouwe volgers van mijn werk. Het was een race tegen de klok om alles binnen een week op te bouwen, spierpijn, wallen en een gekneusde voet, maar wat een ontlading. In een volle zaal ontvang ik de Singerprijs en vertel ik over de tentoonstelling.

Daarna incasseer ik zoveel complimenten dat ik de volgende dag met een kater wakker wordt. Vandaag weer even alles relativeren, gelukkig ben ik daar best goed in.

Lees verder…….