Als je in een groen shirt voetbalt, ga je dan ook eerder verduurzamen?

Duurzaam voetbal Drie voetbalclubs met groene shirts voelen zich aangemoedigd sneller te verduurzamen. „Er is maar één planeet, en als die verdwijnt, is er geen voetbal meer, en dus ook geen Real Betis.”



Illustratie XF&M

Je kunt als sportclub niet langer zomaar een groen shirt aantrekken. Zoiets schept verplichtingen. Bij VVZ ’49 (Nederland), Real Betis (Spanje) en de Forest Green Rovers (Verenigd Koninkrijk) besloten ze de clubkleuren eer aan te doen door te investeren in, precies, vergroening. Verduurzaming is goed voor de reputatie van de club. En niet alleen dat, investeringen in energiezuinigheid besparen in een tijd met almaar hogere rekeningen nog veel meer geld dan voor de oorlog in Oekraïne was voorzien.

Voetbalclubs verbruiken doorgaans veel energie door het gebruik van ouderwetse lichtmasten, de verwarming van de kleedkamers en het douchen na afloop van een wedstrijd. Groene clubs die jaren geleden al zagen dat het anders moest, werken al met zonnepanelen, led-verlichting en zuinige keukenapparatuur. Maar er kan meer. Van biologisch afbreekbare kommen om het opvangen van de omhulsels van de zonnebloempitten – een geliefde snack tijdens wedstrijden in Spanje – tot een elektrische spelersbus.

De Europese voetbalbond UEFA wil dat stadions, competities en toernooien klimaatneutraal worden, net als het eigen hoofdkwartier in het Zwitserse Nyon. Dat is vooralsnog niet meer dan een voornemen; strikte regels voor clubs om hun ecologische voetafdruk te beperken zijn er nog niet. Het betekent dat lang niet alle clubs (groen in het tenue, of niet) zich inspannen voor verduurzaming.

Maar VVZ ’49 uit Soest, Real Betis uit Sevilla en Forest Green Rovers FC uit het Britse Nailsworth behoren tot de clubs die voorop lopen. Wat doen deze groene clubs om groener te worden?

VVZ ’49

Voorzitter Aart Bosman geloofde er aanvankelijk niets van toen hij in het najaar van 2019 een uitnodiging van KNVB kreeg voor een bijeenkomst over „de Groene Club”, met de slogan „Vergroen en spek je clubkas”. „Ik ben erheen gegaan met het plan die avond met moeilijke vragen om zeep te helpen. Dat vind ik mooi. Dus toen ik alles had aangehoord, stond ik op en vroeg: ‘Hoe gaan we die investeringen als club terugverdienen? Waar haal ik het geld vandaan?’ Daar hadden ze tot mijn verbazing panklare antwoorden op”, vertelt Bosman in zijn woonkamer in Soest. „‘Schrijf VVZ ’49 maar in, en kom het bewijzen’, zei ik toen.” Inmiddels is VVZ ’49 is één van de 1.348 van de in totaal 2.865 Nederlandse clubs die op één of andere manier aangesloten is bij het initiatief van de Groene Club.

Een week na de inschrijving werd VVZ ’49 – groen shirt, witte broek – door een energieadviesbureau tegen het licht gehouden. Op het complex aan de Soester Eemweg bleek qua energiebesparing nog een wereld te winnen. Bosman heeft drie jaar later een grote grijns op zijn gezicht als hij de herinneringen ophaalt. „Ik geloofde het toen nog niet hè, maar ik heb me vergist.”

VVZ ’49 daalde in sportief opzicht weliswaar af naar de vierde klasse, maar in financieel opzicht is de ‘groene’ amateurclub stabiel. Met een lening van 64.000 euro bij de Bank Nederlandse Gemeenten investeerde de club in 120 zonnepanelen, led-verlichting voor het hele complex, een zuinige vriezer in de keuken en een ‘slimme’ thermostaat. Binnen 4,5 jaar zou VVZ’49 de investeringen terugverdienen. Dat lijkt al veel eerder, halverwege het project, te gaan gebeuren. Bosman: „Zeker nu de energieprijzen zo fors omhoog zijn gegaan, is dit in financieel opzicht goed voor de club. Ongekend zelfs. Want we doen het voor het geld. Dat het milieu er beter van wordt, is mooi meegenomen.”

We doen het voor het geld. Dat het milieu er beter van wordt, is mooi meegenomen

Aart Bosman Voorzitter VVZ ’49

Volgens Bosman gaat de energierekening van de Vrienden Van Zonnegloren (zoals de club voluit heet, naar een voormalig ziekenhuis in Soest) terug van 18.500 euro per jaar naar nul. Sterker nog: door eigen energie op te wekken zou VVZ ’49 volgens hem zelfs in de toekomst een hele kleine winst kunnen maken, door niet-gebruikte stroom aan de netbeheerder te verkopen. „Nee”, zegt Bosman, „dat had ik vooraf nooit voor mogelijk gehouden.”

Op een begroting van circa 260.000 euro per jaar zijn de besparingen zeer welkom. Binnen de club werd ook nog een constructie bedacht waarbij leden zelf de aflossingen opbrengen. „Via een zogenoemd Groenfonds waarin dertig van onze leden geld hebben gestort hebben we in één keer een groot bedrag af kunnen betalen. In ruil daarvoor staat hun naam op een bord van het ‘groene’ VVZ ’49. Want daarmee profileren we ons nu. Het geeft een goed gevoel om zo bij te dragen aan verduurzaming.” Hij had nooit verwacht dat hij als zakenman een ‘groen’ verhaal zou promoten. Maar: „We zijn een sociale vereniging waar iedereen meetelt en meedoet, en daar sluit dit verduurzamingsverhaal naadloos bij aan.” En dan, lachend: „Zeker als het geld oplevert.”

