Deze Amerikaanse schilder liep schilderend op de cinema vooruit

Recensie


Beeldende kunst

Winslow Homer Hij is een van de grote namen in de Amerikaanse schilderkunst, maar Winslow Homers werk is zelden aan onze kant van de Atlantische Oceaan te zien. Een aantal van zijn bekendste werken is nu naar Londen overgevlogen voor een retrospectief.

Winslow Homer: ‘The Gulf Stream’ (1899-1906)
Winslow Homer: ‘The Gulf Stream’ (1899-1906)

The Metropolitan Museum of Art, New York

In de nazomer van 1996 kon je in de Amsterdamse binnenstad niet om Winslow Homer heen. Het Rijksmuseum afficheerde de tentoonstelling The great American watercolour met een tot posterformaat opgeblazen detail van Homers aquarel The Sponge Diver (1899). Een zwemmer hangt aan de achterkant van een roeiboot in het tropisch blauwe zeewater van de Bahama’s; het bruin van zijn rug en armen houdt qua toonwaarde het midden tussen het wit van de boot en het bijna-zwart van een roeispaan die over de rand steekt. Glimlichten op zijn huid definiëren de volumes van zijn bovenlichaam én suggereren de felle zon op een nat lijf. Een gedenkwaardig affichebeeld was het: een kwart eeuw later schiet me nog steeds die zwemmersrug tebinnen als ergens de naam van Winslow Homer (1836-1910) wordt genoemd.

Dat komt ook doordat er sindsdien in Nederland niet of nauwelijks werk van Homer te zien is geweest. In de Europese musea is hij überhaupt slecht vertegenwoordigd. Het Musée d’Orsay in Parijs heeft zijn indrukwekkende, droomachtige schilderij Summer Night (1890), een zeegezicht in wit maanlicht achter twee vrouwen die in geel lantaarnlicht met elkaar dansen. Andere voorbeelden van Homers in de buurt ken ik niet. Voor een goed beeld van zijn oeuvre moet je in Amerika zijn, waar hij als een van de groten uit de kunstgeschiedenis geldt.

Winslow Homer: ‘The Bather’, (1899)
The Metropolitan Museum of Art, New York

Zijn onderwerp was ongeveer dat van de Europese romantici rond 1800: de kleine mens die zich verhoudt tot de grote natuur. Maar hij benaderde dat onderwerp later in de negentiende eeuw, toen het impressionisme de schildertoets had losgeschud en de fotografie de keuze van kaders en momenten had veranderd. En hij schilderde aan de andere kant van de Atlantische Oceaan. Zijn kleine mensen waren Amerikanen en zijn grote natuur was de Amerikaanse.

Dit najaar is er relatief dicht bij huis een overzicht van Homers werk te bekijken, in de National Gallery in Londen, die het retrospectief in afgeslankte vorm heeft overgenomen van het Metropolitan Museum in New York. Wie op basis van de New Yorkse catalogus de Noordzee oversteekt komt een tikkeltje bedrogen uit, want er hangen in Londen maar 45 van de 86 afgebeelde werken. Het lijkt erop dat met name sommige van de mooiste aquarellen niet zijn meegekomen.

Maar dat kan ook schijn zijn. Want net als het werk van Edward Hopper, die andere grootheid in de Amerikaanse figuratieve kunst, maken de schilderijen en aquarellen van Winslow Homer in reproductie een indruk die bij het zien van de originelen niet altijd overeind blijft. Homer wist aantrekkelijke beelden te produceren, grootse scènes in sterke composities, maar in het echt en van dichtbij heeft zijn werk weinig extra’s te bieden.

Verkrampte figuren

Bij nader inzien vallen er zelfs vervelende fouten op. Zijn figuren ogen verkrampt en staan niet stevig op de grond. Dat laatste lost hij soms op door ze ten halven lijve weer te geven (als zwemmer bijvoorbeeld), of liggend, maar ook dan blijven zijn mensen een soort poppen. Neem de schipbreukeling die in zijn beroemdste schilderij The Gulf Stream (1899/1906) op het dek ligt van een zeilbootje met een afgebroken mast: zijn rechterarm en rechterbeen zijn te lang en het been ligt er bovendien stijf en onnatuurlijk bij, als een prothese. De linkerhand is een plastic kinderharkje voor op het strand. Een witte veeg op ’s mans borst is waarschijnlijk als glimmend zweet bedoeld, maar ziet eruit alsof hij bij het witten van een muur een sliert latex heeft geknoeid.

Rode accenten in de golven moeten bloed voorstellen, maar net als in Jaws is dat overduidelijk nepbloed

Het lijkt erop dat Homer de menselijke figuur niet zo goed naar de waarneming of uit het hoofd kon construeren. De vissers en zwemmers op zijn Caraïbische aquarellen vormen een gunstige uitzondering. De aquarel van de Rijksmuseumposter hangt niet in de National Gallery, maar op de tentoonstelling en in de catalogus zijn wel varianten te zien. De modellen zijn daarin zoveel beter van bouw, swingender van houding en uitgesprokener van belichting dan die in de rest van zijn oeuvre dat hij ze haast wel aan foto’s ontleend moet hebben.

