De Mercedes SL 63 AMG is uitgelezen provocatiemateriaal

Recensie


Auto

Autotest De zevende SL heeft een wreed smoelwerk, schrijft .


Foto Merlijn Doomernik

Op YouTube en TikTok zie je filmpjes van in bermen of op vangrails crashende AMG-Mercedessen. De SL 63 AMG 4Matic+ is er zo een. Eerst leg ik het geheim van zijn succes uit. Een tokkie loopt binnen op de begeerte van andere tokkies: telefoonhoesjes, coke, ruwe olie. Dat moet gevierd worden. Hij geeft twee tot drie ton uit. Hij gaat stoer doen. Hij pakt een bocht, de lakmoesproef voor de cisgenderstatus. Als het goed gaat, dan maakt de AMG-kont een geile zwieper. Als daar geen blikschade van komt, kan die jongen tegen zijn matties opscheppen over zijn stuurmanskunst. Gaat het fout, dan zal hij doen alsof drie ton hem niks kan bommen. Alles om het even. Een SL AMG is voor deze mensensoort zoiets als voor cultuurtypes de nieuwe Houellebecq, noblesse oblige.

Nu zit ik zelf in zo’n auto en ik hoor hem op een stuk verlaten asfalt om zijn as te laten tollen om de banden op te roken. Geen denken aan. Ik zal alvast wat donuts kopen, mail ik ter geruststelling de importeur, dan hoef ik ze niet meer te draaien. Een vriend met humor zei: je lijkt op iemand die hem kan betalen. Ik keek in de spiegel en het was zo. Die auto is de echo van een kwaad geweten. Ook ik reed ooit SL.

Gewonde holenbeer

Natuurlijk regent het en ik durf niks meer met dat grandioze monstrum. Waarom zou ik ook? Hij heeft geweldige massagestoelen, en de navigatiesatellieten hebben toch de handen vol aan het ontwijken van blokkadeboeren. Bij optrekken kreunt de AMG als een gewonde holenbeer, maar bij legale snelheden rijdt de haast drie ton kostende V8 ontspannen als een Kia Niro. Is het nog een SL? De vraag is wat een SL, behalve een Kostbare Open Mercedes, eigenlijk voorstelt. Er is geen eensluidend antwoord. Zijn stamboom is te wispelturig. De successievelijke generaties trekken stilistisch noch motorisch één klare lijn. De stamvader was in 1954 een voor amateurs levensgevaarlijke, aanvankelijk nog dichte sportwagen, de Gullwing met de vleugeldeuren, getrimd op laag gewicht en voor die tijd waanzinnige prestaties. SL stond toen nog voor Sport Leicht of SuperLeicht, de lezingen verschillen. Dat bleef zo tot zijn opvolger, bijgenaamd Pagode, in 1963 een min of meer comfortabele cruiser werd. De aansluitende generaties drie en vier, codenamen R107 en R129, bleven belegen superieur in dat recreatieve vaarwater. Daarna volgden twee lichtingen SL die niet meer wisten wat ze moesten voorstellen. Ze konden hard, maar echte sportwagenliefhebbers spuugden erop. En voor een nieuwe generatie sociale klimmers was een Mercedes-Benz vooral een middel om gezien te worden. Dat deed je niet op het circuit maar op de boulevards. Zo doet zich het bijzondere verschijnsel voor, dat met de snelste Benzen tegenwoordig vooral langzaam wordt gereden. In mijn stad zie je de telefoonwinkelgemeenschap in horrorgrijs of -zwart stapvoets van de ene duistere ontmoeting naar de volgende dreigpruttelen. Intimideren is hun passie. Met geluid bakenen die jongens hun machtsenclaves af. Geef ze een passende dictatuur en ze vreten je stad op.

De zevende SL, zijn komst verbaasde me, is met zijn wrede smoelwerk uitgelezen provocatiemateriaal voor de urbane dierentuin. De grille hint naar de race-Mercedes die voorafging aan de Gullwing, de body lonkt met collageenwielkasten en gewelfde motorkap naar de chirurgisch aangescherpte lichaamstaal van Russisch Instagram. Met het rubber kan de fetisjklant een leven toe. De vuil toegeknepen achterlichten kijken als een actieheld tegen de zon in, op zoek naar vijanden die hij allang heeft afgeschud. Mooi retro is de lage voorruit met de korte ruitenwissers. Doordat het dashboard dicht tegen de voorruit aanschurkt is de zitkuil nog verrassend ruim. Lean and mean is anders. De dikke huif boven de voorruit schaadt de openheid van het idee. Gelukkig draait het hier minder om ideeën dan hun materiële pantser. Overal echt carbon, het zwarte goud van de rappergeneratie. Van leer tot stoffen dak en het geluid is bijna alles echt aan de SL, alleen de auto zelf niet helemaal meer. Een herfstige overrijpheid kondigt zijn eindtijd aan. Je ziet hem met de middelen van nu anachronistisch macho naar zijn gloriejaren terugverlangen, zoals de alcoholische, ten dode opgeschreven expat Joseph Roth in het vooroorlogse Parijs bleef hopen op de terugkeer van de Dubbelmonarchie. Maar ik denk dat ik hem in mijn stad zal terugzien.

Lees verder…….