De Oekraïense topclub Sjachtar Donetsk is al acht jaar op de vlucht voor geweld

Oorlog in Oekraïne De negentig jaar oude mijnwerkersclub Sjachtar Donetsk kreeg al in 2014 te maken met oorlogsgeweld in de Donbas-regio. Nu is de toekomst helemaal onzeker.

Ex-Ajacied Lassina Traoré kopt namens Sjachtar een bal weg in de Champions League play-off begin dit seizoen. Traoré ging vorig jaar naar Oekraïne. Afgelopen winter volgde David Neres, die eveneens van Ajax kwam. Foto Reau Alexis/Presse Sports
Ex-Ajacied Lassina Traoré kopt namens Sjachtar een bal weg in de Champions League play-off begin dit seizoen. Traoré ging vorig jaar naar Oekraïne. Afgelopen winter volgde David Neres, die eveneens van Ajax kwam. Foto Reau Alexis/Presse Sports

Toen wereldvoetbalbond FIFA het WK 2018 toewees aan Rusland, begon president Vladimir Poetin over de Tweede Wereldoorlog. Bijna drie jaar lang werd zijn geboortestad Leningrad (nu Sint-Petersburg) gebombardeerd, vertelde Poetin in zijn dankwoord aan het FIFA-bestuur. Er was geen elektriciteit, geen stromend water, geen voedsel en geen verwarming. Maar, zei Poetin, zelfs in die tragische periode ging het voetbal door. „Voetbal hielp de mensen vol te houden en te overleven”, aldus de president.

Nu Poetin zelf een oorlog heeft ontketend in Oekraïne gaat het anders in het aangevallen land. Afgelopen weekend zou de hoogste voetbalcompetitie na een lange winterstop worden hervat, maar de Oekraïense bond heeft alle wedstrijden voor tenminste dertig dagen opgeschort vanwege de Russische invasie. Het lijkt uitgesloten dat de competitie volgende maand al wordt hervat. Op woensdagochtend 23 februari, een dag voor de inval, stonden spelers nog ontspannen op het trainingsveld, is te zien in filmpjes op de websites van Oekraïense clubs. Een dag later bevonden Oekraïense voetbalprofs zich midden in een uitzichtloze oorlog. Hun buitenlandse ploeggenoten zijn het land – vaak met veel moeite – inmiddels ontvlucht, blijkt uit berichten op sociale media.

Zo ook de sterren van Sjachtar Donetsk, koploper in de gestaakte competitie met twee punten voorsprong op Dinamo Kiev. Bij Sjachtar staan liefst dertien Brazilianen onder contract, onder wie aanvaller David Neres, die in januari voor twaalf miljoen euro overkwam van Ajax. Dagenlang bivakkeerden ze met hun landgenoten van Dinamo in een hotel in Kiev, om vervolgens via de zuidelijke stad Tsjernivtsi de grens over te vluchten.


Lees ook: een achtergrondverhaal over de Russische invloed in het internationale topvoetbal

„Godzijdank zijn we veilig bij ons gezin”, schreef Neres dinsdag na aankomst in Roemenië op Instagram.

De Sjachtar-Brazilianen: het zijn spelers in ballingschap van een al ontheemde club. Voor rivaal Dinamo Kiev en veel andere Oekraïense clubs was gewapend conflict tot deze week relatief ver weg. Sjachtar kreeg al in 2014 te maken met oorlogsgeweld, toen pro-Russische separatisten dankzij Russische hulp de macht grepen in de Oost-Oekraïense Donbas-regio, met als belangrijkste steden Donetsk en Loehansk.

Ook toen vluchtten Sjachtar-spelers halsoverkop voor de oorlog. Zoals aanvoerder Darijo Srna, tegenwoordig technisch directeur bij de club. De Kroaat vertelde later dat hij en zijn gezin alleen het hoognodige meenamen omdat ze dachten spoedig terug te keren.

