De rozenverkoper kan in een café van een normale situatie een toneelstuk maken

De spullen om ons heen en de dingen die we gebruiken: ze laten zien wat we belangrijk vinden en hoe de wereld verandert. Deze week: de caféroos.



Foto Getty Images

Ik had hem niet zien aankomen. Een vriendin en ik zaten aan een buitentafeltje, we keuvelden, ons gesprek was een en al luwte. Ooit, in een ander gesprek, had ze tegen me gezegd dat de wereld onttoverd was geraakt. En daar verscheen hij, met zijn vaste attribuut, de caféroos. Ze had gelijk, maar niet helemaal. Er zijn tussenfiguren, die zich ophouden in de coulissen, die af en toe naar voren stappen en lijken te zeggen: heel de wereld kan een schouwspel zijn, als je daarvoor kiest.

De rozenverkoper, die in grote steden opduikt bij cafés en kroegen, is in staat een neutrale cafésituatie te transformeren tot een toneelstuk. De dramaturgische ingreep die het toneelstuk in beweging zet, is de magische onthulling van de roos, zijn rekwisiet. Rekwisieten hebben een duidelijke functie: ze voeren de spanning op, ze dwingen de toneelspelers om het stuk naar een hoger niveau te tillen. Als ze dat niet doen, verliest het stuk aan spanning, en dat willen de spelers niet.

Daar zaten we, die vriendin en ik. Met naast ons de rozenverkoper, met zijn rekwisiet in de hand. De onuitgesproken vraag die een rozenverkoper met zijn rekwisiet stelt is niet, zoals veel mensen denken: zijn jullie een stel? De vraag is: zouden jullie een stel kunnen zijn? Je gezelschap kan het daarom als beledigend opvatten als je de roos afwijst, omdat je daarmee impliciet aangeeft dat het voor jou ondenkbaar is hem/haar als aantrekkelijk, interessant of leuk genoeg te zien. Wil je blijven meespelen in het stuk, dan rest je dus geen keuze: je koopt de roos. Ook ik deed dat, op die avond, met die (platonische) vriendin tegenover me.

Je kunt de roos alleen kopen door te veel te betalen. Dat weet de rozenverkoper: met zijn rekwisiet biedt hij je de kans te veranderen in een toneelspeler, een archetype: dat van de romantische mens-van-het-grote-gebaar, de mens die zegt natuurlijk nemen we die roos, geen roos is goed genoeg voor mijn gezelschap. Dat archetype is alleen haalbaar als je niet – ik herhaal níét – gaat steggelen over de prijs. Als je afdingt, heb je de rol in het stuk verloren, en verander je terug in zomaar een sterveling in zomaar een kroeg.

De transformatieve kracht van de caféroos is symbolisch: op zichzelf is de roos niet bijzonder. Wel staat vast dat het een object is, een ding. Normaliter zou ik de natuur en de wereld der dingen scheiden. Maar de caféroos (meestal een geurloze Escapade-roos) is anders: niet alleen vanwege de rekwisietfunctie ervan, maar ook omdat hij vakkundig van zijn natuurlijkheid is gestript.

De carrière (van een leven spreken we niet) van de rozen-als-object ziet er zo uit: in partijen van twee- of driehonderd liggen ze te wachten bij de bloemenstal op de markt. De bloemenman weet dat de rozenverkopers eraan komen. Ze kunnen niet anders, ze hebben een zwaar leven, zijn illegaal ons land binnengekomen en worden gedoogd door de politie. En ze kunnen hun bestaan alleen volhouden door elke nacht de straat op te gaan met bossen rozen, door het avondje uit van mensen met geld en banen en paspoorten op te leuken, door hun de kans te geven boven zich uit te stijgen via de reeds beschreven rol. Daarna trekken de rozenverkopers weer het duister in, ze verdwijnen in de coulissen.

Dus de rozenverkoper neemt de rozen voor een zacht prijsje over van de marktman, steekt ze in grote vuilniszakken en sleept ze mee naar zijn (meestal met velen gedeelde) huis, waar hij met een scherp tangetje de bladeren en doorns van de steel afritst. Vervolgens worden de rozen een voor een in plastic gerold, dat wordt afgewerkt met een plakbandje. Zo wordt een bloem een object.

Ik gaf de man drie euro’s en stak de roos in een colaflesje op onze tafel. De vriendin glimlachte, niet omdat ze dacht dat ik flirtte (dat kan ik namelijk niet) maar omdat ze het waardeerde dat ik het stuk liet voortduren. Ze was een goede toneelspeler, en ik was dat eventjes ook. Allemaal dankzij de rozenverkoper, en zijn magische roos. De wereld is misschien onttoverd, maar soms toveren wij terug.

Lees verder…….