Real Betis Balompíe

Het Estadio Benito Villamarín was op 13 maart 2022 het bijzondere decor van ‘een voetbalwedstrijd voor het klimaat’. Het treffen tussen Real Betis en Athletic Club ging de geschiedenisboeken in als het eerste Forever Green-duel in de Spaanse Liga. De groenwitte thuisclub won voor ruim 48.000 toeschouwers met 1-0, maar dat was bijzaak. „We zijn niet alleen trots op de behaalde prestaties van onze club, maar ook op hóé we die behalen”, zegt Ramón Alarcón Rubiales, zakelijk directeur, aandeelhouder en clublid van Real Betis, een subtopper in de hoogste Spaanse profcompetitie.

Alarcón draagt het ‘groene beleid’ van de volksclub uit Sevilla met verve uit. Real Betis – verticaal groenwit gestreept shirt en witte broek – is met vijfhonderd supportersclubs verspreid over de hele wereld één van de grootste clubs van Spanje. De groenwitten willen volgens de Andalusiër in ieder opzicht de beste zijn, maar als duurzame club is een voorbeeldfunctie voor anderen het belangrijkste. „Er is maar één planeet, en als die verdwijnt, is er geen voetbal meer, en dus ook geen Real Betis”, zegt hij via Zoom. „Als anderen ons beleid volgen zou dat de belangrijkste overwinning zijn.”

Real Betis sloot zich aan bij het Climate Neutral Now Initiative van de Verenigde Naties en lanceerde in 2020 het Forever Green-project. De speciale wedstrijd was daarvan een onderdeel. De spelers van Betis plantten voor het duel een speciale boom bij het stadion, droegen schoenen van duurzaam materiaal en speelden in shirts van gerecycled polyester. De waterflesjes waren 100 procent recyclebaar. „De voetballers van Real Betis waren die dag belangrijke influencers”, meent Alarcón.

Er is maar één planeet, en als die verdwijnt, is er geen voetbal meer, en dus ook geen Real Betis

Ramón Alarcón Rubiales Directeur Real Betis

Er was daarnaast een belangrijke rol weggelegd voor de aanhang; 1 euro per kaartje ging naar herbebossing. De Béticos werden via een kortingsactie aangemoedigd om met de (elektrische) fiets naar het stadion te komen. En ze konden de schilletjes van hun zonnebloempitten weggooien in biologisch afbreekbare kommen, waar later compost van werd gemaakt. Alarcón: „Het ging ons erom dat fans die dag zelf inzagen dat ze bij kunnen dragen aan een betere wereld.”

Het is volgens hem van wezenlijk belang dat de verduurzaming echt is. „Als je aan greenwashing wil doen, dan zal dat een boemerangeffect hebben. Wij investeren als club veel in het hergebruik van water, ons trainingscomplex ligt vol met zonnepanelen en overal is led-verlichting. Het is klimaatneutraal. Natuurlijk kost dat geld. Maar uiteindelijk levert het ons veel meer op. Boven alles een groene reputatie. Dat is voor Real Betis van de grootse waarde.”

Forest Green Rovers

Geen fish and chips meer voor de spelers van Forest Green Rovers FC. De mannen en vrouwen zijn sinds 2015 compleet veganistisch. De club uit het plaatsje Nailsworth (zesduizend inwoners) serveert bij thuiswedstrijden de Green Devils spicy vegan burger als specialiteit van het huis. Het stadion draait op zonne- en windenergie en het gras wordt bemest met zeewier. De doelnetten zijn biologisch afbreekbaar. De spelersbus moet voor iedere uitwedstrijd worden opgeladen en heeft een maximale reikwijdte van driehonderd kilometer. Kortom: Forest Green Rovers FC staat bekend als ‘de groenste club ter wereld’. En de groenzwarten zijn er trots op.

Dale Vince, eigenaar van de club – en van het groene-energiebedrijf Ecotricity – is de grondlegger van de eerste Engelse profclub die volledig duurzaam opereert. Vince, een voormalige hippie die jarenlang in een omgebouwde legertruck woonde, raakte in 2010 betrokken bij Forest Green Rovers, een club in de marge van het Engelse voetbal die destijds in financiële nood verkeerde. Onder Vince veranderde dat: de Forest Green Rovers FC is nu een beroemde club in League One, twee divisies onder de Premier League.

Bij Green Rovers bemesten ze het veld met zeewier

In de conservatieve voetbalwereld is het beleid van de club revolutionair te noemen – de aanhang van tegenstanders van de Forest Green Rovers wil op de tribune dan ook nog wel eens provocatief om warme worst roepen. Vince begon aanvankelijk met een verbod op rood vlees voor de spelers, maar hij houdt al zeven jaar ook ander vlees, vis, zuivel en eieren buiten de deuren van The Bolt New Lawn.

De Verenigde Naties prezen de Forest Green Rovers in 2020 als eerste klimaatneutrale club ter wereld. Het nieuw te verrijzen Eco Park Stadium betekent een verdere stap voor de club. Het van hout gebouwde voetbalarena voor vijfduizend toeschouwers moet het duurzaamste stadion ter wereld worden.

Lees verder…….