Eerst een EK, nu de olympische kwalificaties, daarna meteen naar de club. De volleybalvrouwen spelen eigenlijk altijd

Volleybal Nika Daalderop is een vaste waarde in het Nederlandse team, dat na EK-brons weer richting de wereldtop kruipt en nu strijdt voor een olympisch ticket. „We hebben echt stappen gezet”, zegt ze, al is het schema wel heel vol.

Nika Daalderop in actie tijdens het afgelopen EK, waar Nederland brons won.
Nika Daalderop in actie tijdens het afgelopen EK, waar Nederland brons won. Foto Toms Kalnins/EPA

Nog maar een kleine drie weken geleden ramde Nika Daalderop de Nederlandse volleybalvrouwen met haar ijzersterke rechterhand naar Europees brons. Daalderop (24) maakte de winnende tegen Italië en daarmee kwam de teller op 110 punten, en werd ze Oranjes topscorer tijdens het toernooi.

Maar de volleybalploeg moest meteen weer door. In China proberen de volleybalvrouwen deze week een ticket voor de Zomerspelen in Parijs af te dwingen tijdens een olympisch kwalificatietoernooi.

Dan moet er deze vrijdag wel gewonnen worden van gastland China, de huidige nummer één in de poule. En ook nog eens van heersend wereldkampioen Servië, de enige ploeg waar de Nederlandse vrouwen dit EK van verloren. Die teams zijn „op papier favoriet”, zegt Daalderop aan de telefoon in haar hotelkamer kort na de gewonnen wedstrijd tegen Mexico afgelopen dinsdag (3-0 in sets). „Maar zeg nooit nooit.” Woensdag werd eveneens met 3-0 van Oekraïne gewonnen.

Mocht het niet lukken tegen China en Servië dan is er volgend jaar nog een kans voor ‘Parijs’: op basis van de wereldranglijst worden de laatste plekken vergeven. Het zouden Daalderops eerste Olympische Spelen worden: voor Tokio plaatste het team zich niet, en in Rio de Janeiro (2016) was ze nog niet mee.

Tegen Mexico zat Daalderop, die passer-loper is, op de bank, net als de meeste andere basisspelers. Ze kreeg een beetje rust in een druk schema: zeven wedstrijden in negen dagen. Vanaf de zijlijn zag ze hoe haar teamgenoten met gemak wonnen. De selectie is breed, zegt Daalderop. „Dat is de kracht van ons team.”

Iedereen krijgt kansen

Bondscoach Felix Koslowski, die vorig jaar werd aangesteld, geeft veel verschillende speelsters speelminuten. Zo maakt Nova Marring (22), die in mei voor het eerst voor het Nederlandse team werd opgeroepen, indruk: in de wedstrijd tegen Mexico was ze goed voor de meeste punten. Daalderop: „Wat Felix goed doet is dat hij iedereen betrokken houdt en iedereen belangrijk maakt. En ook iedereen de kans geeft om zich te laten zien.” Vorig jaar, onder toenmalig bondscoach Avital Selinger, speelde het team „meer met een vaste basis”, zegt Daalderop. Bij Koslowski „begon iedereen weer opnieuw.”

Lees ook: dit interview met Celeste Plak (2020), die tijdelijk stopte omdat de belasting van het volleybal voor haar fysiek en mentaal te zwaar was. Ze is nu weer international.

Beetje bij beetje kruipt dit Oranje weer dichter naar de wereldtop toe. Dat was vorig jaar nog anders. Bij het teleurstellende WK in eigen land werd de tweede poulefase niet overleefd. „Het liep niet goed”, blikt Daalderop terug. „Dat was best frustrerend.” Het team zakte naar de twaalfde plek op de wereldranglijst. Selinger stapte op.

De nieuwe bondscoach Koslowski koos voor wat ‘modern’ volleybal wordt genoemd: aanvallend, met sneller spel. En met succes, zo blijkt. Daalderop: „We hebben echt goede stappen gezet met het EK. We hebben laten zien dat we van een topland kunnen winnen. Dat geeft vertrouwen.” Italië, een sterk volleyballand, won in de strijd om het Europees brons geen enkele set. En van Servië werd weliswaar met 3-1 verloren, maar de Nederlandse vrouwen maakten het de ploeg niet makkelijk.

Daalderop is in het verjongde team inmiddels een vaste waarde. Alweer jaren geleden, in 2017, debuteerde ze bij Oranje. En ze heeft ook al jarenlange ervaring in buitenlandse volleybalcompetities. Daar kunnen spelers, in tegenstelling tot in Nederland, wel goed van de sport leven.

Na haar gymnasium vertrok ze naar Duitsland, daarna naar Italië. Daar keerde ze dit seizoen ook weer terug, nadat haar jaar bij de Turkse topclub Vakifbank niet liep zoals gehoopt. Ze ging onder meer door haar enkel en had last van een terugkerende buikspierblessure, waarvan ze denkt dat die door overbelasting komt. Vakifbank wilde niet met haar door, bleek een paar maanden geleden. In mei vertrok ze uit Turkije. Binnenkort begint ze bij het Italiaanse Monza.

Het wisselen van club, het verhuizen, dat hoort bij volleybal, zegt Daalderop. Ze is het inmiddels gewend. „Natuurlijk is het fijn om twee jaar bij een club te blijven. Ergens nieuw beginnen geeft in het begin toch stress. Alsof het de eerste schooldag is. Maar wat scheelt: ik heb een koffer met gewone kleren, een koffer met volleybalspullen, en verder hoef ik me nergens zorgen over te maken, want de club regelt het appartement.”

Aan haar vertrek bij Vakifbank heeft ze geen vervelend gevoel overgehouden, zegt Daalderop. „Het is wat het is. Ik weet hoe dingen kunnen lopen.”

Overbelasting

De laatste jaren groeit de kritiek op de overvolle volleybalkalender, waardoor zaken als overbelasting op de loer liggen. Ook de ervaren Anne Buijs, aanvoerder bij Oranje voordat ze in april dit jaar een pauze inlaste, refereerde aan het zware schema, dat volgepland is met clubvolleybal, EK’s, WK’s, de Nations League, en dan ook nog dit olympisch kwalificatietoernooi. „We hebben twaalf maanden per jaar wedstrijden, de ene helft van het jaar met het nationale team, de andere helft met de club”, zei Buijs tegen de NOS. „Op een gegeven moment houdt het een keertje op.”

Ook Daalderop zou dat „het liefste anders zien”, zegt ze. „Dat er iets meer rust wordt ingepland, al is het natuurlijk wel zo dat alle teams hier last van hebben, niet alleen wij. Maar ik hoop dat er ooit wel iets van verandering komt.”

Dinsdag vliegt het Nederlandse team vanuit China naar huis. „Daar zijn we vijf dagen. Daarna ga ik naar Italië.” En dan begint het clubseizoen alweer.

Het onderwerp heeft ook de aandacht van wereldvolleybalbond FIVB. Maar op de korte termijn zal er weinig veranderen. Sterker nog: als het Nederlandse team deze week naast een olympisch ticket grijpt, zal het nog een klein jaar moeten knokken voor wat het waard is. Hoe hoger op de wereldranglijst, Nederland staat nu negende, hoe groter de kans dat Parijs wordt gehaald.

Lees verder…….