Dragqueen Justin Mooijer: ‘Ik wil dat mensen even het gezeik van de wereld kunnen vergeten’


Foto Lars van den Brink

Interview

Wat maakt het leven de moeite waard? Justin Mooijer wil als dragqueen Janey Jacké de perfecte vrouwelijke illusie creëren. „O mijn god, mensen zijn oprecht geïnteresseerd in me.”

Het is nogal een contrast voor een dragqueen, dat wil Justin Mooijer maar even zeggen. Normaal presenteer je een dragbingo, een typische klus, in een volle kroeg. Iedereen is een beetje dronken, daardoor wat losser, er is interactie, er wordt gejoeld. Nu kom je voor een bedrijf opdraven voor een bingo op Zoom. En dan komt het dus voor dat je een grap maakt en tientallen van die vensters die op mute staan je in doodse stilte aanstaren. De eerste keer denk je nog: oké, de verbinding zal wel slecht zijn. De tweede keer: goh, misschien ben ik toch niet zo grappig? Dus, zegt Mooijer, als je ook in coronatijd als dragqueen wilt slagen, moet je écht in jezelf geloven. Altijd denken: het ligt niet aan mij, het ligt aan jullie.

We zitten in de slaapkamer van Mooijer (29), in het appartement dat hij met twee anderen en een hond deelt. Hartje Amsterdam, de stad waar hij als Janey Jacké een grote naam in het nachtleven is geworden – en inmiddels ver daarbuiten. Het laat zich hier niet moeilijk raden wat voor werk hij doet. Een lange rij mannequinhoofden met vrouwenpruiken vormt een soort erehaag op de gang richting de kamer, daar aangekomen zie je meteen de grote, hoge open kast met outfits in beschermhoezen en een grote make-uptafel met dito spiegel omlijst met lampjes.

In andere tijden maakte hij zichzelf hier alleen klaar, om daarna ergens op te treden. Sinds twee jaar is zijn slaapkamer ook geregeld de plek wáár hij optreedt. Nou werken veel mensen al twee jaar meer thuis dan ooit, maar het verschil is voor een dragqueen nog wat groter.

Staat hij liever op het podium? Natuurlijk. Waren de eerste maanden frustrerend? Absoluut. Maar het wende, en inmiddels is deze slaapkamer-drag ook best leuk geworden. Goed, het helpt wel dat hij vanwege zijn bekendheid nog steeds genoeg werk had om op z’n minst de huur te betalen. Én dat hij de luxe had dat hij twee keer uit kon kijken naar een groot project.

Eerst deed hij samen met negen andere drag-performers mee aan het eerste seizoen Drag Race Holland, een Nederlandse spin-off van het immens populaire en succesvolle reality-competitieprogramma RuPaul’s Drag Race. Het wordt vaak de ‘gay olympics’ genoemd: acterend, naaiend, playbackend strijden drag-performers om de titel. Het werd al bekroond met vele Emmy’s en heeft drag van een niche- tot een mainstreamkunstvorm gemaakt. En voor velen een lucratieve carrière.


Lees ook: Een dragqueen wordt nu serieus genomen

In het Nederlandse seizoen werd Janey Jacké tweede, niet lang daarna volgde een uitnodiging voor deelname aan RuPaul’s Drag Race: UK vs. The World, een internationale spin-off met topdeelnemers uit allerlei landen. En bij deze serie, vanaf deze dinsdag te zien op BBC 3, was RuPaul, de bekendste dragqueen ter wereld, zelf betrokken. Een enorme eer, een enorme kans ook, want Mooijer weet: deze deelname gaat hem internationaal baanzekerheid bieden.

Even iemands wereldbeeld op de kop zetten, daar houd ik van

Drag is heel breed, maar jij gaat als Janey Jacké echt voor de klassieke ‘female impersonation’. Zo vrouwelijk mogelijk.

„Dat is altijd mijn uitgangspunt geweest. Make me look female. Absoluut. Ik ging zelfs door een periode dat ik dacht: waarom wil ik dat zo graag, ben ik dan misschien trans? Het is niet mijn doel dat mensen écht denken dat ik een vrouw ben, en dat idee is ook wel weg als ik mijn mond opendoe, maar…”

Maar je vindt het wel een compliment als mensen dat zeggen.

„Honderd procent. Ik wil dat iedereen tóch even drie keer goed moet kijken.”

Wat is daar leuk aan?

„Het is de verwarring door mijn illusie. Dat ik even jouw wereld ondersteboven zet, omdat jíj even niet meer snapt hoe het allemaal zit. Die blik in de ogen van mensen, I love it.”

Mooijer groeide op in Volendam, in een „redelijk normaal” gezin. Vijf kinderen, moeder werkt in de zorg, vader werkte in de asbestverwijdering en daarna bij een liftdemontagebedrijf.

