De tand van Lumumba is terug

Reportage

Congo en België Premier van Congo Lumumba werd in 1961 vermoord. Een tand belandde als ‘jachttrofee’ in België. Nu, ruim zestig jaar later, is de tand weer in Congo.

Lumumba’s tand in 2016, dan net in beslag genomen door Belgische justitie.
Lumumba’s tand in 2016, dan net in beslag genomen door Belgische justitie.

Foto Jelle Vermeersch

Als voor waar mag worden aangenomen wat hij wel aan papier móést toevertrouwen, omdat de details zo gruwelijk zijn dat zelfs de meest apathische mens ze geen leven lang onaangeroerd met zich meetorsen kan, dan moet het zo zijn gegaan: „Hij neemt een tang uit de zak met gereedschap en wringt twee tanden los uit de bovenkaak van de Profeet. Ze zijn met goud overtrokken. […] Hij wikkelt de relieken in een zuiver verband en […] steekt ze op zak.”

Het zijn de woorden van Gerard Soete, de koloniale politiecommissaris die op 21 januari 1961 wordt opgedragen het levenloze lichaam van ‘de Profeet’ Patrice Emery Lumumba, de eerste democratisch verkozen premier van onafhankelijk Congo, op te graven en voorgoed te laten verdwijnen.

Decennia na dato beschrijft Soete in zijn roman De Arena: Het verhaal van de moord op Lumumba in het hoofdstuk ‘Tot op de bodem van de hel’ tot in het meest vulgaire detail hoe de personages Schäfer en Denys die nacht en vroege ochtend te werk gaan. Ze graven het lichaam van Lumumba en ook dat van zijn politieke medestanders Maurice Mpolo en Joseph Okito op, zagen het in stukken met een boogzaag en laten de delen oplossen in twee vaten met zwavelzuur. Maar vlak voor „het zure bijtvocht de Profeet omzet in slijm” verzamelt deze Schäfer – in werkelijkheid Soete zelf, zo zou uit zijn latere getuigenissen blijken – zijn jachttrofeeën. Naast vingerkootjes en een kogel die het lichaam van Lumumba doorzeefde gaan er twee tanden mee naar zijn huis in Sint-Kruis, bij Brugge.

Patrice Lumumba werd begin 1961 dagenlang gemarteld en daarna vermoord omdat de voormalig kolonisator het zich niet kon permitteren plotsklaps de controle te verliezen over de provincies Katanga en Zuid-Kasai, die niet toevallig met koper en diamanten bezaaid lagen. De provincies hadden zich met de hulp van Belgische soldaten onafhankelijk verklaard nadat het Congolese leger was gaan muiten. Lumumba wilde het leger ‘afrikaniseren’ – Belgische officieren vervangen door Congolese – en dat leidde tot chaos. Duizenden Belgen sloegen op de vlucht.

Papa, waarom bent u vermoord? Wie deed het? We zoeken nog

Dochter van Lumumba in Brussel, 20 juni

De doden die vielen werden Lumumba aangerekend in België en in die provincies. Maar hij voegde slechts de daad bij het woord, hield zich aan de beloften die hij de Congolezen had gedaan tijdens zijn donderspeech op de allereerste Onafhankelijkheidsdag.

Op 30 juni 1960 liet Lumumba, net verkozen als premier van het land, als reactie op een zeer paternalistische toespraak van de Belgische koning Boudewijn alle Congolezen inzien dat het afgelopen moest zijn met de decennia van Belgische overheersing, het racisme, de vernederingen, de slachtingen. Congo moest weer aan Congo toebehoren, inclusief de bodemschatten. En dat ging de Belgen destijds veel te snel. Lumumba moest dood, en meer nog, hij moest van de aardbodem verdwijnen, opdat zijn graf geen bedevaartsoord zou worden.

Zijn tanden zijn ruim zestig jaar in België gebleven, voor de teruggave deze grauwe maandagochtend 20 juni tijdens een begrafenisceremonie in het Brusselse Palais Egmont aan de kinderen van Lumumba – Juliana, Francois en Roland – na hun herhaaldelijke verzoeken.

De Belgische procureur-generaal Frédéric Van Leeuw overhandigt ze, in een blauw kistje, en zegt dat hij vereerd is dat te mogen doen. Juliana Lumumba speecht daarna, tot tranen geroerd. „Papa, waarom bent u vermoord? We weten het niet. Wie deed het? We zoeken nog.”

