Een zorgeloze oude dag? Met een almaar slinkend pensioen wordt dat lastiger

Pensioenen De kloof groeit tussen ouderen van wie het pensioen meesteeg met de prijzen en zij die het zonder indexatie moesten doen. Dat heeft financiële én sociale gevolgen.

Erik Daae zit bij een pensioenfonds dat al jaren niet heeft geïndexeerd. „Het koopkrachtverlies is voor ons toch behoorlijk pijnlijk.”
Erik Daae zit bij een pensioenfonds dat al jaren niet heeft geïndexeerd. „Het koopkrachtverlies is voor ons toch behoorlijk pijnlijk.”

Foto David van Dam

Honderdduizenden Nederlandse gepensioneerden bij de grote pensioenfondsen kregen afgelopen zomer goed nieuws: voor het eerst in jaren gaat hun pensioenuitkering omhoog. Vergeleken met de inflatie van naar schatting 9,9 procent dit jaar gaat het om een bescheiden verhoging – maar het is wat. Want bij veel pensioenfondsen stonden de uitkeringen voorgaande jaren stil. Intussen stegen de prijzen wel, waardoor grote groepen gepensioneerden steeds minder konden kopen.

Pensioenfondsen streven ernaar hun deelnemers een waarde- of welvaartsvast pensioen te bieden. Alleen is dat het afgelopen anderhalve decennium niet gelukt. Veel fondsen hebben de uitkeringen niet kunnen verhogen. Neem ambtenarenfonds ABP, met ruim drie miljoen deelnemers het grootste van Nederland. Van 2010 tot juli van dit jaar heeft het de pensioenen niet verhoogd, of in pensioentermen: geïndexeerd.

Een ander voorbeeld is PMT, voor mensen die werken of gewerkt hebben in de metaal en techniek. Erik Daae, oud-directeur van Waarborg Platina, Goud en Zilver – een in 1987 geprivatiseerde overheidsdienst – zit bij dat fonds. Hij probeert via de rechter alsnog indexatie af te dwingen. Hij becijferde dat de koopkracht van zijn aanvullend pensioen in vijftien jaar tijd ruim 26 procent is gedaald. „Wij zitten niet bij de onderste inkomensgroep. Die komen met de hoge kosten voor huishouden en energie nu echt in de problemen, maar het koopkrachtverlies is voor ons toch behoorlijk pijnlijk”, zegt Daae. Hij voegt toe dat hij de procedure ook voert om te voorkomen dat zijn kinderen en kleinkinderen eveneens een slecht pensioen krijgen.

Minder film en theater

2009 was het eerste jaar waarin de uitkering van Daae niet steeg. „Toen dat jaar op jaar zo bleef, hebben we gezegd dat we zuiniger aan gingen doen. Minder vakanties, minder grote cadeaus voor de kinderen en kleinkinderen, minder uit eten, minder film, minder theater.”

Hoe anders is de situatie van Jan Groot Koerkamp, oud-medewerker van ABN Amro. Het pensioenfonds van de bank heeft de uitkeringen de afgelopen dertien jaar met ruim een kwart verhoogd. De laatste verhoging, afgelopen april, bedroeg 6,4 procent.

Omdat zijn pensioen wel is gestegen, hoeven Groot Koerkamp en zijn vrouw weinig concessies te doen in hun bestedingen. „Als we een kwart van het pensioen zouden missen, zouden we echt wel wat moeten doen aan de uitgaven. Ik denk dat we dan sowieso de tweede auto weg zouden doen. Ook zouden we vakanties anders inrichten en buitenshuis eten zou er ook wel uit gaan. Het is de luxe die je eruit zou halen.”