Waar veel van zijn figuren poppen zijn, daar zijn hun omgevingen vaak filmdecors avant la lettre, met een kleurgebruik dat effectief is, maar niet heel subtiel. Kijken we nogmaals naar The Gulf Stream: alles is daar opgelost in een paar kleuren. Boot en schipper zijn diepbruin, broek en dek zijn beige, achtersteven en zee zijn blauw in een beperkt aantal tinten. Rode accenten in de blauwe golven moeten bloed voorstellen (er cirkelen haaien rond de boot), maar net als in de film Jaws is dat overduidelijk nepbloed. Rode kleurstof voor een optimaal dramatisch effect.

Verslaggever in beeld

Dat weinig subtiele kleurgebruik van Homer moet misschien worden verklaard uit zijn achtergrond als maker van prenten en illustraties, dus van kunst in zwartwit. Als illustrator voor Harper’s Weekly deed hij in litho’s en houtgravures verslag van onder meer de Amerikaanse Burgeroorlog. Pas tegen zijn dertigste begon hij te schilderen en hij was als schilder vrijwel autodidact: het hele kleurverhaal moest hij zelf uitzoeken.

Zijn jonge jaren als illustrator, als verslaggever in beeld, kunnen er ook de oorzaak van zijn dat hij later als schilder bleef inzetten op het vertellen van een verhaal. Een van zijn eerste schilderijen, Defiance: Inviting a Shot before Petersburg (1864), is zelfs een soort nieuwsfoto in verf. Een soldaat van de Confederates is op een verdedigingswal geklommen om de Union-scherpschutters uit te dagen; wie goed kijkt ziet links aan de horizon de rookwolkjes van een pas afgevuurd geweer. Een verblijf van anderhalf jaar in het Engelse kustplaatsje Cullercoats bij Newcastle (1881-1882) inspireerde Homer tot anekdotische schilderijen van een Mesdag- en Jacob Maris-achtige natheid en donkerte, die worden bevolkt door vissers in zwaar weer, bezorgd naar de zee turende vissersvrouwen en reddingswerkers op gevaarlijke missies.

Winslow Homer: ‘Eight Bells’ (1886)
Addison Gallery of American Art

Terug in Amerika, waar hij in Prout’s Neck een huis bewoonde dat uitkeek op de Atlantische Oceaan, bleef Homer verhalende schilderijen maken – maar in de loop der tijd werden zijn verhalen wel minder eenduidig. Aan de details van The Gulf Stream bleef hij zeven jaar sleutelen. Rechts verscheen er een tornado aan de horizon, die misschien naderbij komt maar misschien ook op zijn retour is en de afgebroken mast verklaart. Links voegde hij een zeilschip toe dat redding kan bieden of voorbij kan varen. Oorzaak en afloop van de schipbreuk blijven ongewis. Als mensen hem vragen stelden over het schilderij, hield Homer zich met sardonisch plezier op de vlakte.

Het was geen toeval dat zich daarnet de vergelijking met Steven Spielbergs Jaws opdrong. Had Homer een halve eeuw later geleefd, dan was hij misschien een veelgevraagde director of photography geweest in de filmindustrie. Zijn schilderijen hebben iets van filmstills, het zijn spannende samenvattingen van scènes in één beeld. Op scherp gezet drama in Technicolor.

‘12 feet’

Doe een paar stappen terug en de onhandigheden in de figuren storen minder, het gebrek aan kleurnuances wordt onbelangrijker en The Gulf Stream is een imposant, nieuwsgierig makend schilderij van een boot die scheef in een klotsend heuvellandschap van water hangt, met een stoer klein mannetje erop dat zich staande, of nou ja, liggende weet te houden tussen golven en haaien. Het eerste plan ligt in de schaduw en daarachter schijnt de zon precies op de boot. Dat heeft een letterlijk aantrekkelijke werking: je blik wordt over die schaduwbaan heen naar het midden gezogen. Je wilt er het fijne van weten. Toch is het raadzaam om afstand te houden. Wie dat niet doet, wordt nota bene door de schilder zelf teruggestuurd. At 12 feet from this picture you can see it, schreef hij linksonder op het doek. Hup, achteruit, ruim drie en een halve meter. Een beschrijving van het schilderij in een brief besloot hij met de woorden: „Ruik hier niet aan, maar ga er vandaan!”

Het werk van Winslow Homer kan afstand hebben en verdraagt ook reproductie goed, zoals ongetwijfeld blijkt uit de afbeeldingen bij deze bespreking. Het is beslist interessant en verhelderend om veel van zijn schilderijen bij elkaar te zien op een tentoonstelling. Maar ze doen het misschien wel net zo goed op een tentoonstellingsaffiche.

Lees verder…….