‘Ik moet reizen’, zeg ik. ‘Anders word ik gek’

Ik moet In de moderne wereld moeten wij de hele tijd van alles, ziet schrijver . Aflevering zeventien van een serie: Hadden we naar Drenthe op vakantie moeten gaan? Dan hoef je tenminste niet met een vliegtuig.



Illustratie XF&M

In de rij op Schiphol. Wat doe je na na tweeënhalf uur? Nee, wacht, even kijken, we staan hier nu 2 uur en 38 minuten. Niemand weet meer welke rij het is en waar die heen gaat. Ik begin te praten over de duistere kant die iedereen heeft. En hoe je die moet dresseren. We hebben allemaal drie levens. De versie van onszelf die we graag presenteren aan de buitenwereld. Dan is er de kant die we aan vrienden en familie laten zien. En ten slotte: hoe je echt bent, de geheimen die je aan niemand vertelt, zelfs niet aan je partner.

„Wat?”, vraagt Lynn. „Waar heb je het over?”

Vijf minuten later. We staan nog op dezelfde plek, geen centimeter opgeschoten. Nu begin ik over jeugdherinneringen. Dat is waar het hele leven om draait. Je wilt terug naar de plaatsen die je bezocht tijdens je jeugd, toen je nog gelukkig was.

„Wat?”, vraagt Lynn weer. „Moet je water? Ben je uitgedroogd, is dat het probleem?”

Ik ben joods, maar met Israël heb ik niet zoveel, ik geloof dat ik al zestien was toen ik er voor het eerst kwam. Mijn jeugdherinneringen liggen daar niet. In Drenthe kwam ik wel veel als kind, niet ver van Westerbork, alleen besefte ik toen nog niet wat daar was gebeurd. Ruinen, Dwingeloo, Ruinerwold – als ik die namen hoor, zit ik weer bij opa en oma op de achterbank van de witte Ford Taunus. In de buurt van Westerbork voel ik me thuis, in Israël niet zo. Het hele leven draait om jeugdherinneringen.

Nu houdt Lynn het flesje water bij mijn mond, ze giet het naar binnen. Hadden we naar Drenthe moeten gaan? Dan hoef je tenminste niet met een vliegtuig. Het drinkwater zal ons zo worden ontnomen, niemand weet wanneer we de rij bereiken waarin we de flesjes moeten afgeven. Weet iemand of je dan ook je schoenen moet uitdoen? We zien het straks, over twee uur. Of drie.

Nog even over die omvolking.

„Wat?”, vraagt Lynn. „Alweer?”

Dus de mensen van die omvolkingstheorie, waarbij de oorspronkelijke bevolking van Europa zou worden vervangen door moslims en ander gevaar – dat zijn toch dezelfde figuren die de zogenaamde joods-christelijke traditie van Nederland altijd zo verdedigen? Zij willen toch die arme joden beschermen tegen gevaarlijke jodenhatende moslims? Maar tegelijk zijn het de machtige joden die achter het complot zitten om de bevolking van Europa te vervangen door moslims? Ik kan het niet meer volgen. Waarom zouden de joden dat doen? En wanneer word ík een keer uitgenodigd voor zo’n geheime joodse vergadering achter de schermen?

Lynn checkt op haar telefoon hoe laat het is. We gaan onze vlucht missen. Tenzij die vertraagd is, zoals in dit paralelle universum alles gebeurt in een andere tijdsbeleving dan in de gewone wereld.

Achter ons in de rij staan ze nu uit te leggen hoe typerend deze chaos is voor de huidige staat van Nederland. De onderkant van de markt, de arme stumpers die hun rug breken bij het inruimen van de koffers: die worden onderbetaald en uitgebuit. En aan de bovenkant van de markt gaat weer een paar miljard belastinggeld naar KLM. Wat we hier voor onze neus zien gebeuren, dat is wat je krijgt na twaalf jaar Rutte.

Huh? Dit gesprek hadden we drie uur eerder al, of was het vier uur geleden? Zo praten mensen als ze net beginnen aan hun rijreis. Na een paar uur wachten ben je dit instapniveau van klagen toch allang gepasseerd? Waarom praten die mensen hier nog over, hebben ze soms voorgedrongen? Ga jij ze confronteren of doe ik het?

„Ik moet reizen”, zeg ik. „Anders word ik gek.”

We mogen een paar meter vooruitlopen.

Ik praat verder over hoe noodzakelijk het is om te reizen, liefst ver weg. Het is gewoon een grondrecht, je wordt er ook een beter mens van.

Lynn onderbreekt me. Ik moet op de kinderen letten. Een paar meter verderop zijn ze nu aan het vechten met de beveiliging.

Lees verder…….