Maar het verschil tussen zij die hun pensioen wel zagen stijgen, en zij die het zonder indexatie moesten doen, gaat verder dan vakanties en luxegoederen. Daae en Groot Koerkamp kijken heel anders naar toekomstige zorgkosten. Groot Koerkamp: „Je krijgt te maken met extra uitgaven als je minder mobiel wordt. Daar proberen we iets voor te reserveren. Als we die indexatie niet hadden gehad, was het een ander verhaal geworden.” Daae maakt zich juist zorgen om de extra uitgaven. „Ik ga ervan uit dat wij medische kosten zelf moeten gaan betalen. Ik ben nu tachtig, en op mijn leeftijd is het koopkrachtverlies niet te compenseren met aanvullend inkomen.”

Onder gepensioneerden van wie het pensioen niet is geïndexeerd, heerst dan ook grote onvrede. Dat blijkt onder meer uit onderzoek waarover het ABP in zijn jaarverslag over 2021 bericht. Het fonds bevroeg zijn deelnemers over de gemiste indexatie. Bijna twee op de vijf gepensioneerden vindt dat hun daarmee (groot) onrecht wordt aangedaan. Slechts 4 procent had begrip voor het uitblijven van verhoging.

Erik Daae probeert via de rechter alsnog indexatie af te dwingen.
Foto David van Dam

Volwaardig burger

De gevolgen van het verlies aan koopkracht gaan verder dan puur materiële en financiële onzekerheid, zegt financieel psycholoog Anne Abbenes. Zij werkt als coach en trainer en is gastdocent aan hogeschool UCLL in Leuven. Terwijl hun eigen inkomen stagneert, zien gepensioneerden dat het inkomen van het werkzame deel van de bevolking nog wel groeit. „Je krijgt daardoor het idee dat je niet meer kan en mag meedoen in de maatschappij, dat je niet meer als volwaardige burger wordt gezien. Dat doet ook iets met je mentale welzijn.”

Mensen met een klein aanvullend pensioen of alleen AOW merken het direct als de prijzen in de supermarkt stijgen of als energie duurder wordt. Ze hebben meteen meer moeite om rond te komen en houden minder over aan het eind van de maand. Maar ook de gepensioneerden met een groot aanvullend pensioen hebben veel last van de combinatie van hoge inflatie en stagnerende uitkeringen, zegt Abbenes.

Ze wijst op onderzoek dat na de financiële crisis is gedaan naar het effect van een plotselinge terugval in besteedbaar inkomen bij mensen met een wat hoger inkomen. Die bleken jaren later nog te kampen met psychische problemen, verhoogd alcoholgebruik en zelfs drugsgebruik. „In vergelijking met minder financieel bevoorrechte leeftijdgenoten waren de negatieve effecten groter. Dat er geen begrip is voor hun situatie, vergroot het gevoel van uitsluiting en versterkt het negatieve effect op de gezondheid en het mentale welzijn.”

Uit de financiële comfortzone

Mensen die hun koopkracht zien teruglopen, kunnen zich ook buitengesloten voelen van hun sociale kring. Abbenes noemt het voorbeeld van een oud-ambtenaar die pensioen van het ABP krijgt, wiens vrienden bij een bank hebben gewerkt en hun uitkering afgelopen jaren wel zagen stijgen. Zulke verschillen komen regelmatig voor. „Je bent buren van elkaar, de kinderen groeien samen op, je gaat samen op vakantie. Dan gebeurt het dat het ene fonds wel indexeert en het andere niet, waardoor je ineens niet meer kan meedoen. Mensen raken dan uit hun financiële comfortzone en daar krijgen ze psychische klachten van.”

Nu de inflatie is opgelopen naar 14,5 procent in september, gaat de uitholling van de waarde van aanvullende pensioenuitkeringen in hoog tempo door. Hoewel het effect daarvan wordt verzacht door een hogere AOW-uitkering – die meestijgt met de cao-lonen en per 1 januari nog eens met 10 procent omhooggaat – betekent het alsnog dat meer mensen met een groter aanvullend pensioen per saldo minder kunnen besteden, concludeert Abbenes. „Zij moeten voor hen belangrijke dingen opgeven. Daardoor is het effect van uitsluiting heel erg merkbaar. Deze mensen verkeren nog niet in betalingsproblemen of schulden, maar het negatieve gezondheidseffect is er niet minder om.”

Lees verder…….