‘Door verziekte cultuur was er geen oog voor mentaal welzijn van Nederlandse hockeysters’

Hockey Uit extern onderzoek blijkt dat veel internationals de prestatiecultuur in het hockey als „negatief tot zeer negatief” ervoeren.

De hockeyvrouwen na het winnen van olympisch goud in Tokio, vorig jaar.
De hockeyvrouwen na het winnen van olympisch goud in Tokio, vorig jaar.

Foto ANP ROBIN VAN LONKHUIJSEN

Drieënzestig gewonnen wedstrijden op negen titeltoernooien. De statistieken van de Nederlandse hockeysters tussen 2017 en 2021 onder leiding van bondscoach Alyson Annan zijn imposant. Slechts twee keer in die lange periode verloor het team.

Maar de prijs voor al die successen was hoog, blijkt uit een donderdag verschenen rapport van een onafhankelijk onderzoeksbureau. Na het goud op de Spelen in Tokio kwam bij de evaluatie van het olympische traject al veel onvrede naar boven over de prestatiecultuur. De KNHB zag zich – onder druk van meerdere hoofdklasseclubs – genoodzaakt een externe partij in te huren. Onderzoeksbureau Fijbes Consultancy sprak de afgelopen maanden 47 mensen – staf en (oud-) speelsters – uit de periode januari 2020-februari 2022.

In de conclusies komt vooral Annan, de geboren Australische die in 2015 als bondscoach werd aangesteld er slecht vanaf. „Negatieve ervaringen met de bondscoach” en „angst door kwetsende/dubbelzinnige interacties” worden genoemd als redenen waarom meer dan de helft van de speelsters de prestatiecultuur binnen het Nederlands team als negatief bestempelt. Annan werd in januari ontslagen, nadat meerdere internationals hadden aangegeven niet meer met haar verder te willen.

In de selectie van de Nederlandse hockeyvrouwen heerste volgens de onderzoekers „een sterke hiërarchie, die als negatief en remmend op openheid en eigenheid wordt gezien”. Het spelen in Oranje zou het hoogst haalbare moeten zijn voor een hockeyster, maar velen ervoeren dat als beklemmend. „Mensen voelen zich immers geneigd om de ‘schone schijn’ op te houden, daarom zullen zij niet open en eerlijk durven zijn”, aldus de onderzoekers. „Belangrijke informatie blijft dus onbekend, er ontstaan ‘undiscussables’; een soort publieke geheimen of taboes.”

De verziekte prestatiecultuur bij de hockeyvrouwen maakte dat er geen oog meer was voor de persoonlijke problemen van de vaak jonge speelsters. Omdat de focus op prestaties zo groot was, ontstond een „blinde vlek” waardoor „problemen met mentaal welzijn niet zijn opgemerkt”. Er waren anderzijds ook positieve kanten aan die veeleisende cultuur, zoals de wil om te winnen en hard te werken.

Het onderzoeksbureau heeft aan de hockeybond vijftien aanbevelingen gedaan om de prestatiecultuur te verbeteren. De sfeer binnen het team zou nu gespannen zijn, dus er moet meer aandacht komen voor nazorg, en een andere kijk op de verdeling tussen het aantal uren bij de club en het Nederlandse team.

Ook bevelen de onderzoekers een „periodieke welzijnscheck” aan , iets wat de KNHB zal overnemen. De hockeybond heeft ook toegezegd beter te evalueren, door minimaal één volledige evaluatie per jaar te doen bij alle spelers en speelsters en begeleidingsstaf.

Met het WK hockey in Nederland en Spanje in het vooruitzicht, komende zomer, is er weinig tijd om de plooien glad te strijken binnen het team, erkennen de onderzoekers. Het „harmoniseren en normaliseren” zal energie vergen. Na het ontslag van Annan is de Duitse assistent-trainer Jamilon Mülders (45) gepromoveerd tot bondscoach. Hij ambieert deze rol niet en zal na het WK afscheid nemen.

De KNHB noemt het in een reactie op de uitkomsten van het onderzoek „onwenselijk” dat het prestatieklimaat niet veilig was en „betreurt dat”. Een openlijke spijtbetuiging aan de speelsters ontbreekt, en ook over de rol van technisch directeur Jeroen Bijl, die sinds mei 2018 in dienst is bij de KNHB en verantwoordelijk is voor de nationale teams, wordt niets gemeld. Onduidelijk blijft waarom het onderzoek zich beperkt tot de periode vanaf 2020. Sinds de aanstelling van Annan zouden eerder al signalen zijn geweest dat haar werkwijze weerstand opriep. Tussen 2016 en 2020 stapten meerdere mensen uit de begeleiding op.

Volgens KNHB-directeur Erik Gerritsen is in samenspraak met de onderzoekers gekozen voor de periode vanaf 2020. „Wat ons te verwijten valt, is dat de signalen ons niet bereikt hebben. Dat hadden wij beter moeten doen. Wij hebben fouten gemaakt, maar dat is niet aan enkele personen toe te schrijven. Daar zijn wij als hele organisatie verantwoordelijk voor.” Gerritsen vindt niet dat de KNHB meer consequenties moet trekken.

Gerritsen betreurt het dat er met de negatieve signalen die na het WK in 2018 werden afgegeven, te weinig is gedaan. „Wij hebben bij de bondscoach en staf op basis van die signalen aangedrongen op veranderingen, maar vervolgens alleen bij de betreffende speelsters een check gedaan. Na een positieve reactie van hun kant hebben we toen niet bij de hele spelersgroep diezelfde check gedaan. Dat hebben we slecht gedaan.”

Lees verder…….