N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Interview
Wat maakt het leven de moeite waard? Beeldend kunstenaar Erik Mattijssen krijgt veel opdrachten van ziekenhuizen. „Het houdt me bezig waarom verdriet en drama als diepere emoties gelden, en geluk en vrolijkheid als oppervlakkige.”
Die ochtend liep hij door een Amsterdams ziekenhuis, waar hij een afspraak had met een arts. Hij was te vroeg en dacht: ‘Ik ga ’ns kijken wat hier zoal aan de muur hangt’
Algauw vroeg hij zich af: ‘Waarom is het hier zo lelijk, zo naar, zo slap?’ In woorden schetst hij de bekende beelden, van lange gangen, wachtkamers met meubilair dat aan niets anders doet denken dan wachtkamers, met hier en daar een verdroogde plant die duidelijk niet gedijt onder een systeemplafond met tl-buizen.
Erik Mattijssen (1957) is beeldend kunstenaar. Dat stuurt zijn blik. Hij zegt: „Ik vind het onbegrijpelijk: zoveel niksigheid, in een omgeving waar de mens op z’n kwetsbaarst is.”
Aan een verpleegkundige, die een testje bij hem afnam, had Mattijssen voorzichtig gevraagd: „Doen ze ook aan kunst in dit ziekenhuis?” Zij antwoordde: „Ja, dat geloof ik wel, maar ik let daar niet op. Ik heb m’n vaste route naar mijn werkplek. En verder kijk ik niet echt om me heen.”
Zij noemde een beeld, dat ergens in het ziekenhuis zou staan, ooit geschonken door een arts. Hij ging ernaar op zoek. Hij vond het, verloren in een wachtruimte, pal voor een opgeblazen foto van het Amsterdamse Museumplein. „Die wandvullende foto’s kom je overal tegen. Het is de plaag van deze tijd. Een tulpenveld hier, een dorp met een kerkje daar, en dan opeens de Grand Canyon. Er zit geen enkele gedachte achter. Het zijn willekeurige, veilige keuzes; en een onderschatting van mensen die een ziekenhuis bezoeken, of daar werken.”
De werken van Mattijssen zijn groot en klein tegelijk, kwetsbaar in details, uitbundig in formaat. Vaak beslaan ze complete wanden. Hij werkt op papier, zelden of nooit op canvas, met potlood, pastel en gouache. Alledaagse spullen en figuren brengt hij bij elkaar in combinaties die tegelijk herkenbaar zijn en vervreemdend werken. Waarom hangt er een nijlpaard aan een touwtje boven de schoorsteenmantel?
Poppen, speelgoed, dieren, kruidenierswaren verzamelen zich op en rondom keukentafels, in vensterbanken, in winkeletalages. Wie houvast zoekt in de stijl van Mattijssen: iets van Henri Matisse en David Hockney schemert erin door.
In de afgelopen jaren heeft hij opvallend vaak opdrachten gekregen van ziekenhuizen. Hij maakte werken voor het Leids Universitair Medisch Centrum, het Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis in Amsterdam en het Isala-ziekenhuis in Meppel. Een uitvaartcentrum in Utrecht kocht vijf van zijn werken, in de overtuiging dat verhalende kunst afleiding en verlichting kan brengen voor rouwenden. Op dit moment werkt hij aan een opdracht voor het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht.
Het nieuw te bouwen Isala-ziekenhuis in Meppel heeft een kunstcommissie, die hem liet meedenken over de vraag: hoe creëren we een gastvrije sfeer bij de balies van vier poliklinieken? „Ik maak mijn werk graag met een specifieke plek voor ogen”, zegt Mattijssen. „Zo ontstaat samenhang en versterken de ruimte en het werk elkaar.”
Voordat Mattijssen aan zijn opdracht voor de poli’s begon, bracht hij in Meppel een dag door in wachtkamers. Aan patiënten vroeg hij: ‘Wat is de plek waar u nu het allerliefste zou willen zijn?’ Hij pakt zijn smartphone en laat uitspraken horen die hij verzamelde. Zoals: ‘Op de truck, meneer’; ‘Het liefst zou ik nu op een terras zitten, met een glaasje wijn, en dan mensen kijken, veel mensen zien’; en: ‘Wandelen langs een paadje met fluitenkruid. Dat vind ik het allermooiste: fluitenkruid, als hoopvol begin van iets nieuws. Maar dat zit er voor mij niet meer in.’
Sinds bijna twee jaar hangen zijn werken in het ziekenhuis van Meppel. Titels: De caravan, De aanbouw, De hangmat en De leunstoel.
Ter voorbereiding van zijn werk voor het kinderziekenhuis in Utrecht stuurde hij een brief aan kinderen die in het ziekenhuis waren opgenomen, met de vraag: ‘Wat is hier nu niet dat je graag bij je zou willen hebben?’ Hij ontving tientallen antwoorden: ‘Mijn hele familie’, ‘De toverstaf van Harry Potter’, ‘Een hamsterpaard’, ‘Een mooie zonsondergang’. En ook: ‘Echte pannenkoeken’.
Dit laatste wordt de titel van het werk, dat dit najaar klaar moet zijn. Als inspiratiebron ziet hij een foto voor zich uit 1925, van een speelgoedkraam op Gare Montparnasse in Parijs, waar de illusionist en filmmaker George Méliès zijn laatste dagen sleet.