Op zoek naar sneeuw en ijs: hoe ziet de toekomst eruit voor de Olympische Winterspelen?

Winterspelen Een besluit over de toewijzing van de Olympische Winterspelen van 2030 is uitgesteld, mede vanwege klimaatverandering.

Het parcours voor de wereldbekerwedstrijd reuzenslalom voor mannen in het Zwitserse Adelboden, begin januari.
Het parcours voor de wereldbekerwedstrijd reuzenslalom voor mannen in het Zwitserse Adelboden, begin januari.

Foto Stefan Wermuth / Reuters

„Alarmerend.” Zo kwalificeerde de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité (IOC), Thomas Bach, de resultaten van wetenschappelijk onderzoek over de toekomst van de wintersport onlangs tegenover persbureau DPA. Hij haalde een studie aan die stelt dat met de huidige emissies tegen het eind van de eeuw slechts een van de 21 eerdere organisatoren van de Winterspelen geschikt is om de Spelen opnieuw te organiseren.

Het IOC besloot afgelopen december de toewijzingsprocedure voor de Winterspelen van 2030 uit te stellen, mede vanwege klimaatverandering en de daaruit voortkomende „uitdagingen” voor de wintersport. Niet dit jaar, maar waarschijnlijk volgend jaar wordt een besluit genomen over het evenement, waarvoor Salt Lake City (VS) en Sapporo (Japan) in de race zijn. Klimaatverandering is niet de enige reden voor het uitstellen van het besluit, want Sapporo heeft zijn kandidatuur gepauzeerd vanwege een omkopingszaak rond de Zomerspelen van 2021 in Tokio.

Hoe het ook zij, het begint in de sportwereld steeds meer te dagen: met de toekomst van de planeet staat ook de toekomst van de (winter)sport op het spel. Dat realiseerde klimaatwetenschapper Daniel Scott van de Universiteit van Waterloo in Canada zich al in 2010, toen hij zag hoe de organisatie van de Spelen in Vancouver sneeuw met helikopters uit omliggende gebieden moest vervoeren om de faciliteiten wedstrijdklaar te krijgen. „Het was aanvankelijk te warm om sneeuw te maken, dus werkten ze voor het freestyleparcours met hooibalen, waar ze sneeuw op gooiden”, vertelt Scott.


Zonder kunstsneeuw is skiën bijna onmogelijk geworden

Dit soort maatregelen is niet nieuw op de Winterspelen. In Innsbruck, in 1964, toen kunstsneeuw nog niet op grote schaal kon worden geproduceerd, moest het Oostenrijkse leger sneeuw- en ijsblokken aanslepen om ervoor te zorgen dat de Spelen konden doorgaan. Maar hoe warmer het wordt, hoe meer noodgrepen nodig zijn. In 2014 sloegen organisatoren in het Russische Sotsji tonnen sneeuw op voor gebruik in noodgevallen. Het waren de warmste Winterspelen ooit, met een gemiddelde temperatuur van 9,3 graden Celcius. Ook bij de laatste twee Winterspelen, in Pyeongchang (Zuid-Korea) en Beijing (China), waren grote hoeveelheden kunstsneeuw, en dus water en energie, nodig.

Veiligheid in gevaar

De kunstmatige aanpassingen hebben een grens en zijn bovendien gevaarlijk voor de sporters. Dat bleek uit het onderzoek van Scott en collega’s uit 2021 waaraan IOC-voorzitter Bach refereerde bij het besluit de toewijzing van de Spelen uit te stellen. Uit een enquête onder 339 (voormalige) wintersporters – van skiërs en snowboarders en van freestylers tot biatleten – en hun coaches bleek dat steeds warmere omstandigheden een bedreiging vormen voor de competitie en de veiligheid. Kunstsneeuw bestaat in vergelijking met natuursneeuw voor een groter percentage uit ijs, waardoor het risico op valpartijen en blessures sterk toeneemt. Ook geven de geënquêteerden aan dat te warme omstandigheden gevaarlijk kunnen zijn, omdat ze leiden tot ‘modderige’ sneeuw die onvoldoende grip biedt bij hoge snelheden en landingen. De ideale temperatuur voor wintersport in de buitenlucht ligt volgens de sporters tussen de –10 en –1 graden.