Sjachtar op de vlucht

Het liep anders. De oorlog in het oosten van Oekraïne duurde voort en het imposante Sjachtar-stadion, opgeleverd in 2009, raakte flink beschadigd. Stadgenoot Metallurg Donetsk hield op te bestaan, Sjachtar ging zijn wedstrijden spelen aan de andere kant van het land. Eerst in Lviv, op 1.200 kilometer van Donetsk. Vervolgens week Sjachtar uit naar Charkov in het noordoosten, om in 2020 te verkassen naar Kiev. In de hoofdstad had de club inmiddels ook zijn hoofdkantoor, jeugdopleiding en spelers van het eerste elftal ondergebracht.

Maar een nieuw thuis werd Kiev niet, zei Sjachtar-directeur Sergei Palkin enkele jaren geleden tegen de Engelse krant The Guardian. Hoewel de club en zijn fans niet bekendstaan als pro-Russisch, was alles bij Sjachtar erop gericht ooit terug te keren naar de stad die het hart vormt van de in 2014 afgescheiden ‘volksrepubliek’. „Als je me nu zou vertellen dat een terugkeer nooit meer mogelijk is, denk ik dat we de club opdoeken”, zei Palkin destijds. „Donetsk is ons thuis”.

Sinds Sjachtar op drift is geraakt door het geweld zijn de prestaties minder, vooral Europees

De bijna negentig jaar oude club is dan ook nauw verbonden met de mijnbouwregio die haar heeft voortgebracht. Sjachtar betekent ‘mijnwerkers’, het embleem heeft twee gekruiste hamers en de clubkleuren zwart en oranje verwijzen naar het contrast tussen schaduw en zonlicht in de kolenmijnen. Thuiswedstrijden in de eigen Donbas Arena trokken regelmatig meer dan 50.000 toeschouwers – bezoekersaantallen waar zelfs Dinamo Kiev niet bij in de buurt komt.

Succes heeft sterk aan die populariteit bijgedragen. Dankzij eigenaar Rinat Akhmetov, een kolen- en staalmagnaat en de rijkste man van het land, is Sjachtar al jaren de dominante club in Oekraïne. Sinds Akhmetov de club in 1995 in handen kreeg, zou hij er ongeveer een miljard euro in hebben gestoken. Hij is ook persoonlijk verantwoordelijk voor het grote aantal Brazilianen in de selectie, zegt Jan Streuer, die van 2007 tot 2016 als hoofdscout en adviseur werkte voor Sjachtar. „Akhmetov was gek van Braziliaanse spelers. Dus daar moesten we naar zoeken. Hij wilde vooraf wel altijd de beelden zien. Als Akhmetov tevreden was, werden ze vastgelegd”, vertelt Streuer.

Geen aanpassingsproblemen

De focus op Brazilianen pakte goed uit. Omdat spelers als Fernandinho, Douglas Costa en Fred kwamen, die later de Europese top zouden bereiken. Maar ook omdat ze met zovelen tegelijk naar Sjachtar werden gehaald. „Daardoor hadden ze geen aanpassingsproblemen”, zegt Streuer. Het team speelde aanvallend voetbal, een contrast met het verdedigend ingestelde Dinamo Kiev. In 2009 behaalde Sjachtar zijn grootste succes toen het de UEFA Cup-finale (nu Europa League) won van Werder Bremen.

Sinds Sjachtar op drift is geraakt door de oorlog zijn de prestaties minder, vooral Europees. Akhmetov, ooit aanhanger van de pro-Russische ex-president Viktor Janoekovitsj maar sinds een enkele jaren tegenstander van Russische inmenging in Oekraïne, houdt Sjachtar met zijn geld in leven. Bij competitiewedstrijden in Lviv, Charkov en Kiev kwamen doorgaans een paar duizend toeschouwers. Niet slecht voor Oekraïense begrippen, maar veel minder dan de club gewend was.

Of Sjachtar ooit weer zal voetballen in Donetsk is hoogst onzeker, zoals het ook twijfelachtig is of de gevluchte Brazilianen ooit terugkeren naar Oekraïne. Voorlopig hebben de spelers en medewerkers van de club iets anders aan hun hoofd. Zoals directeur Sergei Palkin het verwoordt in een statement op de website: „We denken nu alleen aan een einde van deze bizarre oorlog. Aan de Oekraïense soldaten, aan het verdedigen van ons land en het recht op soevereiniteit en onafhankelijkheid”.

Lees verder…….