Je ouders stuurden je bewust naar een middelbare school in Amsterdam in plaats van in Volendam.

„Zij wisten al dat ik gay was toen ik 2 of 3 was. En in Volendam ben je dan een gekkie, hoor je er niet bij. Ik ben op de basisschool al genoeg gepest en daar was ik wel gefrustreerd over, maar op die leeftijd weet je nog niet waaróm je gepest wordt. Ze stuurden me naar Amsterdam om me te beschermen. Op de middelbare school gaat iedereen puberen en dan wordt het helemaal niet te doen. Ga maar naar Amsterdam, zeiden ze, dat gaat je redden. En dat was ook zo.”

Want Volendam, hij zegt het toch maar even, is wat dat betreft echt een rotdorp. Iedereen kent elkaar, iedereen hoort alles en als iemand in de familie ‘iets’ is, dan wordt de rest daarop beoordeeld. Neem zijn broertje, drie jaar jonger. Die werd gepest, in Volendam, omdat zijn broer, in Amsterdam, homo zou zijn. „Ik zat daar niet op school, kende die mensen niet eens, maar omdat híj betrokken was bij míj, kreeg hij gezeik.”

Nog zoiets: hij had toentertijd een Marokkaans vriendje, hij was nog niet eens officieel uit de kast. Toen werd hij „op het dorp” met die jongen gezien, waardoor hij als een gek op de fiets naar z’n opa – die zat in het kerkbestuur – en oma tien kilometer verderop in Warder moest racen, om te vertellen hoe het zat. „Want ze bellen in Volendam gewoon op, hè? Dus nu werd ik gedwongen uit de kast te komen, omdat het dorp dat anders voor me zou doen.”

In Volendam had hij ook nooit kunnen beginnen met drag. Nou ja, dan had hij op z’n minst niet de juiste mensen ontmoet, of de juiste ondersteuning gehad. In Amsterdam werd hij op z’n veertiende al gaybars in gesmokkeld door vrienden – je weet hoe dat gaat, zegt hij – en op een gegeven moment kende hij de uitsmijters ook wel een beetje en zij hem. Het eerste feestje waar hij drag zag, heette Goldrush. „Heel beeldig, iedereen was als stewardess.” Tasha Thunderpussy, Nickie Nicole, Medusa, Mayday. Grote namen van toen. „Ik zag dat en ik dacht: dit wil ik doen. Als ik kan playbacken voor m’n werk: top.”

De eerste keer dat hij zelf in drag ging, was op een ‘sweet sixteen’ van een vriendin in een blokhut ergens buiten de stad. ‘Kom gekleed zoals je wilt’. Voor hem was dat op hakken en met een pruik. Die eerste avond in drag was ook meteen het moment dat z’n ouders erachter kwamen. „Ik had foto’s van die avond uitgeprint om aan vrienden te laten zien. Maar ik had ze per ongeluk in de printer laten liggen.” Zijn ouders waren er niet gelukkig mee.

Was dat vanwege het als vrouw willen optreden of omdat je eraan dacht je werk ervan te maken?

„Nou ja, dat laatste was toen nog niet zo, al wist ik na die ene keer wel dat ik het veel vaker wilde doen. Het was niet omdat ik me verkleedde, het ging voor hen om de lifestyle: het nachtleven, drugs, geen stabiele baan. En natuurlijk weer de confrontatie met het dorp en familie. Het had tijd nodig.”

De droom om ooit een eigen sterrenrestaurant te hebben, liet Mooijer op een gegeven moment los. Hij had op het vmbo altijd horecagerichte vakken gedaan, hij werkte in de bediening in tophotels en toprestaurants – Vinkeles in Amsterdam, Posthoorn in Monnickendam – maar hij had niets met school en de „hiërarchie” in de horeca trok hij niet. Hij leerde er veel, absoluut, maar hij was daar te vaak een nobody, kreeg de rotklusjes en niet de erkenning, zegt hij. „Ik dacht dan: ik ben een persoon, ik ben grappig, ik heb dingen te vertellen, ik heb een verhaal.”

Hebben je ervaringen in de horeca, dat gebrek aan aandacht, je gevormd naar hoe je in drag bent?

„Het heeft het proces versneld, dat wel. Op het podium vonden mensen me leuk, daar kwamen mensen voor mijn show. Ik dacht: o mijn god, mensen zijn oprecht geïnteresséérd in me.”

Mooijer maakte als dragqueen naam in een tijdperk zonder het populaire Drag Race. Eerst in Haarlem, daarna werd hij steeds meer geboekt in kroegen en clubs in Amsterdam. Het was een tijd zonder make-uptutorials, hij leerde nog van een echte old-school-‘dragmoeder’ die hem onder haar hoede nam.