Met een fat bike over de kinderpiste vanwege gebrek aan sneeuw

De gemiddelde temperatuur tijdens de Winterspelen is de afgelopen decennia gestaag gestegen, verschillende wintersportgebieden zijn reeds verloren gegaan en in de huidige warme winter wordt iedereen nogmaals met de neus op de feiten gedrukt. Het IOC beraadt zich op mogelijkheden om de organisatie van de Winterspelen anders aan te pakken. Bijvoorbeeld door een aantal organiserende locaties te laten roteren, waardoor niet telkens een nieuwe infrastructuur aangelegd hoeft te worden. Of door vaker te werken met regionale organisaties, zoals in Pyeongchang en Beijing, waarbij in hoger gelegen gebieden de sneeuwsporten plaatsvinden en in lager gelegen plaatsen indoorsporten als (kunst)schaatsen en ijshockey. München zou dan bijvoorbeeld met Innsbruck kunnen optrekken, legt Scott uit.

Scott en zijn collega’s deden ook aanbevelingen voor de Paralympische Winterspelen, die sinds de jaren negentig in maart, direct na de reguliere Spelen, worden georganiseerd. Met de steeds hogere temperaturen zal het aantal geschikte locaties voor dat evenement nog sneller afnemen. Beide Winterspelen gelijktijdig organiseren lijkt een logisch oplossing, maar het zal de impact op de gaststeden alleen maar vergroten. En potentiële organisatoren staan toch al niet te springen, met name vanwege de grote investeringen. „Het zou een extra argument zijn voor regionale organisatie van de Spelen”, aldus Scott.


Sporters spreken zich uit

Net als het IOC zijn ook internationale wintersportbonden bezig met verandering, zoals het clusteren van wedstrijden in dezelfde regio. De huidige organisatie van bijvoorbeeld de skisport, waarvoor in het wereldbekerseizoen meerdere keren op en neer wordt gereisd tussen Europa en Noord-Amerika, lijkt in de toekomst moeilijk houdbaar.

Ook sporters gebruiken hun invloed door zich publiekelijk uit te spreken over de problemen. De Amerikaanse ski-superster Mikaela Shiffrin (27) uitte vorig jaar al eens haar bezorgdheid over de klimaatverandering en de toekomst van haar sport. Ze zei met de gedachte te spelen om te stoppen, of in ieder geval haar trainingsschema drastisch aan te passen, zodat ze minder hoeft te reizen. Ze staat daarin niet alleen. Steeds meer wintersporters die de omstandigheden tijdens hun carrière hebben zien veranderen spreken zich uit, in de hoop hun sport in de toekomst niet kwijt te raken.


Het Nederlandse skitalent Noa Rabou (18) staat pas aan het begin van haar carrière. Ze traint in Oostenrijk en zag de afgelopen jaren wedstrijden door de coronapandemie worden afgelast. Ook dit jaar ligt de wedstrijdkalender overhoop, nu vanwege het gebrek aan sneeuw. Dinsdag werd een wedstrijd in het Oostenrijkse Maria Alm op het laatste moment afgelast. En het is maar de vraag of de wedstrijden in Slovenië van komende vrijdag en zaterdag doorgaan. Rabou „baalt” ervan. „We grappen onderling weleens dat we over twee jaar alleen nog maar op gletsjers skiën, maar dat is natuurlijk overdreven”, zegt ze. Niettemin ziet Rabou in dat het steeds lastiger wordt om haar sport uit te oefenen. Maar skiën is zo’n grote sport, dat ze verwacht dat er altijd manieren gevonden zullen worden om wedstrijden door te laten gaan. Voorlopig leidt het gebrek aan sneeuw voor Rabou, die zich hoopt te kwalificeren voor de Winterspelen van 2026 in Milaan en Cortina d’Ampezzo, alleen maar tot meer belasting van het klimaat: „Doordat er minder sneeuw is, moeten we naar andere plekken reizen. Er zijn gewoon minder mogelijkheden om aan wedstrijden deel te nemen.”

Lees verder…….