‘Ik wilde niet de vrouw zijn die op zondag het vlees snijdt’

Laura: „Vanaf mijn zestiende heb ik in de horeca gewerkt. Als gastvrouw en sommelier, in verschillende zaken, op verschillende niveaus. En toen leerden Tamara en ik elkaar kennen op een strandfeestje.” Tamara: „Het duurde nog even voor we een relatie kregen, maar toen dat eenmaal zover was, kwam het gesprek op kinderen. Wilden we die? En hoe gingen we dat combineren met horecalevens waarin we allebei zestig uur per week werkten?”

Laura: „Er zijn stellen die het doen, maar wij vonden dat niet een stabiele basis voor een gezinsleven. Toen was de knoop snel doorgehakt dat ik de zwangerschap zou dragen en een andere baan ging zoeken. Ik heb het onderwijs altijd leuk gevonden, dus toen ben ik op een mbo gaan lesgeven en later op een voorschool voor kinderen tussen de tweeënhalf en vier jaar.”

Tamara: „Lau werkt nu 28 uur verdeeld over vier dagen en ik werk vier dagen in de week als chef-kok bij Le Jardin in Utrecht. In het verdelen van de gezinstaken hebben we onze draai moeten vinden.”

Laura: „In het begin vond ik het best weleens zwaar. Na een werkdag deed ik vier keer per week het hele ophaal- en avondritueel in mijn eentje. En als Saar ziek was, moest ik haar van de opvang halen, want Tamara kon niet gemist worden in de keuken. Dan zei ik weleens: hallo, waarom moet ik hier altijd concessies doen?”

Tamara: „Mijn hart ligt in die zaak; ik voel me verantwoordelijk. Maar daarin heb ik de afgelopen jaren wel veel geleerd.”

Laura: „Ja, jij bent er wel echt anders naar gaan kijken.”

Tamara: „Ik heb een stukje ego moeten laten varen. Want het is niet mijn keuken, ze kunnen het ook heus zonder mij. En bovendien wilde ik thuis niet die vrouw zijn die op zondag het vlees snijdt, zeg maar. Wat dat betreft is er ook wel wat veranderd in de mentaliteit in de horeca. Er is tegenwoordig aandacht voor de mens en de werk-privébalans. Vroeger was het toch meer: mond houden en doorwerken.”

Laura: „Nu Saar bijna vier is, merken we dat het sowieso allemaal wat makkelijker gaat. We hebben ons ritme gevonden.”

Tamara: „Ik werk nu drie avonden in de week en één halve dag, waardoor ik Saar van de opvang kan halen. Laura doet het de andere dagen. Dat is goed te doen.”

Camping in Italië

Laura: „Ik mis het horecaleven wel, eerlijk gezegd. Iemand een fijn moment bezorgen, of het nou met een kop koffie is of een achtgangendiner, vind ik nog steeds het leukste wat er is. Dus ik zou heel graag mijn eigen koffiezaakje openen. Of een camping in Italië bijvoorbeeld.”

Tamara: „Ik ben heel dyslectisch, dus die taal zou wel een drempel zijn voor mij. Maar goed, ik snap ook wel dat het nu voor Lau de tijd is om haar dromen na te jagen. Dus dat horecazaakje gaat er wel komen, denk ik. Over de camping gaan we het nog even hebben, haha!”

Tamara: „Ik vind dat ik een goed salaris heb. Ik heb een dertiende maand, een bonus – dus ik mopper niet.”

Laura: „Bij mij is het minder. Ik heb bewust voor de voorschool gekozen omdat ik de ontwikkeling van het jonge kind interessant vind, maar ik snap wel dat er weinig mensen in de opvang willen werken. Het schiet qua salaris niet echt op.”

Tamara: „Het scheelt dat we voordelige vaste lasten hebben. Ik heb dertien jaar geleden dit huis gunstig kunnen kopen. Voor de rest kunnen we gewoon rondkomen. We zouden wel een grotere auto willen dan onze huidige Renault Clio, maar met ons spaarplan zou dat volgend jaar moeten lukken.”

Laura: „Op goed eten bezuinigen we niet. Kaas van de kaasboer, brood van de bakker. We eten nagenoeg vegetarisch, maar de ene keer in de week dat we vlees eten, haal ik het bij de slager.”

Tamara: „Die financiën zijn ook deels de reden dat we het bij één kind willen houden. Maar misschien is dat niet iets voor in dit artikel…”

Laura: „Waarom niet? Ik zou dat juist wel ’ns willen noemen. Overal waar ik kom, vragen mensen: wanneer komt de tweede? Dat is echt de norm. Als niet-heterostel werkt het natuurlijk sowieso een beetje anders. Voor de zwangerschap hebben we tweeënhalf jaar op de wachtlijst gestaan voor een behandeling in het ziekenhuis via de donorbank. Als het weer zo lang duurt, is Tamara bijna vijftig als de baby er is.”

Tamara: „We zouden het wel kunnen betalen, maar dan moeten we meer gaan nadenken over boodschappen of vakantie.”

Laura: „Kun je sneakers kopen van 60 euro, of worden het die van 20 euro die je na drie keer weg moet gooien? Daar staan we niet echt achter. Dus we houden het nu bij één kind. Al zouden we in de toekomst wel openstaan voor een pleegkind in het weekend bijvoorbeeld.”

Macaronimaandag

Laura: „Iedereen denkt dat je, als je samen bent met een chef-kok, vast heel lekker eet iedere dag. Nou, niks ervan. Ik kook verreweg het vaakst.”

Tamara: „Ik vind thuis koken verschrikkelijk. Echt verschrikkelijk. Op mijn werk pak ik alles gewoon uit de voorraad, is alles schoon en opgeruimd. In mijn eigen keuken kan ik gewoon niet uit de voeten.”

Laura: „Laatst zei Saar trots: als mama Tammie kookt, is het altijd macaronimaandag!”

Tamara: „Vroeger gingen Laura en ik nog weleens sterrententen hoppen met z’n tweetjes. Niet te geloven eigenlijk dat we dat geld ervoor overhadden. ”

Laura: „Als we nu uit eten gaan, wordt het sneller pizza of we gaan ergens een patatje eten met Saar. Een heel andere belevenis, maar ook gezellig.”