Column | Duurder

Marcel van Roosmalen

Bij de groenteboer vroeg een vrouw of een eventuele atoombom in Oekraïne gevolgen zou hebben voor de prijzen van groente en fruit. Het was voor het eerst dat ik iemand in Wormer hardop hoorde filosoferen over de mogelijke escalatie van de oorlog in het Oosten. We keken beiden naar de assistente van de groenteboer, die onverstoorbaar met een grote plastic pollepel door de bak gesneden fruit harkte.

„Oekraïne is toch meer graan en zo”, zei ze. „Ik kan een-twee-drie geen groenten noemen uit dat gebied.”

Ze keek over haar bril de winkel in.

„Wortels, aardappels, boerenkool, zuurkool…”, zei ik.

De vrouw die de vraag had gesteld leek gerustgesteld.

„Maakt u zich zorgen?”, vroeg ik.

„Wel over de prijzen”, zei ze.

Een andere klant, ze kenden elkaar van het korfbal, begon over de zorgverzekeringspremie.

„Alles wordt duurder. Alles.”

Ik filosofeerde door over de nucleaire dreiging, en over een mogelijke kernoorlog. Hier zat echt niemand op te wachten.

Ik moest aan mijn vader denken. Hij was vijftien toen de oorlog uitbrak, ik had hem vaak gevraagd of ze de dreiging voelden aankomen. Hij herinnerde zich de mobilisatie, een broer op een uitkijkpost bij de Afsluitdijk en dat zijn ouders in Middelbeers zich tot vlak voor de Duitse inval vooral druk maakten over de gestegen boterprijs.

‘De boter was destijds zo duur dat ze ‘ons Frans’ naar België stuurden voor roomboter.” (‘Ons Frans’ was een oudere, licht autistische broer die later schoenmakersassistent zou worden, en Middelbeers ligt op een halve dag wandelen van België.) „En als hij dan terugkwam met boter, dan was het feest. Dat smeerden we overal op. Ja, die boter was dan zo op.”

Tijdens de bezetting drukte het gebrek aan tabak op het gezin, de vader van mijn vader was behalve hoofdonderwijzer ook vooral kettingroker.

Klein huishoudelijk leed verslaat alles. De berichten over de verschrikkingen die tijdens de bezettingstijd tot in Middelbeers doorsijpelden, vielen vaak in het niet bij het verplicht plakken van bonnen voor het doen van de boodschappen.

Ook nu legt de actualiteit het af tegen de economische werkelijkheid.

Mocht het allemaal toch fout gaan qua escalatie en we overleven het, dan zal ik het nageslacht vertellen over hoe het leven toch doorging. Dat iedereen vooral bezig was met zichzelf en dat we elkaar vonden in de angst dat alles nog duurder zou worden.

Marcel van Roosmalen schrijft op deze plek een wisselcolumn met Ellen Deckwitz.

Lees verder…….