Het programma heeft drag enorm veranderd, ziet hij. Er zijn nu veel meer drag-performers en het instapniveau van alle beginners is veel hoger dan toen hij begon. Toen moest er nog veel harder gewerkt worden, zegt hij. Zijn generatie en die daarvoor, dat waren de pioniers. En nu is het soms… (Hij knipt met zijn vingers) daar is weer een nieuw iemand. „En dan denk ik weleens: ja, je bent prachtig, maar wat kún je?”

Maar zelf heeft hij ook enorm geprofiteerd van het programma. 75 euro voor een avondje optreden in een bar in Amsterdam? Daar komt Mooijer niet meer z’n bed voor uit. Hij krijgt inmiddels veel meer betaald, wordt vertegenwoordigd door een drag-agentschap en is nu ‘gay famous’. Of zoals hij zegt: ‘gaymous’.

Hoe loop je dan nu in Volendam rond?

„Kijk, ik ben geen Annie Schilder, geen BZN, maar als ik daar nu loop, krijg ik veel complimenten. Nu kijk ik naar leeftijdgenoten die er nog steeds wonen en denk ik: oké, jij bent geboren in Volendam, hebt een baan in Volendam, kinderen in Volendam. Ik wil het me niet eens voorstellen. Niet dat ik me beter voel dan zo iemand…”

Maar het geeft je wel veel voldoening.

„Precies. Weet je nog dat jullie me uitlachten? Kijk nu naar mij! Ik werd uitgelachen, maar jij hebt al dertig jaar hetzelfde leven: ben je écht blij?”

Ik wil dat mensen het gezeik in de wereld even kunnen vergeten

Je moeder flyert inmiddels bij je shows. Wanneer accepteerde zij het?

„Toen ze me voor het eerst op het podium zag. Ze zag hoe mensen met elkaar omgingen, hoe populair ik was. Toen was het: ah, het is ook werk. Ik heb dat wel moeten bewijzen.”

Je vader is in 2017 overleden. Heeft hij je ooit nog in drag kunnen zien?

„Eén keer. Mijn pa werd ziek en we hadden frustraties onderling, en mijn werk was wel een ding. Toen hij stopte met werken hebben we tijd voor elkaar vrijgemaakt. Hij is toen naar een bingo gekomen.”

Deed hij dat omdat hij zijn leven niet wilde eindigen zonder jou een keer hebben zien optreden?

„Hij realiseerde in die tijd dat bepaalde normen en waarden waar hij aan vasthield, onzin waren, hij ging toch dood. Hij dacht: ik kan me wel druk maken om wat iedereen van mij vindt omdat m’n kind travestiet is. Maar waarom? Het gaat erom dat ik gelukkig ben, dat hij mij kon steunen. Toen hij zag hoe tof anderen bij die bingo vonden dat hij er was, was hij om.”

Dat moet een fijne afsluiting zijn geweest voor hem, én voor jou.

„Voor mij was het… eigenlijk de bevestiging voor mijn hele carrière.”


Bekijk ook deze fotoserie: De drag-scene, tussen de optredens door

Ben jij dragqueen voor jezelf?

„Ja, maar ik ben ook echt een entertainer. Ik wil mensen een leuke avond bezorgen, ik wil ervoor zorgen dat mensen het gezeik van de wereld even vergeten.”

Er is alleen tien keer zoveel gezeik en er zijn tien keer minder shows voor je geweest.

„Door mijn pa’s dood heb ik leren omgaan met negativiteit. Ik sjokte toen zes maanden maar wat rond, deed geen shows want ik was niet gelukkig. Maar hoe ouder je wordt, hoe meer tools je krijgt waarmee je kunt omgaan met negativiteit. Drag is mijn coping mechanism.”

Zou een leven zonder drag voor jou net zo de moeite waard zijn?

„Mmm. Voor mij is het een groot deel ván mijn leven, omdat het me veel oplevert. Energie, aandacht, kansen, inspiratie. De balans ook, dat ik me kan terugtrekken als ik dat wil. Maakt drag het leven meer de moeite waard? Ja, want het is vrijheid. Geen vast contract, geen negen-tot-vijf.”

Het moet wrang zijn: drag is populairder dan ooit, maar in een pandemie kun je daar niet goed van profiteren.

„Het is jammer, maar ik heb inmiddels geleerd dat het leven gaat zoals het gaat. Je kunt denken dat er een parallel leven is waarin dingen anders waren gelopen, waarin mijn vader niet ziek werd op z’n 52ste. It is what it is. Je kunt het leven wat sturen, maar verder moet je meegaan in de flow. Dat is in coronatijd ook heel erg zo, je moet creëren wat je kunt.”

Lees verder…….