Afgezet premier van Congo Patrice Lumumba – wit shirt, meest rechts, handen op zijn rug gebonden – op 2 december 1960, een dag na zijn arrestatie. Anderhalve maand later werd hij vermoord. Een parlementaire onderzoekscommissie in België zou decennia later spreken van „morele verantwoordelijkheid” van „Belgische actoren”. Van een strafzaak kwam het nooit.Foto AP

Geen strafzaak

De moord op Patrice Lumumba op 17 januari 1961 heeft ondanks doctoraatstudies en een onthullend boek van de Belgische schrijver Ludo De Witte waaruit blijkt dat het de Belgen waren die de dood van de nationalistische leider faciliteerden en orkestreerden, nooit tot een strafzaak geleid. Er kwam een parlementaire onderzoekscommissie, maar die concludeerde enkel dat „sommige Belgische regeringsleden en andere Belgische actoren een morele verantwoordelijkheid dragen in de omstandigheden die tot de dood van Lumumba hebben geleid.” Excuses voor de moord zelf bleven uit. Die zouden de deur openzetten voor een schadevergoeding aan de familie en herstelbetalingen aan Congo. ‘Morele verantwoordelijkheid’ is een juridische kwalificatie waar geen straf op staat. Spijt werd er wel betuigd, door de Belgische regering in 2002, en nog eens in 2022.

De familie van Lumumba klaagde in 2010 twaalf Belgische oud-functionarissen aan voor hun vermeende rol bij de moord. De daden tegen Lumumba die De Witte en de onderzoekscommissie onomstotelijk naar boven brachten werden aangemerkt als oorlogsmisdaden, en die verjaren niet.

Maar afgezien van de restitutie van de tanden is het al jaren stil rond de zaak. Nog slechts twee van de verdachten zijn in leven. Etienne Davignon, destijds werkzaam op het Belgisch kabinet van Buitenlandse Zaken, is 89 jaar, diplomaat Jacques Brassine de la Buissière al 92. Het ligt voor de hand dat zij die de waarheid kennen onder een proces uit zullen komen. En dat er voor een van de belangrijkste politieke moorden van de vorige eeuw nooit een dader wordt aangewezen.

Degene die de tanden uit Lumumba’s kaak trok voor hij het lijk vernietigde presenteerde zich ruim twintig jaar geleden wél zelf aan de wereld. Tegen een Belgische politicoloog die in 1991 promoveerde met een onderzoek naar de moord op Lumumba zei Gerard Soete dat zijn getuigenis „een historische waarde heeft” omdat zijn „observatiemogelijkheden van die orde waren dat geen enkel belangrijk detail van de operatie voor hem verborgen is gebleven”.

Jaren later, vlak na de publicatie van het boek van De Witte, vertelde Soete aan Belgische en Duitse journalisten dat de hand van Lumumba die nacht boven de aarde uitstak voor hij het lichaam opgroef en elders in zuur liet oplossen. Aan twee van de journalisten toonde Soete zelfs twee tanden. Hij bewaarde ze, naast een kogel, in een sigarendoosje. Het Belgische gerecht zag naar aanleiding van de documentaires echter geen reden om tot een huiszoeking over te gaan. Ook omdat Soete in de media liet optekenen dat hij de tanden in de Noordzee gooide om „ervan af te zijn.”

Maar als Ludo De Witte in 2016 hoort dat de tanden nog altijd in Soetes huis zijn, haast hij zich naar de rechter die belast is met het onderzoek naar de moord op Lumumba. Een dag eerder was het een collega-journalist gelukt een dochter van Soete te interviewen. Godelieve Soete had het bewuste sigarendoosje laten zien. De Witte, na zijn boek naar gerechtigheid op zoek, verlangt van de rechter wellicht essentieel bewijsmateriaal binnen 48 uur veilig te stellen.

„Anders zou ik een persconferentie organiseren”, zegt hij op een Brussels terras. Het Belgische gerecht vindt in de woning van Soete het doosje met daarin nog maar één met goud ingelegde tand, die aan het strafdossier wordt toegevoegd. Daar blijft het lange tijd bij.

‘Eindelijk, finally, enfin’

In 2018 doet Juliana Lumumba, de dochter van de vermoorde premier, een emotionele oproep aan de Belgische koning Filip. Ze wil dat de tand terugkomt naar Congo. Dan kan de familie beginnen aan het rouwproces. Het duurt nog vier jaar voor het zover is.

Dat woord – „eindelijk, finally, enfin” – herhaalt de Belgische premier Alexander De Croo tijdens de begrafenisceremonie in Brussel op 20 juni in drie talen op de binnenplaats van Palais Egmont, ten overstaan van twaalf militairen in gelid en tientallen Congolezen die met de familie-Lumumba vanuit de hoofdstad Kinshasa meereisden. Aan journalisten draait De Croo af wat hij zich voorgenomen had te zeggen. „Het is niet normaal dat de resten van de ‘founding father’ van Congo hier zes decennia onder obscure omstandigheden zijn blijven liggen.”

