In de stilte werd de muziek nog mooier

Recensie


Muziek

Klassiek Tweemaal Mahler, in het noorden en het oosten. Bij Phion zat er nog rek in de uitvoering, die door het NNO stond als een huis.

Dirigent Antony Hermus speelt met het Noord Nederlands Orkest de tiende symfonie van Mahler.
Dirigent Antony Hermus speelt met het Noord Nederlands Orkest de tiende symfonie van Mahler.

Foto Mariska de Groot

De orkesten in het noorden en het oosten van het land hebben allebei iets met Mahler in december. Phion, ‘orkest van Gelderland en Overijssel’, programmeert ieder jaar rond kerst een symfonie, dit jaar met dirigent Claus Peter Flor en de gigantische Derde. Bij het Noord Nederlands Orkest is vast gastdirigent Antony Hermus bezig met een cyclus van alle symfonieën. Dit jaar deed hij de Tiende, waarvan Mahler alleen het eerste deel voltooide; Hermus koos voor de versie die is afgemaakt door Deryck Cooke.

De tournee van Phion begon vrijdagavond in Enschede. De zesdelige Derde symfonie, de langste in het standaardrepertoire, is geen makkelijk stuk om greep op te krijgen, met het grotesk uit de kluiten gewassen openingsdeel (bij Flor een keurige, haast vlotte 32 minuten), de altsolo, het koor, de veelheid aan muzikale ideeën en tot slot het magistrale Adagio. Het geheel duurde iets minder dan een uur en veertig minuten.

Flor had wel iets Karajan-achtigs, met zijn grijze haardos, zijn gedrongen postuur en zijn gedecideerde brede gebaren. De beoogde grootsheid kwam in het openingsdeel nog niet uit de verf, daarvoor waren de talrijke climaxen te gelijkvormig en bleef de dynamische bandbreedte te nauw. De kamermuzikale momenten in de volgende delen werkten veel beter, al ontbrak nog vaak de pure klankschoonheid, wanneer Mahler de tijd stilzet; en juist daarin huist de magie. Wel waren er mooie solistische bijdragen van onder meer fluit, hobo en viool. In het koper vielen enkele stroeve maten op.

De vocale delen vier en vijf stonden fier overeind, dankzij Concensus Vocalis, kinderen uit het Nationaal Jeugdkoor en het Nationaal Jongenskoor én mezzosopraan Katarina Bradić, die met haar heerlijk donkere geluid ook in het lage register moeiteloos de zaal vulde. Daarna volgde het hoogtepunt van de avond: de naadloze inzet van het slotdeel, met die elegante, breed uitwaaierende, levenswijze melodie, door de strijkers. In de finale was de juiste balans nog niet helemaal getroffen, maar je vermoedde een groeipotentieel dat Phion komende week kan waarmaken.

Hermus en het NNO speelden de Tiende zaterdag in De Oosterpoort voor de tweede en laatste keer. Mahler stierf voor hij de orkestratie kon voltooien en de symfonie gold daarom lange tijd als onuitvoerbaar, maar sinds de jaren 60 hebben verschillende musicologen een speelbare partituur gemaakt. De versie van Cooke (die de zegen kreeg van Alma Mahler) is het bekendst. Er zijn grote dirigenten die vinden dat je van de symfonie af moet blijven, of alleen het openingsdeel mag spelen; maar waarom zou je geen glimp proberen op te vangen van Mahlers laatste visioen?

Zeker bij het NNO was daar veel voor te zeggen, want de uitvoering stond als een huis. Het lange eerste deel was goed opgebouwd en etaleerde een warmbloedige klank. Het eerste Scherzo piekte wel erg snel, maar het korte middendeel, Purgatorio, was een geweldig spel van contrasterende thema’s, lichtvoetig tegen duister-knorrend. Een donderende doods-trom luidde het vervoerende slotdeel in. Na het wegsterven van de laatste klanken hield Hermus de spanning schitterend vast en bleef het bijna een minuut stil – een louterende stilte, waarin de muziek nog mooier werd.


Klassiek Bekijk een overzicht van onze recensies over klassiek

Lees verder…….