Gerard von Brucken Fock was de Hollandse Chopin

Recensie


Muziek

Biografie De Nederlandse componist Gerard von Brucken Fock werd tijdens zijn leven weinig gewaardeerd en na zijn dood vergeten.

Gerard von Brucken Fock.
Gerard von Brucken Fock.

Foto Bergen Public Library

De Nederlandse componist Gerard von Brucken Fock (1859 – 1935) was zijn leven lang een onzeker man. Die onzekerheid begon al vroeg: zijn oudere broer speelde meer dan verdienstelijk piano – en dat demotiveerde de jonge Gerard. Na verloop van tijd haalde hij hem echter in, en begon hij ook te componeren. Tijdens zijn studie compositie in Utrecht woonde Gerard von Brucken Fock een concert van Anton Rubinstein bij – die onder andere preludes van Chopin speelde. Dat moet indruk gemaakt hebben, want Von Brucken Fock zou vele preludes componeren – waarin Chopin, soms Rubinstein zelf, en zeker ook Brahms, Liszt of Schubert vaak zijn te horen. Hij deed niet geheimzinnig over zijn inspiratiebronnen, en componeerde net als Brahms een Tragische Ouverture, al schreef een recensent over die van Von Brucken Fock: „Eene eenvoudige militaire begrafenis zal op mij meer indruk maken dan deze brokstukken die een ouverture moeten vormen.”

Inmiddels is Von Brucken Fock zo goed als vergeten, maar gelukkig voor hem is er nu de biografie De Hollandse Chopin. Het is een traditioneel opgebouwde trouwhartige, maar wollig geschreven biografie. Aan de inzet van de biograaf ligt het niet: Eric Matser wil de componist rehabiliteren en schrijft met empathie over zowel de kunstenaar als de mens, en hij verdedigt hem met verve. Toch wordt ook duidelijk dat Von Brucken Fock een marginale componist was; zelfs lof had een scherp randje. Zo noemde Grieg hem weliswaar ‘Chopin-achtig’ en later zelfs ‘De Hollandse Chopin’, een compliment dat het tot titel van het boek schopte, maar hij gebruikte de term volgens Matser waarschijnlijk schertsend.

Von Brucken Fock was nooit op zijn gemak met zichzelf, en dat maakt hem sympathiek. Hij was sociaal bewust en vrij van eigendunk, maar dat zijn niet de ingrediënten voor succes in de kunsten. Hij was rusteloos, verhuisde veel, gaf de muziek enkele jaren helemaal op. Hij schreef nog wel de opera Jozal, die volgens Matser revolutionair is, maar waarvan je toch vergeefs naar integrale uitvoeringen zoekt.

De bijgesloten cd is nog het overtuigendste argument voor een rehabilitatie; er staat goede muziek op. De orkestwerken klinken wat oorspronkelijker en in elk geval eigentijdser dan de pianowerken – minder romantisch, een beetje impressionistisch (hij was een tijdgenoot van Debussy en verkende vergelijkbare paden). Het was echter niet genoeg voor een overtuigende carrière.

Lees verder…….