Even later zegt De Croo in een speech dat de „pijnlijke en onaangename waarheid” maar eens moet worden uitgesproken. De Belgische „ministers, diplomaten, ambtenaren of militairen”, zegt hij, „kozen ervoor niet op te treden.”

Buiten het Paleis beginnen tientallen Congolezen te klappen en roepen. Dat België erkent dat er fouten zijn gemaakt, voelt voor sommigen die vanuit Congo naar Brussel meereisden als een vorm van genoegdoening.

De Croo blijft in die speech hameren op de „morele verantwoordelijkheid”, waarmee hij de conclusie van de parlementaire onderzoekscommissie van twintig jaar geleden onderschrijft. Elk woord over Lumumba uit de mond van een Belgische overheidsfunctionaris wordt zeer zorgvuldig gewogen, zelfs decennia na de moord. Van directe excuses komt het ook nu niet.

In de straten van Brussel op 20 juni 2022, na België’s restitutie van Lumumba’s tand aan zijn nabestaanden.
Foto’s AFP

‘Oprechte spijt’

Maar er is wel degelijk een andere wind gaan waaien in België. Sinds de massale Black Lives Matter-opstanden in Brussel twee jaar geleden, waarbij standbeelden van koning Leopold II werden besmeurd, zet het land serieuze stappen om met het koloniale verleden in het reine te komen. In juni 2020 betuigde koning Filip zijn „oprechte spijt” voor de gruwelen die zijn overgrootoom in Congo aanrichtte; hij roofde het land leeg en liet miljoenen mensen vermoorden. Woorden van spijt herhaalde hij vorige maand, tijdens zijn eerste staatsbezoek aan Congo – woorden die Juliana Lumumba „aangenaam verrasten”. In haar toespraak op de begrafenisceremonie van 20 juni bedankt ze de Belgische regering en de koning voor het feit dat ze „belangstelling toonden voor het jammere lot” van haar vader. „Jullie hebben onze pijn en bitterheid lichter gemaakt.”

Het Belgisch parlement heeft daarnaast deze donderdag 30 juni een wet goedgekeurd die restitutie van roofkunst wettelijk vastlegt. De teruggave van de tand van Patrice Lumumba is een volgende stap in dat proces van rehabilitatie. De Croo wil vanaf nu „een bladzijde omslaan” en met Congo „een hernieuwd partnerschap” aangaan. Ook de Congolese premier Jean-Michel Sama Lukonde heeft het tijdens de begrafenisceremonie over „nieuwe banden die sterker zijn dan ze voordien waren”. Men wil militair meer samenwerken, maar ook op het gebied van ecologie.

In de salle vert van het Egmontpaleis gaat de tand van Lumumba in een doodskist die uit Congolees hout is vervaardigd, met speren aan weerszijden. Op de schouders van kistdragers en met de Congolese vlag erover gedrapeerd wordt de tand naar de binnenplaats van het paleis gebracht. Daar worden de volksliederen van België en Congo gespeeld.

Als de lijkwagen langzaam wegrijdt, beginnen Congolese vrouwen met hoge stem te ‘huilen’ door met hun hand tegen hun mond te slaan. „Vive, héro national” roepen anderen. “Immortel!” Voor Roland Lumumba staat het vast: „Na de dood van Nelson Mandela is dit de belangrijkste gebeurtenis voor het Afrikaanse continent.”

Maar de tand splijt de familie-Lumumba in tweeën. Een van de kinderen, Guy-Patrice, is fel gekant tegen de restitutie. Hij wil niet dat de huidige regering van Félix Tshisekedi, in 2019 ondemocratisch aan de macht gekomen na een deal met de toenmalige president Joseph Kabila, zich met het democratische project van Lumumba vereenzelvigt. Hij is dan ook niet bij de plechtigheden in Brussel aanwezig.

En ook de omstanders die naar het Egmontpaleis zijn gekomen, zijn verdeeld. „Dit is een emotionele dag”, zegt Antoine Luta Katone, naar eigen zeggen een vriend van de familie. Hij draagt een shirt met „JE SUIS UN LUMUMBIST” op zijn borst. „Lumumba stond voor het panafrikanisme. Eén Afrikaans continent. Het is geweldig dat hij terug naar huis komt.” Mevrouw Tayeta (61), in een kleurrijke jurk en met een grote zonnebril op haar neus, is kritischer. „Patrice Lumumba is over de hele wereld beroemd”, zegt ze, terwijl achter haar de lijkkist de poorten van het paleis passeert. „Er zijn universiteiten in zijn naam opgericht [in China en in Rusland, red.]. Hoe kan het dan dat niemand voor de moord wordt gestraft? Er wordt hier helemaal geen bladzijde omgeslagen. Dit is nog niet afgedaan.”

De tand gaat naar de Congolese ambassade, waar een zaal is vrijgemaakt voor iedereen die Lumumba de laatste eer wil bewijzen. Een band speelt er muziek, er ligt een condoleanceregister vol met teksten waarin ‘l’hero national’ wordt bedankt. Ernaast staat een kunstwerk van een tand, een meter hoog, compleet met gouden kroon, en er is een gedicht van schrijver Hugo Claus groot afgedrukt, getiteld ‘Lumumba’s gebit’. Het gaat onder andere over Gerard Soete: „[…] en de tanden verwekten / honderd krijgers met bijlen en speren / en die hebben zich op een rij gezet / een dezer nachten komen zij krijsend naar je bed.” Aan de muur hangen foto’s van de drie mannen die in die januari-nacht van 1961 met kogels werden doorzeefd.

De volgende dag is er een laatste ceremonie op Belgisch grondgebied voor de tand van Lumumba naar Congo vliegt. Op het Square Patrice Lumumba, gelegen precies op de grens tussen de gemeenten Brussel en Elsene in de Congolese wijk Matonge, hebben zich zo’n honderd voornamelijk Congolezen verzameld. Het is een klein, nietszeggend pleintje, dat er pas in 2018 kwam nadat er dertien jaar strijd tussen actiegroepen en de gemeenten Brussel en Elsene aan vooraf was gegaan. Het belang van de plek wordt alleen onderstreept door een plaquette met een foto van Lumumba en een passage uit de laatste brief aan zijn vrouw Pauline. Een standbeeld voor Lumumba op het plein ging het Brussels stadsbestuur te ver.

Op de Congolese ambassade op 20 juni 2022, na België’s restitutie van Lumumba’s tand aan zijn nabestaanden.
Foto’s AFP

‘Een briljant man’

Henry Derforge (82) is een van de weinige witte mensen die Patrice Lumumba zijn komen uitzwaaien. Hij groeide op in Congo, waar hij vanaf de eerste dag werd geconfronteerd met het racistische beleid van de Belgische kolonisator. „Meneer, ik had tranen in mijn ogen daarnet. Dit is meer dan een symbolische dag. Lumumba was een briljant man. Katholiek opgevoed, bij protestanten in de leer, daarna als liberale progressief vechtend tegen het establishment. Ik was nog maar een kind toen hij zijn beroemde speech gaf. Maar sindsdien is hij mijn held. En met mij voor heel veel Congolezen. Ook vandaag de dag nog.”

Een jong meisje zingt het Congolese volkslied in het lingala, naast het Frans een van de vier nationale dialecten in Congo, gevolgd door een minuut stilte. Dan wordt de tand van Patrice Lumumba naar het militaire vliegveld Melsbroek gereden, waarvandaan zijn familie met hem naar huis vliegt. „Congo komt terug naar Congo”, zegt zoon Roland Lumumba.

De tand maakt daar een reis langs alle plekken die voor Patrice Lumumba van belang waren. Overal staan duizenden mensen te wachten. Via zijn geboortedorp Onalula, in wat sinds 2013 de regio Lumumbaville heet, naar Kisangani, waar zijn politieke carrière begon, naar Shilatembo, de plek waar hij werd vermoord, om dan uiteindelijk, na drie dagen van nationale rouw, te worden bijgezet in een net opgeleverd mausoleum in de hoofdstad Kinshasa dat zijn naam draagt; het Mémorial Patrice Lumumba, voor 2,5 miljoen dollar gebouwd door China, dat grote belangen heeft in de Congolese kobaltmijnbouw. Bovenop het gebouw staat een metershoog standbeeld. Lumumba houdt zijn rechterarm in de lucht. Vanaf donderdag 30 juni, de 61ste Onafhankelijkheidsdag, kan iedereen die dat wil afscheid nemen van de eerste premier van Congo.

Hoewel niemand zeker weet of de tand die in de doodkist ligt, daadwerkelijk van hem is. De familie-Lumumba wilde niet het risico nemen dat de tand verpulverd zou worden, zoals gebruikelijk is bij een dna-onderzoek. „Er zijn getuigen die zeggen dat het zijn tand is”, zegt Roland Lumumba. „Wij hebben ervoor gekozen daarop te vertrouwen.” Hij vertrouwt op Gerard Soete, de man die in een Duitse documentaire uit 2008 zegt: „Er zijn mensen die denken dat hij [Lumumba] terugkeert.” Dan, hardop lachend: „Nou, dan zal hij terugkeren met twee tanden minder dan hij had.”

Correctie: in een eerdere versie van dit artikel stond dat de toespraak in 1960 door Leopold II werd gehouden. Dat moest koning Boudewijn zijn en is op 4 juli aangepast.

Op 21 juni werd de tand naar Congo gevlogen, om een week later, na een rondreis door het land, te worden bijgezet in een mausoleum in de hoofdstad.
Foto’s AFP

Lees verder…….